Grote weerschijnvlinder

Vandaag onderbreek ik de series van Texel vanwege een bijzondere waarneming. Althans, ik vind het een bijzondere waarneming. Zaterdagochtend werd ik vroeg wakker en het was mooi weer. Ik besloot om een wandeling te gaan maken met de camera’s en zo was ik al vroeg in het Woldlakebos.

Op dit pad zag ik een donkere vlinder fladderen.

De vlinder streek neer op het zand. Dat was niet zo fotogeniek plekje. Op dat moment wist ik nog niet wat voor vlinder het was, ik dacht dat het misschien een landkaartje was.

De vlinder stak de tong in een hoopje wat bij nadere bestudering volgens mij een oude hondendrol was.

Het volgende moment spreidde de vlinder de vleugel en toen zag ik het….de grote weerschijnvlinder. Een aantal jaren geleden hebben Jan en ik deze gezien en gefotografeerd, ook in De Weerribben. Hemelsbreed niet ver van het Woldlakebos vandaan. Naast de grote vuurvlinder vind ik de meest bijzondere vlinder die ik ken.

Het is een vrij zeldzame vlinder die de laatste jaren steeds beter vaker wordt waargenomen in ons land. Het opwarmende klimaat draagt er wellicht aan bij dat deze forse dagvlinder steeds vaker wordt gesignaleerd.

De blauwe verkleuring op de vleugels van het mannetje komt door iriseren. Dit betekent dat de vleugels naargelang de invalshoek van het zonlicht, kunnen verkleuren van bruin naar een prachtige blauwe kleur.

Hun leven van de weerschijnvlinder speelt zich voornamelijk hoog in de bomen af. Daar voeden de vlinders zich met honingdauw en sap van bloedende bomen. Ook hun eieren leggen ze hoog in de bomen, in de toppen van een wilg. De omstandigheden waarin de weerschijnvlinder haar eitjes legt, komen nogal nauw. Ze legt ze alleen bij zonnig weer en wel op oude wilgenbladeren op 5 meter hoogte. Het moet niet alleen een warme plek zijn, ook de luchtvochtigheid moet hoog zijn. Het zijn dus bomen op beschutte vochtige plaatsen die in aanmerking komen, zoals luwe bosranden.

Soms zie je de mannetjes op de grond, waar ze drinken uit een plasje water of zich tegoed doen aan uitwerpselen. Vrouwtjes zie je zelden beneden. Behalve de blauwe verkleuring op de bovenvleugels van het mannetje vind ik de onderkant van de vleugels ook mooi getekend.

Ik ben in mijn leven nog nooit zo blij geweest met een hondendrol…

Dit mannetje was zo vol overgave aan het ‘snoepen’ van de uitwerpselen dat hij zich niets aantrok van de fotograaf. Ik kon de vlinder vanaf alle kanten fotograferen. De blauwe glans zie je alleen als de zon op de vleugels schijnt en je zelf vanuit een bepaalde hoek kijkt. Op de foto hierboven stond ik aan de andere kant van de vlinder en toen was de blauwe glans niet te zien, ondanks dat de zon erop scheen.

Ik heb een filmpje gemaakt van de foeragerende vlinder. Het mannetje zat voortdurende met gesloten vleugels. Soms werden de vleugels even gespreid. Dat duurde iedere keer wel een minuut of langer. Om die reden heb ik er stukjes tussenuit geknipt anders zou het zo saai worden.