Scheenesluis in de Rottige Meente

Vandaag wandelen we verder in natuurreservaat de Rottige Meente. We laten de molen achter ons en wandelen verder over het schelpenpaadje.

Ik kwam aan bij de Scheenesluis. Zie Google Maps. Vanaf een bruggetje had ik naar het zuidwesten zicht op de sluis.

Naar het oosten keek ik naar de voormalige sluiswachterswoning. Vroeger lag er naast de sluiswachterwoning een kleine scheepwerf en stond er het café ‘De Laatste Stuiver”. In de huidige woning is nu B&B ‘De Laatste Stuiver” gevestigd.

Ongeveer 250 jaar geleden werd er in dit gebied turf gewonnen. Turf werd vroeger gebruikt als brandstof. Om de afvoer van turf efficiënter te laten verlopen bedacht Nicolaas II van Heloma een vaarverbinding tussen de riviertjes Lende (Linde) en Kuunder (Tjonger). In 1748 kreeg hij toestemming van de Staten van Friesland om deze vaart te graven. Een gigantisch karwei, dat met pure handkracht werd gedaan! Bij de officiële opening raakte Nicolaas II te water en verdronk. Een trieste afloop. Bron is het informatiepaneel.

Koning Willem I stelde de eerste regels op rondom de vervening om overstromingsgevaar te voorkomen. Er werd een speciale polder aangelegd. In 1850 was de Groote Veenpolder van Westellingwerf een feit. Er werden zes windmolens gebouwd en in de polderdijk kwamen sluizen, waaronder de Scheenesluis.

De sluis werd een druk bevaren punt tijdens de vervening. In 1914 werd de schutsluit met draaibrug aangelegd ter vervanging van een sluis met een houten kolk uit 1850. Het ontginningsgebied de Rottige Meente werd ontsloten via de Scheene. Tussen 1850 en 1930 was er veel scheepsverkeer, met name turfvervoer, op dit vaarwater. De sluis vormt de verbinding tussen de Scheene en de Jonkers- of Helomavaart.

De sluis bestaat uit een rechthoekige kolk. Normaal gesproken liggen de in- en uitgang recht tegenover elkaar, maar bij de Scheenesluis zijn deze ten opzichte van elkaar verschoven. Dat is te zien op de foto hierboven en hieronder. Onderin de sluishoofden is een gemetselde boog van het omloopriool met op de sluishoofden een ijzeren rinket. De wanden van de sluiskolk en de sluishoofden zijn van bruin baksteen, afgedekt met zerken van Noors graniet. Ook waar de zware houten deuren zijn opgehangen, bestaan de hoeken uit dat keiharde graniet. Bron is het informatiepaneel.

De Scheenesluis werd door Staatsbosbeheer aangekocht van het Waterschap de Groote Veenpolder in Weststellingwerf en daarna in de jaren 1973-1975 en 1985 hersteld. De sluis is een rijksmonument. Bron is deze site.

Naast de sluis ligt een tegel met een tekst in de plaatselijke taal, het Stellingswerfs. Zowel ter plaatse als op internet kon ik niets vinden over dit kunstwerkje. Het Stellingswerfs is een taal die ik zelf ook spreek zij het dan een andere variant dan hieronder is beschreven. Voor de lezers heb ik de vertaling hieronder geplaatst.

Schippersvrouw
Haar dromen zijn indertijd
meegenomen door de vogels.
Haar verlangen wordt gekeerd
door de deuren van de sluis.
Maar soms verneemt ze zomaar
een glimp van het wonder.
Strijkt ze fluisterend even de
hand over de buik en legt
dan de turf weer in het schip.

Wordt vervolgd.