Waterloopbos (5)

Vandaag neem ik jullie voor de vijfde en laatste keer mee naar het Waterloopbos. Ik had er al een fikse wandeling opzitten en was inmiddels weer in de buurt van de parkeerplaats. Ik bedacht me op het laatste moment dat ook de Deltagoot nog wilde meepakken.

De Deltagoot is in 1980 in gebruik genomen als proeftuin voor de stormvloedkering in Zeeland. Door water in grote golven tussen de betonnen wanden te laten bulderen, werd de kracht van de pijlers getest. Ook de constructies van bijvoorbeeld olieplatforms en windmolens in zee zijn er getest. Tot 2015 is de goot gebruikt. Het is de laatste plek in het Waterloopbos waar waterstaatkundige proeven zijn gedaan. Op deze site kun je historische foto’s en filmpjes zien van de Deltagoot. De functie van deze oude Deltagoot werd overgenomen door een nieuwe testgoot in Delft, bij het instituut Deltares. Zie dit filmpje op YouTube.

In 2015 werd de Deltagoot cadeau gedaan aan Natuurmonumenten. Natuurmonumenten besloot er een kunstwerk van te maken. Via de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kwam Natuurmonumenten bij Atelier de Lyon | RAAAF terecht. De betonnen bak van 240 meter lang werd uitgegraven. Delen van de wand zijn uitgezaagd en er dwars op de wand teruggezet. Door het uitgraven is er ook water rondom de goot gekomen. Dat geeft een fraaie weerspiegeling van de betonnen delen. Zodat het geheel nog imposanter lijkt.

Op deze site staat het volgende geschreven… Deltawerk// bevraagt het streven naar onverwoestbaarheid en is een experiment in actieve ruïne-vorming. Net als het doorgezaagde Rijksmonument Bunker 599 is het een pleidooi voor een radicaal andere omgang met cultureel erfgoed. Door dit kolossale monument van de Nederlandse strijd tegen het water uit te graven komt dit “Deltawerk op schaal” zelf in het water te staan. De reusachtige omvang van de experimenten wordt hierdoor ervaarbaar voor het publiek. Bij afwezigheid van de golven wordt de allesverwoestende kracht van het water invoelbaar gemaakt door grote blokken uit de betonnen muren te zagen, 90 graden te draaien en te kantelen. Er ontstaat een nieuw ritme van vallende platen. Deze doorsnijdingen openen het kunstwerk richting de andere testmodellen in het Waterloopbos. De zwaarte van het werk wordt een fysieke ervaring doordat de bezoeker onder de massieve blokken over het water kan lopen. Eenmaal binnen wordt men geconfronteerd met een groots perspectief op de leegte tussen de platen. Ontwerpers: Atelier de Lyon | RAAAF.

De zon zakte steeds verder en ‘dreigde’ bijna achter de bomen te verdwijnen. Als ik de Deltagoot nog in het zonnetje zou willen fotograferen dan was het zaak om door te stappen. Toch bleef ik wat langer stilstaan bij het volgende tafereeltje. Twee mannetjes en een vrouwtje wilde eenden dobberden in het water naast de Deltagoot. Ik concludeerde dat het een paartje was met een mannetje teveel. Naar het idee van het ene mannetje kwam de concurrentie te dichtbij. Hij joeg het mannetje er vandoor. Een heuse achtervolging was het resultaat. Toen hij de concurrent, naar zijn idee, ver genoeg had verdreven keerde hij zich om en zwom hij terug naar zijn vrouwtje. Het verdreven mannetje kwam echter net zo snel weer achter hem aan voegde zich weer bij het tweetal.

Het kunstwerk, Deltawerk// is een mooi object voor fotografen. Maar ook wandelaars nemen er graag een kijkje. De drie dames kwamen een fotograaf tegen die ze toevallig kenden. De fotograaf was bezig met foto’s maken voor een fotowedstrijd, zo hoorde ik toen ik er langs liep.

Nog een laatste blik op het kunstwerk tegen de ‘gouden’ bomen en op de ondergaande zon. En tot slot nog een kijkje binnenin de goot die deels beschenen werd door de laatste zonnestralen op die prachtige herfstdag.

Waterloopbos (2)

We wandelen verder in het Waterloopbos. Het Waterloopbos is een voormalig terrein voor waterloopkundig onderzoek bij Vollenhove in de provincie Flevoland. Het was een proefterrein en nevenvestiging van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft. Het gebied wordt gekenmerkt door restanten en ruïnes van bouwsels van het laboratorium. Nadat het zijn functie als plek voor grootschalige proefopstellingen van waterkeringen en dammen verloor ontwikkelde er zich een moerasbos. Bron is Wikipedia.  

We komen aan bij een rij golfmachines. Dit vind ik een van de mooiste delen in het Waterloopbos. Het Waterloopkundig Laboratorium beschikte over 40 exemplaren. Het golfschot voor de machines kon heen en weer bewegen en ook roteren, waardoor een ander type golf kon ontstaan.  

In het Waterloopbos vind je de schaalmodellen van zo’n dertig grote waterwerken uit de hele wereld. De Deltawerken zijn hier ontworpen, maar ook de havens van Rotterdam, Lagos, IJmuiden, Istanbul en Bangkok. Het Waterloopkundig Laboratorium deed jarenlang onderzoek in het Waterloopbos en bootste met water, stuwen, dammen en golfslagmachines de werkelijkheid na.

Waterloopbos (1)

Zo rond 19 november hadden we temperaturen ver beneden het vriespunt. Vanaf dat moment gingen de bladeren eindelijk verkleuren. Dit waren de herfstkleuren waar ik op had gewacht. Op een prachtige zonnige herfstdag ging ik naar het Waterloopbos.

De goudkleurige bladeren staken prachtig af tegen de strakblauwe lucht.

Het Waterloopbos is een voormalig terrein voor waterloopkundig onderzoek bij Vollenhove in de provincie Flevoland. Het was een proefterrein en nevenvestiging van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft. Het gebied wordt gekenmerkt door restanten en ruïnes van bouwsels van het laboratorium. Nadat het zijn functie als plek voor grootschalige proefopstellingen van waterkeringen en dammen verloor ontwikkelde er zich een moerasbos. Bron is Wikipedia.  

Zoals overal is men ook in dit bos druk bezig met de bomenkap.

Wordt vervolgd.

Ecokathedraal

Een paar weken geleden was ik op stap met mijn fotomaatje, Jan. We kozen voor de Ecokathedraal in Mildam. Toen we daar met de auto aankwamen bleek ‘de parkeerplek van Jan’ bezet te zijn. Er is daar geen officiële parkeerplaats, men wordt geacht een eind verderop te parkeren. Voor iemand die niet goed ter been is zoals Jan is het niet te doen om eerst een halve kilometer te moeten lopen voordat hij aan de wandeling in de Ecokathedraal kan beginnen. Gelukkig had hij deze keer een privéchauffeur mee en was het nu geen probleem. Bij de Ecokathedraal is Jan uitgestapt en ben ik verder gereden naar de parkeerplaats. Vanaf daar heb ik in een rap tempo de halve kilometer afgelegd.

Toen ik weer bij de Ecokathedraal aankwam trof ik daar een paar vrolijke mannen aan. Deze man is een van de vrijwilligers in de Ecokathedraal. Hij was hout aan het sprokkelen. Om die reden had hij de auto geparkeerd op het enige illegale parkeerplekje. Jan heeft meteen de parkeerkwestie met hem besproken en heeft gevraagd of er een invalideparkeerplaats kan komen. De man vond het een goed idee en zou de vraag meenemen naar de groep vrijwilligers.

We namen afscheid van de man en wandelden de Ecokathedraal in. De bouwsels in het voorhof van de Ecokathedraal had ik nog niet met eigen ogen gezien. Ondanks dat er mooi zonnig weer was voorspeld kwam daar helaas niets van terecht. We moesten het doen met een grijze dag.

Behalve het ontbreken van zonnig weer bleek ook dat de echte herfstkleuren nog niet aanwezig waren. We hebben ons echter prima vermaakt. Gelukkig zorgde Jan met zijn rode vest voor de nodige kleur. 🙂

Eendenkooi, de Kooi van Pen (5)

Vandaag neem ik jullie voor de vijfde en laatste keer mee naar de excursie in de Kooi van Pen. Onze groep was in de boot gestapt en had al een prachtige tocht gemaakt door het mooie landschap. We voeren langs de poort, de poort met daarop het bordje met het Jachtrecht van J H Pen.

Een eindje verder doemde een huisje op. Door het windstille weer werd het mooi weerspiegeld in het water. Dit huisje is het Kooihuis. Dit is tevens de plek waar alle materialen worden opgeslagen.

De groep onder begeleiding van de kooiker en zijn kooikerhondje arriveerden ook bij het Kooihuis. Het kooikerhondje had zijn werk goed gedaan en werd beloond met een bot.

Aan de achterkant van het Kooihuis keek ik samen met gezins- en familieleden uit over de vijver met de tamme eenden.

Bij het Kooihuis werden we hartelijk ontvangen door andere vrijwilligers dan die van de excursie. We konden kiezen tussen warme chocolademelk met slagroom of een ´Penneutje´. Voor de jongeren was er gelegenheid om marshmallows te warmen bij het vuurtje. Kortom het was een gezellig samenzijn.

Ik praatte bij met kapitein, Roelof Muis. Roelof Muis en ik zijn geboren en getogen in buurtschap Wetering. Ik ken hem dus al van kinds-af-aan. Roelof heeft in de Kooi van Pen heel veel werk verzet. Hij was o.a. betrokken bij het uitbaggeren van de plas en de sloten.

En toen was de mooie ochtend voorbij en werd het tijd om terug te keren naar de auto’s. De mensen konden kiezen of ze met de boot teruggingen of te voet. Om mensen die slechter ter been zijn de gelegenheid te geven om met de boot terug te gaan gingen wij weer wandelend terug.

Vrijwilligers van de Kooi van Pen, heel veel dank voor deze prachtige excursie.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (4)

Vandaag wandelen we verder in de eendenkooi, de Kooi van Pen.

We kwamen uit bij een aanlegsteiger. De boot kwam net aanvaren. Op deze plaats vond de wisseling van de groepen plaats. De ene groep stapte uit de boot en ging te voet verder. Wij stapten in de boot en vervolgden de excursie vanaf het water.

Tijdens de wisseling van de wacht had de kooiker een moment van rust. Daarbij werd de pijp aangestoken.

Op de boot zat ik op het voorste bankje. Zo had ik ruim zicht. Erika, staand op de voorplecht, was vanaf dat moment onze gids.

In de Kooi van Pen komen otters voor. Deze kooi was de eerste plek in Nederland waar in 2002 waar de eerste drie otters, voorzien van zenders, zijn uitgezet. Tijdens de jarenlange herintroductieprogramma werd er in de eendenkooi vele plassen en vaarten uitgebaggerd. Verder werd er door gewijzigde waterinlaat de kwaliteit van het water optimaal. De otter is onder water een oogjager en helder water is noodzakelijk om een vis te achtervolgen. Na de eerste uitgezette otters in de Kooi van Pen volgden er meer uitzettingen van visotters vanuit het buitenland (31 in totaal) in andere gebieden in Nederland. Nu 19 jaar later leven er in Nederland ca 450 otters en hiermee is de status van levensvatbare populatie bereikt.

Zoals ik al eerder heb geschreven wordt deze eendenkooi onderhouden door een grote groep vrijwilligers. Het doel is om de eendenkooi als cultureel erfgoed te onderhouden. Daarnaast wil men door goed landschapsbeheer de biodiversiteit terugbrengen in dit gebied. Het gebied waar de grote vuurvlinder zich thuisvoelt.

Hieronder volgt een stukje geschiedenis over de Kooi van Pen. In dat verhaal wordt ook duidelijk hoe de groep vrijwilligers tot stand is gekomen.

De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen werd opgevolgd door zijn zoon Harm-Jans Pen en later door kleinzoon Jan Pen. In Tweede Wereldoorlog is de Kooi van Pen verkocht aan het rijk in het kader van de grootschalige inpoldering die gepland stond voor heel Noordwest Overijssel. In die tijd werd kooiker Jan Pen geholpen door Joost ter Meer, die later als kooiker de eendenkooi pachtte van Staatsbosbeheer. Joost ter Meer was een oom van mij. Dat was de reden dat ik als kind tijdens excursies voor familie en vrienden al in de eendenkooi kwam.

Joost ter Meer werd opgevolgd door Wim ten Klooster. Wim was in dienst van Staatsbosbeheer en pachtte de eendenkooi. Hij combineerde het werk bij Staatsbosbeheer met het werk binnen de eendenkooi. Vanwege andere prioriteiten binnen Staatsbosbeheer moest hij zijn werk als kooiker stoppen en kon alleen hobbymatig zijn werk blijven doen in de eendenkooi. In 2008 is Wim ten Klooster als officieel kooiker en pachter van de eendenkooi gestopt. In die tijd waren er nog maar weinig vangsten in de overgebleven 7 vangpijpen. Voor 1 persoon waren de 5 kooiplassen met 18 vangpijpen niet meer te onderhouden als hobby. 

In 2004 is er een vrijwilligersgroep gevormd om de eendenkooi te behouden als cultuurhistorisch monument.  Onder leiding van de kooiker Wim ten Klooster werden de vrijwilligers van 2004 t/m 2007 opgeleid voor het onderhoudswerk in de eendenkooi.
Na het stoppen van de kooiker werkten de vrijwilligers zelfstandig aan de onderhoudswerkzaamheden met ondersteuning van Staatsbosbeheer. De vrijwilligersgroep is sinds 2010 als officiële vrijwilligersgroep van Staatsbosbeheer, de terreineigenaar van de Kooi van Pen.  In overleg met Staatsbosbeheer worden de werkzaamheden afgestemd die in de eendenkooi moeten plaatsvinden. 

Door het steeds groter worden van de groep vrijwilligers is het noodzakelijk geworden de werkzaamheden groepsgewijs uit te voeren en dit vroeg om meer aansturing en professionalisering. Een gevolg hiervan is dat in 2015 de ‘Stichting Vrijwilligersgroep Kooi van Pen’ is opgericht.  Bron is deze site.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (2)

Vandaag gaan we verder met de serie over de eendenkooi. Joke, een van de volgers, schreef in een reactie in deel 1: ‘Ben heel nieuwsgierig want 100% snap ik dat niet’. In de volgende delen over de eendenkooi hoop ik duidelijk te maken wat de functie van een eendenkooi is en hoe het vangen van wilde eenden in zijn werk gaat.

Om het een en ander beeldend uit te leggen ging ik op zoek op internet. Daar vond ik een plattegrond van een eendenkooi. Hoe een eendenkooi er uitziet is afhankelijk van de streek waar de kooi ligt en het materiaal dat beschikbaar is. In principe zijn de volgende onderdelen op alle eendenkooien aanwezig. Bron is deze site.

  1. De vangpijp, een doodlopende sloot met een overkapping van beugels waarover een net is gespannen. De vangpijp wordt ook wel keel genoemd.
  2. De kooiplas, het centrum van de eendenkooi. 
  3. De sating, langs de rand van de kooiplas een plek waar overdag de eenden rusten en hun verenkleed onderhouden.
  4. De borst.
  5. Het kooibos. Het kooibos omsluit de eendenkooi en zorgt voor rust, broedgelegenheid en producent van het bouwmateriaal voor de eendenkooi.
  6. Het vanghokje. Aan het einde van iedere vangpijp staat het vanghokje waarin de eenden uiteindelijk gevangen worden.
  7. Kennel. Hier verblijven de honden van de kooiker.
  8. Het makhok. Hier worden de jonge eenden mak gemaakt en wennen hier aan kooiker en kooikerhond.
  9. Het kooihuisje, het huisje waar de kooiker zijn voer en materiaal opslaat.
  10. Het boothuis, hier ligt de roeiboot die gebruikt wordt bij het onderhoud van de kooi vanaf het water.
  11. Broedkorven. Nest gelegenheid voor de eenden van de makke stal.
  12. Observatiehut. Zicht op de plas zonder zelf gezien te worden.
  13. Het pomphuisje, vroeger werd het waterpeil op hoogte gehouden door een watermolen, tegenwoordig met een diesel- of electropomp.

Rond 1530 waren eendenkooien en kooikers heel normaal in Nederland. In de eendenkooien werden wilde eenden gevangen voor de consumptie. De eendenkooi was voor een boer toen een gemakkelijke en leuke manier om iets bij te verdienen, omdat eenden toen hoog geprijsd waren. Na de tweede wereldoorlog was er een omslag. Aan het boerenbedrijf werd veel meer verdiend dan aan het eenden vangen. En zo verdwenen er steeds meer eendenkooien.

Totaal zijn er nog ruim 100 eendenkooien in ons land. Er zijn nog maar een paar eendenkooien die ook daadwerkelijk in gebruik zijn. Hoewel tegenwoordig de meeste eenden gevangen worden voor onderzoek zijn er nog steeds eendenkooien die eenden vangen voor consumptie. De consument heeft liever een eend die gevangen is in een eendenkooi dan een eend die geschoten is met een schot hagel. Zie ook dit dit artikel uit 2015. Het gaat echter niet goed met de populatie wilde eenden in ons land. De discussie is dan ook of men wel moet blijven jagen op de wilde eend. Zie dit artikel.

Het jaar 2020 was het jaar van de wilde eend. In de afgelopen paar jaar is er onderzoek gedaan naar de afname van de wilde eend in ons land. In juli 2022 is het rapport met de uitkomsten gepubliceerd. Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving zelfs is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties Wilde Eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de Wilde Eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantal Wilde Eenden verklaren. Bron is deze site.

Na de algemene informatie over eendenkooien en de wilde eenden en de discussie over de jacht op wilde eenden richten we ons nu weer op de Kooi van Pen. Met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen is deze eendenkooi een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. De volgende keer ga ik schetsen hoe het vangen van de wilde eenden in zijn werk gaat.

Wordt vervolgd.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (1)

Eind oktober hadden we een excursie naar een eendenkooi en wel naar de Kooi van Pen. Deze eendenkooi ligt in buurtschap Wetering in nationaal park Weerribben-Wieden. Eén keer per jaar organiseren de vrijwilligers deze excursie verdeeld over meerdere dagdelen. Op een wat heiige ochtend meldden we ons bij de vrijwilligers van de eendenkooi. De groep werd in tweeën gesplitst. De ene helft ging met de boot en de andere helft ging lopend. Halverwege de excursie zou dat worden omgewisseld.

De eendenkooi is met 35 hectare een van de grootste in Europa De eendenkooi is normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek. Een ringvaart rondom de kooi en een bruggetje wat normaal gesproken rechtop staat maakt dat nieuwsgierige mensen niet in de eendenkooi kunnen komen.

De vrijwilliger met zijn kooikerhondje wees ons de weg. Even daarvoor had hij ons verteld dat we het kooikerhondje niet moesten aanhalen. Kooikerhondjes hechten zich namelijk sterk aan hun baasje en diens familie en zijn gereserveerd tegenover vreemden. Even verderop kwamen we aan bij een schutting. De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen kreeg in 1885 vergunning om de kooi te exploiteren. Het eeuwenoude bordje op de schutting herinnert aan die periode.

Op Google Maps zijn goed de contouren te zien van deze eendenkooi. De plek waar ik onderstaande foto heb genomen heb ik gemarkeerd met een speld. Volgende keer wandelen we verder….

Olijfbomen op Kreta

Vandaag plaats ik het laatste bericht uit de serie van onze vakantie op Kreta. In het najaar sluiten de hotels op Kreta. Werknemers die in het zomerseizoen in de hotels werkzaam gaan vanaf eind oktober in de olijfoogst werken.

Op Kreta bezit bijna iedereen olijfbomen. Op 160.000 hectare land vind je zo’n 30 miljoen bomen ouder dan 7 jaar, verdeeld over zo’n 95.000 families. Het aantal bomen per familie kan variëren tussen een paar duizenden of slechts enkele bomen. Een gecultiveerde olijfboom geeft na 5 tot 8 jaar z’n eerste vruchten af. Hij kan vervolgens tot wel 600 tot 1000 jaar oud worden.

De olijven maken op Kreta het belangrijkste deel uit van de landbouw-economie. Van de 360.000 hectare grond voor landbouw is 160.000 voor olijfproductie. De laatste 50 jaar is de productie van olijven verviervoudigd. De laatste 15 jaar is de kwaliteit steeds beter geworden. Een goed gecultiveerde olijfboom geeft zo’n 20 a 30 kilo aan olijven. De prijs lag in 2020 tussen de € 2,50 en € 3,50 per kilo. Uitgaande van die prijs levert een boom per 2 jaar ongeveer 100 euro op. Al met al kunnen de woorden van Homerus nog steeds gebruikt worden. Deze noemde in 88 voor Christus olijfolie al… ‘het vloeibare goud’.

Een olijfboom heeft niet elk jaar dezelfde productie, de jaren wisselen elkaar af. Het ene jaar kun je olijven oogsten van de boom, het jaar erna vindt er een pauze plaats. Dit zit in het DNA van de boom.

Als de olijven geoogst zijn, worden de bomen gesnoeid. Dit wordt gedaan om de bomen handelbaar te houden. Het is moeilijk plukken als de boom meters hoog is. Het wordt ook gedaan, om ziektes in de boom te voorkomen. Bacteriën en ziektekiemen houden van donkere ruimtes, dus hoe meer licht er is, des te beter is dit voor de olijfproductie. Door het licht neemt de fotosynthese toe. Ook wordt hiermee het calciumgehalte in de boom beïnvloed, als dit dit normaal blijft kan de boom het maximale voor dat jaar produceren. De afgeknipte takken worden verbrand. Omdat er een kans bestaat dat er takken met bacteriën tussen de afgeknipte takken zitten, kunnen de takken niet als mest gebruikt worden.

Op de laatste dag van de vakantie bezochten we een olijfpers. In de enorme hal stonden machines die gebruikt worden bij de verwerking van olijven.

In de hal stonden ook oude machines en foto’s van het productieproces zoals het vroeger ging.

Behalve olijfolie worden er ook andere producten gemaakt van olijven en van het hout van de olijfbomen.

Bovenstaande informatie is afkomstig van deze site. Op die site staan eveneens onderstaand filmpje.

Bijen en een bidsprinkhaan op Kreta

De meeste middagen gingen we relaxen en lezen op een ligbed in de tuin van het hotel. We hoefden niet bang te zijn dat we geen plekje konden bemachtigen, er was volop ruimte. We lagen meestal in de hoek vlak naast de palmen en met uitzicht op zee. Omdat er steeds vaker huidkanker wordt gediagnostiseerd liggen we overigens alleen nog in de schaduw.

Naast de palmen stonden struiken. Ik weet niet hoe ze heten, maar ze deden me denken aan rhododendrons. De struiken zaten onder de spint. Dat leverde voor de bijen en andere insecten een lekker hapje op. Met de bridgecamera in de macrostand heb ik een fotoserie gemaakt. Terwijl ik ‘op jacht’ was naar de bijen ontdekte ik een Europese bidsprinkhaan.

Aan het einde van de middag trokken we ons meestal terug op ons balkon met uitzicht op de Kretenzische Zee. Op een middag voer er een vissersbootje langs. Gelukkig lag de camera voor het grijpen.