Op een zonnige namiddag reed ik door de Weerribben. Daar zwommen meerdere grauwe ganzen met jongen.

Grauwe ganzen broeden vaak bij andere grauwe ganzen in de buurt. Dat is handig, want zo kunnen hun kuikens af en toe naar de ‘ganzencrèche’. Jonge ganzen zwemmen bij opvangouders terwijl hun eigen ouders naar eten zoeken.

Zo’n crèche biedt ook bescherming tegen roofdieren. Het is moeilijker voor roofdieren om een dier uit een goed beschermde groep te roven. Grauwe ganzen krijgen vier tot zes kuikens per nest. Als je een grotere groep kuikens ziet zwemmen, weet je dus dat je een ganzencrèche ziet! Bron: is deze site.

Naast bovenstaand verhaal kwam ik op internet nog een verhaal tegen wat een verklaring zou kunnen zijn dat er bij sommige paren veel kuikens zwommen en bij ander paren maar een of twee.

De overlast van ganzen in De Weerribben is zo groot dat men daar gestart is met geboorteregeling. Met een drone worden de ganzennesten opgezocht. Vervolgens gaan de medewerkers van Staatsbosbeheer de eieren insmeren met maisolie. Door de olie kan er geen lucht meer door de poriën van de eierschaal en gaat het embryo dood. Voordat de eieren worden ingesmeerd wordt er één ei apart gelegd. Dit ei wordt niet ingesmeerd. Het ganzenpaar zal dus uiteindelijk één kuiken krijgen. Kijk voor het verhaal en een filmpje op de site van RTV Oost.
