Kerstfeest

Ieder jaar is er in Steenwijk een kerstwandeling. Dit jaar was de wandeling op 17 december. Ook onze kerk had de deuren opgesteld. Vanwege de kerstwandeling werd voor ieder kerkraam een decoratie gemaakt. Met deze decoraties werd het kerstverhaal uitgebeeld. De decoraties zijn gemaakt door leden van de kerk. Families en interessegroepen gingen met elkaar aan de slag. Prachtig om te zien hoeveel creativiteit er is binnen de gemeente. Hieronder heb ik foto’s van een aantal raamdecoraties geplaatst.

Ook onze interessegroep, fotografie deed mee. Het thema wat wij mochten uitbeelden was: ‘De herders in de stal’ uit Lucas 2 vers 16. We kozen voor een compilatie van foto’s gemaakt door de leden van de groep. Daarbij hebben we ons niet beperkt tot de herders in de stal, maar hebben we het breder getrokken. Bovenaan is het nacht. In het midden zijn de herders en de schapen in het veld. Onderaan zijn we in de stal, waar kindje Jezus in de kribbe ligt.

Voor mijn bijdrage ben ik naar het huis met stal van mijn nichtje gereden. Ik zou daar wellicht de ‘ingrediënten’ vinden voor mijn bijdrage. De pop van de kinderen wikkelden we in een jutezak. Mijn achternichtje wandelde eerst even met ‘kindje Jezus’ door de woonkamer.

Vervolgens gingen we met z’n drieën naar de stal. Op het moment van fotograferen stonden er geen schapen in de stal, die foto’s heb ik dus uit het archief gehaald. Met Photoshop heb ik een herder in de stal geplaatst. We vonden in de stal een lege kribbe en stro. Daarvan maakten we een bedje voor de baby. Mijn nichtje beeldde Maria uit. Uiteraard kwam mijn achternichtje ook kijken bij ‘kindje Jezus en moeder Maria’.

Allen, gezegende kerstdagen gewenst. ❤️

‘Hoe God verdween uit Jorwerd’

Vanaf Boazum reden Jan en ik naar Jorwerd (Jorwert). Dat dorp had ik de avond daarvoor uitgekozen vanwege het boek van Geert Mak. Daar kom ik later op terug. Voordat we het dorp inreden zette ik de auto in de berm om een aantal foto’s te maken.

Even later stapten we uit de auto in het centrum tegenover ´Het Wapen van Baarderadeel. Nabij het etablissement staat op een bijzondere sokkel het beeld ´de Foardrager’. Op de sokkel zijn tegels aangebracht met daarop teksten en tekeningen over het dorp Jorwerd en haar bewoners. Het is een kunstwerk ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van het Iepenloftspul Jorwert (Openluchtspel Jorwerd). Bron is deze site.

Op de gevel van ´Het Wapen van Baarderadeel´ herinnert een plaquette aan het boek wat Geert Mak in 1996 schreef, ´Hoe God verdween uit Jorwerd´. Het is een biografie van een dorp tijdens de stille revolutie tussen 1945-1995, toen het echte boeren langzaam ten onder ging. Geert Mak vertelt het verhaal van de boeren en het geld, van de kleine winkeliers en de oprukkende stad, van de kerktoren die instortte en de import die niet meer groette, van de natuur die terugkeerde en tegelijk verdween. Wat is er gebeurd op het platteland toen de machines kwamen, en de subsidies en de banken, en toen de echte boeren langzaam ten onder gingen? Mak beschrijft een historische omwenteling waarvan nu pas de omvang en de gevolgen zichtbaar worden.

Vanaf het café wandelen we naar de Redbadtsjerke (Sint-Radboudkerk). De toren stamt uit de elfde of twaalfde eeuw. Op zaterdagochtend 25 augustus 1951, om zeven minuten over vijf, stortte plotseling de toren in. In de jaren daarop is de toren herbouwd met fraai siermetselwerk, zoals dat ook bij de originele toren het geval was. Om de herbouw te financieren en te vieren werd in en vanuit het dorp het Iepenloftspul (openluchtspel) gehouden. Wandel maar met ons mee om de kerk.

Terwijl Jan fotografeerde op het kerkhof maakte ik een grotere ronde door het dorp. Na een tijdje voegde ik mij weer bij Jan die op dat moment zijn aandacht richtte op een Tsjerkepaad (kerkpad).

Waterloopbos (5)

Vandaag neem ik jullie voor de vijfde en laatste keer mee naar het Waterloopbos. Ik had er al een fikse wandeling opzitten en was inmiddels weer in de buurt van de parkeerplaats. Ik bedacht me op het laatste moment dat ook de Deltagoot nog wilde meepakken.

De Deltagoot is in 1980 in gebruik genomen als proeftuin voor de stormvloedkering in Zeeland. Door water in grote golven tussen de betonnen wanden te laten bulderen, werd de kracht van de pijlers getest. Ook de constructies van bijvoorbeeld olieplatforms en windmolens in zee zijn er getest. Tot 2015 is de goot gebruikt. Het is de laatste plek in het Waterloopbos waar waterstaatkundige proeven zijn gedaan. Op deze site kun je historische foto’s en filmpjes zien van de Deltagoot. De functie van deze oude Deltagoot werd overgenomen door een nieuwe testgoot in Delft, bij het instituut Deltares. Zie dit filmpje op YouTube.

In 2015 werd de Deltagoot cadeau gedaan aan Natuurmonumenten. Natuurmonumenten besloot er een kunstwerk van te maken. Via de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kwam Natuurmonumenten bij Atelier de Lyon | RAAAF terecht. De betonnen bak van 240 meter lang werd uitgegraven. Delen van de wand zijn uitgezaagd en er dwars op de wand teruggezet. Door het uitgraven is er ook water rondom de goot gekomen. Dat geeft een fraaie weerspiegeling van de betonnen delen. Zodat het geheel nog imposanter lijkt.

Op deze site staat het volgende geschreven… Deltawerk// bevraagt het streven naar onverwoestbaarheid en is een experiment in actieve ruïne-vorming. Net als het doorgezaagde Rijksmonument Bunker 599 is het een pleidooi voor een radicaal andere omgang met cultureel erfgoed. Door dit kolossale monument van de Nederlandse strijd tegen het water uit te graven komt dit “Deltawerk op schaal” zelf in het water te staan. De reusachtige omvang van de experimenten wordt hierdoor ervaarbaar voor het publiek. Bij afwezigheid van de golven wordt de allesverwoestende kracht van het water invoelbaar gemaakt door grote blokken uit de betonnen muren te zagen, 90 graden te draaien en te kantelen. Er ontstaat een nieuw ritme van vallende platen. Deze doorsnijdingen openen het kunstwerk richting de andere testmodellen in het Waterloopbos. De zwaarte van het werk wordt een fysieke ervaring doordat de bezoeker onder de massieve blokken over het water kan lopen. Eenmaal binnen wordt men geconfronteerd met een groots perspectief op de leegte tussen de platen. Ontwerpers: Atelier de Lyon | RAAAF.

De zon zakte steeds verder en ‘dreigde’ bijna achter de bomen te verdwijnen. Als ik de Deltagoot nog in het zonnetje zou willen fotograferen dan was het zaak om door te stappen. Toch bleef ik wat langer stilstaan bij het volgende tafereeltje. Twee mannetjes en een vrouwtje wilde eenden dobberden in het water naast de Deltagoot. Ik concludeerde dat het een paartje was met een mannetje teveel. Naar het idee van het ene mannetje kwam de concurrentie te dichtbij. Hij joeg het mannetje er vandoor. Een heuse achtervolging was het resultaat. Toen hij de concurrent, naar zijn idee, ver genoeg had verdreven keerde hij zich om en zwom hij terug naar zijn vrouwtje. Het verdreven mannetje kwam echter net zo snel weer achter hem aan voegde zich weer bij het tweetal.

Het kunstwerk, Deltawerk// is een mooi object voor fotografen. Maar ook wandelaars nemen er graag een kijkje. De drie dames kwamen een fotograaf tegen die ze toevallig kenden. De fotograaf was bezig met foto’s maken voor een fotowedstrijd, zo hoorde ik toen ik er langs liep.

Nog een laatste blik op het kunstwerk tegen de ‘gouden’ bomen en op de ondergaande zon. En tot slot nog een kijkje binnenin de goot die deels beschenen werd door de laatste zonnestralen op die prachtige herfstdag.

Waterloopbos (4)

Na de mooie wandeling door een kleurrijk bos en langs de oude waterwerken in het Waterloopbos kwam ik aan bij een heel ander gedeelte. Een groter contrast was haast niet denkbaar. Ik was aangekomen bij een gedeelte wat gerestaureerd was. Strakke lijnen en kil beton vormden het beeld. In de afgelopen jaren heeft men de modelplaats, de Maasvlaktecentrale gerestaureerd…

De Maasvlaktecentrale is één van de vele modelplaatsen van het voormalig Waterloopkundig Laboratorium De Voorst en vertelt een deel van de unieke geschiedenis van het bos. Het schaalmodel deed dienst voor onderzoek naar de koelwatervijver van de destijds nog aan te leggen elektriciteitscentrales op de Maasvlaktecentrale. Natuurmonumenten heeft dit model in het Waterloopbos gerestaureerd om het te behouden voor de toekomst.

Begin jaren 70 van de vorige eeuw is op de modelplaats Maasvlaktecentrale door de ingenieurs van het Waterloopkundig Laboratorium onderzoek gedaan naar de koelwatervijver van de nog te bouwen energiecentrales. Het onderzoek richtte zich vooral op de stroomsnelheden van het koelwater en op de stabiliteit van de bodembekleding van de koelwatervijver. De situatie in Rotterdam werd in het Waterloopbos op schaal nagebouwd en de beoogde stortstenen bodembekleding van de koelwatervijver werd op stabiliteit onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat er in de vijver aanzienlijke wervelingen ontstonden. Daarom werd besloten de bekleding van de koelwatervijver veel zwaarder uit te voeren dan vooraf gedacht. Bron is deze site.

Hoe mooi de restauratie ook is uitgevoerd, ik vond de ruïnes van het oude model vele malen mooier. Volgens de berichtgeving worden er in totaal tien waterloopkundige modellen gerestaureerd. In 2018 is de Deltagoot al omgevormd tot het kunstwerk Deltawerk en in 2019 is de Golfbak gerestaureerd. Al deze stappen zijn onderdeel van de uitvoering van de Ontwikkelagenda Waardevol Waterloopbos 2016-2026. Persoonlijk vind ik het er niet mooier op worden. Geef mij maar de restanten zoals op onderstaande foto’s…

Valappels voor de Maargieshoeve

Als je veel hoogstamfruitbomen hebt, heb je in de regel ook een grote fruitoogst. In het vorige bericht schreef ik over de appels die naar de voedselbank gaan. Het lukt niet om alle appels te plukken. Vele appels hangen te hoog voor de bijna 4 meter lange stok. Daarnaast vallen er appels naar beneden door het plukken. Die appels zijn dan gelijk gekneusd. Ze kunnen niet lang worden bewaard en zijn dus niet geschikt voor de voedselbank. Een gedeelte van die valappels gaat naar onze eigen kippen. Super gezond voor ze. Een gedeelte van de appels laten we in meerder rommelhoekjes in de tuin liggen voor de vogels en andere dieren. Een gedeelte wordt gehaald door liefhebbers. Er wordt o.a. appelmoes, appelsap of appelstroop van gemaakt. Dan blijft er nog een grote voorraad valappels over.

Voor die valappels hebben we nu een adres gevonden en wel de Maargies Hoeve. De Maargies Hoeve is een melkveebedrijf, zorgboerderij, theeschenkerij, boerderijwinkel en kooklokaal gelegen in Kallenkote, in de kop van Overijssel. 

Nadat ik de appels had afgeleverd bij de theeschenkerij parkeerde ik de auto een eindje verderop. Vanaf die parkeerplaats volgde ik het gezellige paadje naar het hart van de Maargies Hoeve. Ik had mijn camera meegenomen en wilde daar graag een fotoserie maken. Uiteraard ging ik geen cliënten fotograferen. Dat is een kwetsbare groep die zelf niet reëel toestemming kunnen geven om op de foto te komen.

Er hangt een gemoedelijke en gezellige sfeer. Er kwamen gelijk cliënten een praatje met mij maken. Daarbij vond ik het leuk om een praatje met hen te maken. Mijn vragen over hun activiteiten op de Maargies Hoeve beantwoordden ze met trots. Ik denk dat ik daar wel zou kunnen werken…

Nadat ik een rondgang langs de tuin had gemaakt kwam ik deze luilakken tegen. Ik vermoed dat deze twee de afnemers worden van onze valappels.

Het grootste gedeelte van de ‘Kalverstraat’ was bezet met… kalveren.

Wordt vervolgd.

Een brandweerauto van dahlia’s

Op een stralende zondagmiddag maakten mijn man en ik een fietstocht. Vanuit onze kerkelijke gemeente mochten we namelijk bloemen brengen bij een mevrouw in Vledder. De bloemen had ik haar na kerktijd al overhandigd, want die waren lastig mee te nemen op de fiets.

De fietstocht ging over landgoed De Eese, door Eesveen en Frederiksoord. Een dag eerder was er in Frederiksoord een optocht geweest vanwege Corso Frederiksoord. Op zondag kon je per fiets langs de mozaïekroute. Het was er dan ook gezellig druk in Frederiksoord en in de omliggende dorpjes.

Ook stonden er her en der nog praalwagens opgesteld. Het was ondoenlijk om bij ieder mozaïek of praalwagen stil te blijven staan voor een foto, maar deze brandweerauto moest wel even op de foto.

Een eindje verder troffen we een enorme vis bij zeemuseum Miramar.

Na het gezellig bezoek in Vledder fietsten we via een andere route weer naar huis. Tussen de buurtschappen Wapse en Wapserveen liepen koeien in de wei met daartussen een tweetal ooievaars. Zo te zien zijn ze elkaars aanwezigheid gewend.

De Schaatser

Jazeker, ik ga het in de zomer hebben over een schaatser of beter gezegd… ‘dé schaatser’. Een paar weken geleden reed ik vanaf het bezoekerscentrum in Sint Jansklooster weer richting huis. Ik zag een groepje fietsers fotograferen bij een monument. Ik parkeerde mijn auto in de buurt van het monument en wel bij een fietstunnel.

Ik zag dat er afbeeldingen op de wanden van de tunnel stonden. Ik besloot om eerst de fietstunnel te gaan bekijken. Bij de derde foto heb je zicht op het monument.

Omdat ik weet dat de tweevoudige winnaar van de Elfstedentocht Evert van Benthem in Sint Jansklooster woonde had ik al snel door dat dit kunstwerk ter ere van hem is. Onder de woorden ‘de schaatser’ is het Elfstedenkruisje ingegraveerd.

Het kunstwerk is gemaakt van kleine schaatsjes, de zogenaamde Friese doorlopers. Albert Weijs, woonachtig in Sint Jansklooster maakte dit kunstwerk.

Evert van Benthem (Sint Jansklooster, 21 november 1958) is een Nederlands schaatser die twee jaar achter elkaar (1985 en 1986) de Elfstedentocht won. Tegenwoordig woont hij in Canada.

Evert van Benthem is opgegroeid in Ens. Als boer in de Leeuwte (tussen Sint Jansklooster en Vollenhove) krijgt hij landelijke bekendheid als hij op 21 februari 1985 de 13de Elfstedentocht wint. Samen met de marathonrijders Jan Kooiman, Jos Niesten en Henri Ruitenberg nadert hij als eerste de finish. In de eindsprint behaalt Van Benthem uiteindelijk met enkele meters een nipte overwinning. Pas na de finish kwam hij tot de ontdekking dat er een stuk uit het ijzer van zijn schaats was afgebroken. Deze schaats is later in het Eerste Friese Schaatsmuseum tentoongesteld.

Wanneer de tocht het jaar daarop, op 26 februari 1986 wederom gehouden wordt, rijden Rein Jonker en Robert Kamperman in de frontlinie met Van Benthem mee. Van Benthem blijft echter aan kop, en staat die positie niet meer af. Hij blijkt wederom de sterkste en wint de rit met een tijd van 6.55.17 uur.

De volgende Elfstedentocht is in 1997 als Van Benthem inmiddels is gestopt als wedstrijdschaatser. Hij rijdt deze tocht als tourrijder en maakte er een ereronde van. In sommige steden is het onthaal zo geweldig dat hij zelfs nog eens terugschaatst. Tijdens deze koers neemt hij een pauze om de finale van de wedstrijdrijders te bekijken op TV en ziet hij zijn jongere broer Henk vierde worden. Bron is deze site.

Op de site van NOS staat het volgende geschreven… Het beeld heet ‘De Schaatser’, en de schaatser in kwestie weet wel waarom. “Als ze het hier in het dorp over mij hadden, en volgens mij gebeurde dat nogal eens, dan hadden het ze het nooit over Evert van Benthem, maar altijd over ‘de schaatser’.

Via deze link kun je een filmpje zien op de site van De Stentor met de onthulling van het kunstwerk.

Schokland, de Misthoorn en de Lichtwachterswoning

Vandaag neem ik jullie voor de vierde en laatste keer naar het voormalige eiland Schokland. Al struinend langs de palenrijen naderden we het huisje ´De Misthoorn´.

In dit gebouw werd de misthoorn bediend. Eeuwenlang waarschuwde men bij mist de schepen vanaf de wal met een schelp. Later vuurde men kanonnen af om bij mist de schepen te waarschuwen voor de naderende kust. Ook werden er op vuurtorens explosieven tot ontbranding
gebracht. Later deed de mistbel zijn intrede. In dit gebouw stond een zware petroleummotor die een compressor aandreef, die de lucht naar twee ketels perste. Bij mist liet men de perslucht ontsnappen naar een hoorn op het dak. Volgens overlevering leek het geluid op een loeiende koe. Bron is deze site.

Nadat Schokland op gezag van de overheid in 1859 ontruimd moest worden, bleven er een paar mensen op het eiland achter om zorg te dragen voor de haven en voor de vuurtorens. De overheid was van plan ook deze zorg te laten vervallen, maar door een initiatief van de schipper en handelaar Willem Jan Schuttevaer (1798 – 1881) , oprichter van de Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer werd in 1901 in ‘Emmeloord’ op het noordelijk deel van het eiland een woning voor de lichtwachter gebouwd. De lichtwachterswoning werd een fraai en solide woning en het mocht wat kosten. De woning staat op maar liefst 67 heipalen van 8 meter lengte. In 1996 is het pand inwendig opnieuw gewijzigd en sindsdien functioneert het als vergaderruimte. Bron is deze site.

Naast De Lichtwachterswoning staat een kunstwerk. Dit kunstwerk van de Amsterdamse kunstenaressen Annet Bult en Marianne Meinema toont de contouren van de dodenakker. De markering staat in een schelpenpad. “Als de zon schijnt, zowel uit het oosten als het westen, reflecteren de namen in het zilver van het schelpenpad”‘, aldus de kunstenares Marianne Meinema. “Dan is het als het ware dat de mensen weer op de begraafplaats liggen”.
Bij het graafwerk kwamen de kunstenaressen af en toe nog stukjes been tegen. Zij werkten dan ook precies op de plaats waar in het verleden de begraafplaats lag. Lees er alles over op deze site.

Nog één keer achterom kijken om een laatste foto te nemen en met deze foto sluit ik de serie over Schokland af.

Schokland, terp Emmeloord

Na de koffie met citroentaart stapten we in de auto om naar het noordelijke deel van het voormalig eiland Schokland te rijden. We parkeerden de auto en begonnen aan onze wandeling. We waren de enige bezoekers.

Naar het noorden toe zag de lucht er dreigend uit, maar in het zuiden zag de lucht er vriendelijk uit. Een van de dames heeft zich heerlijk uitgeleefd op dit monument.

In de Gouden Eeuw was Schokland een welvarend eiland. In de periode na de Gouden Eeuw kwam er een einde aan die welvaart. De bodem van Schokland bestond uit slappe veengrond. Door stormen en hoogwater werden vele stukken grond weggeslagen. In 2 eeuwen tijd werd het eiland 2 keer zo klein.

Om het wegslaan van de grond te voorkomen werd het eiland gedeeltelijk beschermd door een palenscherm. Die bescherming was niet afdoende en de overheid moest iedere keer weer opnieuw investeren in het beschermen van dit eiland. De overheid zag dat toen als ‘Dweilen met de kraan open’.

In die jaren had men nog een groot probleem en dat was de aanwezigheid van de paalworm. De paalworm vrat zich in het hout en maakte het hout bros. Men zag dit niet van buitenaf, maar men zag pas de gevolgen als het hout werd weggeslagen tijdens storm en hoogtij.

In februari 1825 had men te maken met een storm met orkaankracht en springtij. Het hele eiland stond onder water. Mensen zochten hun inkomen op zolders en daken van huizen. Er zijn toen 13 mensen, waaronder 8 kinderen omgekomen.

De ravage was enorm, toch bleven de mensen op het eiland en bouwden ze hun bestaan weer op. De mensen hadden een sterke binding met de Zuiderzee. ‘De zee geeft, de zee neemt’.

Zicht op de Misthoorn en de woning van de Lichtwachter. In de volgende serie kom ik daar op terug.

We wandelen verder richting de nieuwe palenrij.

Verscholen in het riet vlakbij de palenrij zat een vogeltje te roepen. Even later kwam het vogeltje tevoorschijn met in de snavel een lekker hapje. Het was een kleine karekiet.

In juni is er een miniserie op tv geweest waarin Huub Stapel onderzoekt welke invloed het afsluiten van de Zuiderzee heeft gehad op bedrijven, de natuur en op de bewoners van de kustplaatsen. Hij gaat op zoek naar families die hun leven ineens een andere richting moesten geven. Het voormalige eiland Schokland wordt voornamelijk in de eerste aflevering belicht. Klik hier om de aflevering, Ons Zeetje te bekijken. (Onderstaande foto is een PrintScreen.)

Wordt vervolgd.

Schokland, de Zuidpunt

We wandelen verder op Schokland. Op de zuidpunt liggen fundamenten van een Middeleeuwse kerk. De kerk was tot 1717 in gebruik en raakte daarna in verval Het gebouw werd uiteindelijk rond 1820 afgebroken. De vuurtorenwachter woonde in een huisje gebouwd op de resten van de voormalige kerk.

Het fundament van de vuurtoren, die van 1825 to 1856 dienst deed, ligt vlak naast de kerkruïne.

Vanaf het verste punt wandelden we weer terug naar het noorden. Onderweg hadden we mooi uitzicht over de graanvelden en de mooie wolkenluchten. O.a. klaproosjes en korenbloemen gaven kleur aan het geheel. Onderweg werd er door de dames druk gefotografeerd, maar ook veel gepraat.

Eenmaal terug bij het bezoekerscentrum hebben we ons laten informeren over het noordelijke deel van het voormalig eiland. Het was te ver om die afstand te voet te overbruggen. De receptioniste vertelde ons we daar met de auto konden komen. Dat was ‘over de zeebodem’…

Maar voordat we verder gingen namen we eerst een kopje koffie en een punt overheerlijke citroentaart. Vanaf het terras hadden we uitzicht op de kerk waar eerder die middag een huwelijk was voltrokken. De kerk is onderdeel van het museum. Omdat het half vijf was geweest was het museum gesloten. Dat bezoek is voor een volgende keer.

Wordt vervolgd.