De Sint-Martinuskerk in Boazum

Na het bezoek aan de toren van Eagum reden Jan en ik naar Boazum. Daar parkeerden we auto op een pleintje vlakbij de Sint-Martinuskerk. Deze kerk had ik de avond daarvoor op internet ontdekt. Op een lijst met Friese kerken heb ik gezocht naar een van de oudste kerken in Fryslân. Deze kerk lag op onze route of beter gezegd, we hebben de route er op aangepast. Op Google Maps had ik vervolgens gezien dat deze kerk mooi is gelegen aan een grote poel.

Het eerste wat opviel, toen we op weg gingen naar de kerk, was het mooie grote huis aan deze kant van de poel. Dat moest haast wel een pastorie zijn of zijn geweest. Op internet vond ik informatie wat mijn vermoeden bevestigde…

Omstreeks 1868 boog het kerkbestuur over een benoeming van een nieuwe dominee. In 1869 koos men uiteindelijk voor ds. Klinkenberg uit Irnsum. Deze stelde tijdens de onderhandelingen de bouw van een nieuwe pastorie en de aanleg van een nieuwe tuin als voorwaarden voor zijn komst naar Boazum. Er was wel sprake van achterstallig onderhoud toch was de staat van de pastorie zo slecht dat de pastorie geheel moest worden afgebroken. Kennelijk beschikte de kerk door goede pachtopbrengsten over voldoende financiële middelen om aan zijn wensen te voldoen. Na ds. Klinkenberg hebben er vele dominees in deze pastorie gewoond. De laatste dominee die er woonde was ds. Palmboom. Hij overleed in 1960. Het mag een wonder heten dat deze pastorie niet ten prooi is gevallen aan projectontwikkelaars en is afgebroken. Boazum is nog steeds trots op deze mooi gelegen pastorie met mooie tuin. Achteraf vond ik het wel jammer dat ik niet meer foto’s van de pastorie hebben gemaakt zoals bijvoorbeeld van de andere zijde…

Na een aantal jaren leegstand werd de pastorie verhuurd aan een aannemer voor een symbolisch bedrag met de verplichting om het gebouw op te knappen. Ook de tuin werd goed onderhouden door deze huurder. Midden jaren zeventig is de pastorie gekocht door een particulier. Dat was de eerste die het huis en het erf kocht uit zeven eeuwen kerkelijk bezit. Bron is deze site. De poel is in 1914 ontstaan door het te diep afgraven van de terp.

Via de Tsjerkebuorren wandelen we naar de kerk. Nabij de kerktoren staan een aantal huizen. Door het luiden van de klok zit uitslapen op zondagochtend er wellicht niet in.

De kerk is veel groter dan ik me had voorgesteld. De Sint-Martinuskerk is gebouwd in de twaalfde eeuw en is een van de fraaiste dorpskerken in Fryslan. In de jaren 1938 tot 1948 is de kerk gerestaureerd. De kerk is vooral beroemd vanwege de muurschildering in het koor van de tronenede Christus, de Majestas Domini. Deze schildering is in 1941 bij de restauratie tevoorschijn gekomen. Bijzonder is dat Christus is afgebeeld zonder baard. Het orgel met de prachtig gesneden beelden stamt uit 1791. Het is gebouwd door Gottlieb Heinemann en Rudolf Knol. In 2012 is het gerestaureerd.

Boven de poort staat een tekst uit de Statenvertaling en wel Psalm 92 vers 14. ‘Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.’ In de Nieuwe Bijbelvertaling staat het beschreven als: ‘Ze staan geplant in het huis van de Heer, in de voorhoven van onze God groeien zij op.’

We maakten een rondje om de kerk. Oude grafstenen en nieuwe graven wisselden elkaar af. In de gevel zitten meerdere dichtgemetselde ramen en deuren. Wandel maar met ons mee.

Na de ronde om de kerk in Boazum stapten we in de auto om op weg te gaan naar het volgende dorp.

Knossos op Kreta

Op de zevende dag van onze vakantie gingen we naar de archeologische stad Knossos. De door de Britse archeoloog sir Arthur John Evans uitgevoerde reconstructies geven de bezoekers een inzicht in de structuur van zo’n Minoïsch paleizencomplex. Kreta is de poort waardoor de heel oude beschaving van het Midden-Oosten Europa binnenkwam. Deze beschaving kwam tot een hoogtepunt onder koning Minos. Kreta heeft in de Minoïsche tijd een enorme bloeitijd gekend, het toppunt van bloei zou hebben gelegen tussen 3000 en 1000 v. Chr.

Tien eeuwen lang was Knossos de eerste en grootste stad in Griekenland en van heel Europa. Nu zijn er nog de prachtige overblijfselen van het grote paleis van koning Minos, de villa’s, het theater, grote kruiken en de graven. Op deze plaats leefde de mens voor het eerst ongeveer 6000 jaar voor Chr. in een georganiseerde gemeenschap. Uit 3000 en 1000 v. Chr stammen ook de vele mythen. Bijvoorbeeld hoe koningszoon Thesus het monster Minotaurus, half stier half mens, dat in het labyrint van Minos woonde, overwon en doodde. 

Evans, de beroemde Engelse archeoloog, was er zeker van dat er een kern van waarheid moest zitten in de ongelooflijke verhalen uit het Minoïsche tijdperk op Kreta. Evans heeft er zijn levenswerk van gemaakt om uit te zoeken wie die mensen waren die in de oudheid zoveel technisch vernuft hadden om zo’n ontzaglijk bouwwerk tot stand te brengen. Ongeveer 25 jaar is hij is hij op die plek aan het graven en onderzoeken geweest. Vervolgens heeft hij op die ruïnes het enorme paleis weer opgebouwd, zoals hij vermoedde dat het er ooit moest hebben uitgezien. De mooie en grote Minoïsche paleizen op Kreta zijn allemaal verwoest, Volgens de geleerden is dit gebeurd door een verschrikkelijke uitbarsting van de vulkaan Santorini op het tegenwoordige eiland Thira (Santorini), bijna 150 km ten noorden van Kreta. Die uitbarsting heeft plaats gevonden omstreeks 1500 v.Chr. en ging gepaard met allesverwoestende aardschokken en ongekend hoge vloedgolven. Voor die tijd en daarna zou nergens op de wereld ooit een natuurramp met zo’n vernietigende kracht hebben plaatsgevonden. Bron is deze site.

De kerk van Blankenham

Na de fotoserie bij de weidebeekjuffers in Kuinre stelde ik Jan voor om via Blankenham terug te rijden. Die tocht voerde over de slingerende voormalige Zuiderzeedijk. Jan heeft op zijn weblog een mooie uitleg gegeven over de aanwezigheid van kolken en de slingerende dijk. Toen we door de buurtschap Blankenham reden viel zijn oog op een kerk die onderaan de dijk staat en vroeg mij om te stoppen.

En zo liepen we even later al fotograferend richting de kerk. De ligging en het pad er naartoe met de enorme bomen is in zekere zin idyllisch te noemen.

Maar ook de kerk in combinatie met de geel gekleurde stenen en diverse ornamenten vond ik verrassend mooi.

De Protestantse Gemeente Blankenham is een zelfstandige gemeente. Om de zondag is er een kerkdienst en er is een zondagsschool voor de kinderen. Zie deze site.

Op de voorgevel zit een plaquette met de volgende tekst… 1892 Dit bedehuis verrees uit de Puinhoopen van het op 18 Juni 1892 door Hemelvuur getroffen en geheel afgebrand kerkgebouw, dat den 6 Nov was ingewijd.

De holwortel en de vliegende hommels

Terwijl Jan op zijn weblog nog meerdere mooie series van de ooievaars bij De Lokkerij laat zien ga ik alvast met grote stappen vooruit en zijn we aanbeland bij Landgoed Dickninge. Ik wilde Jan heel graag kennis laten maken met de zeldzame holwortel. Door de wandeling naar de ooievaars had Jan onvoldoende kracht in zijn benen om de afstand over dit zandpad te overbruggen.

In overleg bracht ik hem bij het hek dichtbij de holwortel. In principe is dit pad verboden voor auto’s, maar voor een fotomaatje met MS had ik er geen moeite mee om dit verbod te overtreden. Nadat ik Jan had afgezet bracht ik de auto netjes terug naar de parkeerplaats. Vanaf de parkeerplaats wandelde ik vervolgens in een vlot tempo naar Jan. Hij had ondertussen een prima plekje gevonden…

We hadden geen 2 weken moeten wachten, de holwortel heeft namelijk z’n mooiste tijd gehad.

Het visstoeltje is een mooi hulpmiddel voor Jan voor zijn macrofotografie.

Het lukt mij nog om de macro-opnames te maken terwijl ik op de knieën zit. Inmiddels gebruik ik daarvoor wel mijn kniebeschermers.

Toen ik met onze zoon bij de holwortel was heb ik niet veel tijd genomen voor de macrofotografie. Ook zal onze zoon daar wellicht anders over denken. Nu ik samen met mijn fotomaatje was kon ik daar voldoende tijd voor nemen. Ik heb mijn macro-objectief deze keer gericht op de vliegende hommels.

Nadat we waren uitgekeken en voldoende foto’s hadden genomen wandelden we samen weer terug naar de auto. Tijdens de wandeling richtten we onze camera’s op enkele gebouwen op het landgoed. Op de parkeerplaats troffen we een man en een vrouw. De vrouw was gekleed in klederdracht uit Staphorst-Rouveen.

Zandsculpturen in het Kuinderbos

Onlangs maakten we een wandeling langs de zandsculpturen in het Kuinderbos. De zandsculpturen geven een indringend beeld van vijf oorlogsjaren en is in 2020 gerealiseerd vanwege 75 jaar bevrijding.

Het zijn eigenlijk kijkdozen van zand. Vier kunstenaars kregen ongeveer anderhalve dag de tijd om het thema uit te werken. Het zand is afkomstig uit de zandwinningsplas, het Schoterveld direct naast het Kuinderbos. Zie ook deze site.

Naast de zandsculpturen was het ook een mooie wandeling door het Kuinderbos.

Aan het eind van onze wandeling wees onze dochter mij op dit beeld…

 

Smeltende sneeuw op landgoed De Eese

Ik had het mij zo mooi voorgesteld. Een wandeling in de vroege zondagochtend in de sneeuw. Mijn plannen werden echter gedwarsboomd door de aanvoer van zachte lucht vóór zonsopkomst. Het werd wel een ochtendwandeling, maar dan in een landschap met smeltende sneeuw. Vanwege de historische uitstraling door o.a. aanwezigheid van gebouwen met rieten daken koos ik voor Landgoed De Eese.

Wandel maar met mij mee…

 

Karakteristiek gebouw in verval

In hartje Steenwijk staat tussen het Steenwijkerdiep en de Tukseweg een karakteristiek gebouw.

Als laatste bood het gebouw huisvesting aan de Welkoop. In 2003 verhuisde de Welkoop naar een nieuw pand aan de Roomweg. Het oude gebouw was toen al eigendom van Klaver Vastgoed. Het gebouw staat nu al een aantal jaren leeg en te verpauperen. Voor velen is het een doorn in het oog…

Gemeente Steenwijkerland en Wopke Klaver van Klaver Vastgoed liggen al jaren in de clinch over afspraken die zijn gemaakt over het Welkooppand.  Omdat ze er aan de onderhandelingstafel niet meer uitkomen is het een juridische strijd geworden.

De gemeente stelt als voorwaarde dat Klaver appartementen ontwikkelt en geen detailhandel. Iets dat Klaver niet ziet zitten, vanwege de volgens hem beperkte omvang van deze plek. Ze kunnen niet door één deur en het lijkt er ook niet van te komen…

Het hele verhaal gaat over de herinrichting en opwaardering van het Gedempte Steenwijkerdiep. Vanwege deze herinrichting werden ruim tien jaar geleden de panden van de Edah en Autobedrijf Rijkmans gesloopt. De gemeente heeft de voorkeur om de locatie van de voormalige Welkoop mee te nemen in de plannen. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Volgens Klaver zijn er in het verleden afspraken gemaakt en worden die niet nagekomen. Volgens de gemeente zijn die toezeggingen niet gedaan. Lees ook dit artikel en dit artikel.

Sinds eind november staan er hekken om het gebouw en is een doorgaande weg afgesloten. Deze hekken zijn geplaatst door de gemeente Steenwijkerland.  Uit onderzoek door de gemeente is namelijk gebleken dat een van de muren van het pand los is komen te staan, daardoor bestond er een risico dat de muur bezweek en delen van de muur op de weg zouden komen.

De eigenaar, Wopke Klaver was door de gemeente gesommeerd actie te ondernemen om de directe omgeving van het pand veilig te stellen. Klaver liet weten geen risico te zien en ondernam geen actie.

Vervolgens werd Klaver een bestuursdwang aangezegd. Op last van deze bestuursdwang kwam Klaver wel in actie. Een juridisch adviseur van Klaver Vastgoed observeerde het pand en er werd besloten om de gevaarlijke muur, die op instorten stond, te slopen. Daarmee heeft Klaver deels voldaan aan de last onder bestuursdwang.

Naast het getouwtrek tussen de gemeente Steenwijkerland en Klaver Vastgoed vindt ook de commissie Overijssel van Heemschut samen met de Historische Vereniging Steenwijk & Omstreken er wat van. In oktober 2019 vroegen ze aan de gemeente om bescherming van het karakteristieke pakhuis en werd verzocht om de monumentenstatus te verlenen.

Het gebouw aan de Tukseweg, te weten het kantoor  inclusief het tussenstuk heeft  in het geldende bestemmingsplan de aanduiding “karakteristiek”. Daarmee is sloop, zonder omgevingsvergunning, niet mogelijk.

Echter het achterste gedeelte, te weten het pakhuis aan het Steenwijkerdiep heeft die aanduiding niet en dat baart Heemschut zorgen.

Het betreft een redelijk gaaf voorbeeld van een industrieel pakhuis uit het begin van de 20e eeuw. Vanaf de bouw is het pakhuis lang in gebruik geweest als graanpakhuis. Later werd het in gebruik genomen door de Coöperatieve Landbouwbank, voorganger van de Welkoop.

Het pakhuis is het laatst overgebleven bouwwerk met een industriële functie aan het (gedempte) Steenwijkerdiep. Als zodanig is het pakhuis van cultuurhistorische en  sociaaleconomische betekenis.

Daarnaast is dit pand in zijn omgeving niet alleen beeldbepalend, maar zeker ook een bijzondere manifestatie van een episode uit de watergebonden geschiedenis van Steenwijk. Men pleit voor behoud van dit markante pakhuis en voor een onderzoek naar de mogelijkheden om het pakhuis een nieuwe bestemming te geven, bijvoorbeeld een woonbestemming. Bron: Site van Erfgoedvereniging Heemschut.

De sloop van de muur van het middenstuk heeft geen consequenties voor de voortgang van dit project. Sterker nog, Klaver heeft laten weten dat hij vooralsnog niet van plan is om het pand te slopen. Hij wil het liever laten staan als bewijs van de zeer teleurstellende handelswijze van wethouder Bram Harmsma. In een eerder stadium heeft Klaver al laten weten dat hij het geld niet nodig heeft. Bron: Steenwijker Courant. Het heeft er dus alle schijn van dat deze doorn in het oog nog wel een tijdje blijft zitten…

 

Ochtenstond in het Waterloopbos

Een tijdje geleden was ik op een zaterdagmiddag in het Waterloopbos. Ik vond het toen heel erg druk. Ondanks de drukte heb ik toen met een mondkapje op toch een wandeling gemaakt. Die fotoserie is hier te zien. Om de drukte te vermijden ging ik een week later in alle vroegte naar het Waterloopbos. Er was voor die dag wat ochtendmist voorspeld en dat hoopte ik dan meteen mee te pakken.

En zo stond ik rond zonsopkomst bij een waterloop uit vervlogen tijden…

Vanaf de parkeerplaats wandelde ik eerst naar de Deltagoot. Ondanks het vroege tijdstip waren daar toch al mensen aanwezig. Toen ik inzoomde zag ik dat het fotografen waren. Nadat we naar elkaar hadden gezwaaid vervolgde ik mijn weg.

Ik vond het nog lastig om in het bos de sfeer van het vroege tijdstip vast te leggen. Ook de ochtendnevel zie je in het bos minder terug dan op de vlakte.

Na een ronde door het Waterloopbos kwam ik weer aan bij de parkeerplaats. Net toen ik besloot om in de auto te stappen en naar huis te rijden verscheen tussen de bomen de zon.

Toen ik zag hoe de zon aan de bomen een gouden gloed gaf besloot ik om nog een ronde te maken door het bos.

Ten slotte heb ik nog een tijdje gespeeld bij een waterval. In de waterloop lag een grote vierkante steen. Die steen gebruikte ik als statief. Op die manier kon ik een lange sluitertijd gebruiken…

Ik hoop nog een keer een fotoserie in het Waterloopbos te maken nadat er een beetje sneeuw is gevallen. Dat lijkt me zo mooi.

Werkzaamheden in het Waterloopbos

De watergangen die de waterloopkundige modellen in het Waterloopbos van water voorzien slibben zo door de jaren heen dicht.

Om de doorstroming van het water en tevens de waterkwaliteit te verbeteren worden de watergangen gebaggerd. Het slib wordt opgevangen in een baggerdepot. In het depot kan het slib indrogen. Nadat het is ingedroogd wordt het slib afgevoerd.

Toen ik op zaterdag 31 oktober door het Waterloopbos wandelde, was men nog bezig met de aanleg van het depot.

Het baggeren van de in totaal drie kilometer aan waterweg gebeurt in twee fasen. Van oktober t/m december van dit jaar worden de eerste watergangen gebaggerd.

Nadat het slib voldoende is ingedroogd wordt het depot in mei 2021 leeggereden. Zo ontstaat er weer ruimte voor slib wat in de zomer van 2021 uit de watergangen wordt gehaald.

In december 2021 zal het depot voor de tweede en laatste keer worden leeggereden. In 2022 wordt het depot ontmanteld en wordt op deze plek door Natuurmonumenten weer bomen geplant.

 

Waterloopbos, geliefd bij jong en oud

Op een zaterdagmiddag brak de lucht open en kwam het zonnetje tevoorschijn. Ik besloot naar het Waterloopbos te gaan. In dit bos zijn de resten te zien van het voormalig Waterloopkundig laboratorium. In deze tijd van het jaar vind ik dit bos van een grote schoonheid.

Met mij hebben velen de schoonheid van dit bos ontdekt, de grote parkeerplaats stond tjokvol. Tijdens het passeren op smalle paden droeg ik mijn mondneusmasker. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Ik was overigens de enige die een dergelijk masker droeg. Ik heb van de nood een deugd gemaakt en heb bewust een serie gemaakt met mensen.

Bij een waterval heb ik een tijdje gespeeld met de sluitertijd, de waterval en de passanten. Ik had mijn camera op een bruggetje gezet. Door te kiezen voor een lange sluitertijd heb ik getracht bewegingen in beeld te brengen….

Tijdens de wandeling trof ik een medeblogger. Ik herkende hem van de header op zijn weblog. Wel heel toevallig en leuk om elkaar daar zo tegen te komen. Na een tijdje kletsen gingen we ieder ons weegs. Aan het einde van mijn wandeling trof ik hem opnieuw. We besloten om samen terug te wandelen naar de parkeerplaats.