Met z’n allen

Kerstfeest 2022 is weer voorbij. Kerstfeest was voor de christelijke muziekvereniging De Bazuin en dus ook voor mij een drukke periode. Op vrijdagavond gingen we in kleine groepjes kerstliederen spelen ‘langs de streek’. Op kerstavond en op eerste kerstdag begeleidden we de kerkdienst in de Grote kerk in Blokzijl. Die diensten kun je hier en hier terugzien. Ik zit op de buitenste rij aan de linkerkant. Het samen musiceren was mooi en waardevol om te doen.

Op eerste kerstdag zaten we met de gezinnen van drie zussen aan een Amerikaans buffet. Met drie generaties en bijna compleet waren we met 17 personen. Het was goed en gezellig. Op tweede kerstdag kwamen onze kinderen langs en zaten we een aantal uren gezellig bij te praten bij de houtkachel. Op die dag maakte ik ook een fotoserie van huismussen die met z’n allen aan het diner zaten bij de vetbollen….

Ik ben deze week nog een aantal extra dagen vrij en kan zo wat extra klussen doen en dus weer de nodige lichaamsbeweging krijgen…

Kerstfeest

Ieder jaar is er in Steenwijk een kerstwandeling. Dit jaar was de wandeling op 17 december. Ook onze kerk had de deuren opgesteld. Vanwege de kerstwandeling werd voor ieder kerkraam een decoratie gemaakt. Met deze decoraties werd het kerstverhaal uitgebeeld. De decoraties zijn gemaakt door leden van de kerk. Families en interessegroepen gingen met elkaar aan de slag. Prachtig om te zien hoeveel creativiteit er is binnen de gemeente. Hieronder heb ik foto’s van een aantal raamdecoraties geplaatst.

Ook onze interessegroep, fotografie deed mee. Het thema wat wij mochten uitbeelden was: ‘De herders in de stal’ uit Lucas 2 vers 16. We kozen voor een compilatie van foto’s gemaakt door de leden van de groep. Daarbij hebben we ons niet beperkt tot de herders in de stal, maar hebben we het breder getrokken. Bovenaan is het nacht. In het midden zijn de herders en de schapen in het veld. Onderaan zijn we in de stal, waar kindje Jezus in de kribbe ligt.

Voor mijn bijdrage ben ik naar het huis met stal van mijn nichtje gereden. Ik zou daar wellicht de ‘ingrediënten’ vinden voor mijn bijdrage. De pop van de kinderen wikkelden we in een jutezak. Mijn achternichtje wandelde eerst even met ‘kindje Jezus’ door de woonkamer.

Vervolgens gingen we met z’n drieën naar de stal. Op het moment van fotograferen stonden er geen schapen in de stal, die foto’s heb ik dus uit het archief gehaald. Met Photoshop heb ik een herder in de stal geplaatst. We vonden in de stal een lege kribbe en stro. Daarvan maakten we een bedje voor de baby. Mijn nichtje beeldde Maria uit. Uiteraard kwam mijn achternichtje ook kijken bij ‘kindje Jezus en moeder Maria’.

Allen, gezegende kerstdagen gewenst. ❤️

40 jaar verpleegkundige

Op 1 september 1982 startte ik met de inservice-opleiding in het Sophia ziekenhuis in Zwolle. Na de vooropleiding van drie maanden kwam ik als leerling-verpleegkundige in dienst van het ziekenhuis. Op onderstaande foto heb ik voor het eerst het uniform aan. Na de opleiding die 3½ jaar duurde ben ik blijven werken in het Sophia ziekenhuis. In oktober 2001 maakte ik de overstap naar ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen. En daar werk ik nog steeds met veel plezier. Op 1 december vier ik dat ik 40 jaar verpleegkundige ben. De zorg draag ik een warm ❤️ toe. Ik vind het nog steeds een prachtig beroep.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (5)

Vandaag neem ik jullie voor de vijfde en laatste keer mee naar de excursie in de Kooi van Pen. Onze groep was in de boot gestapt en had al een prachtige tocht gemaakt door het mooie landschap. We voeren langs de poort, de poort met daarop het bordje met het Jachtrecht van J H Pen.

Een eindje verder doemde een huisje op. Door het windstille weer werd het mooi weerspiegeld in het water. Dit huisje is het Kooihuis. Dit is tevens de plek waar alle materialen worden opgeslagen.

De groep onder begeleiding van de kooiker en zijn kooikerhondje arriveerden ook bij het Kooihuis. Het kooikerhondje had zijn werk goed gedaan en werd beloond met een bot.

Aan de achterkant van het Kooihuis keek ik samen met gezins- en familieleden uit over de vijver met de tamme eenden.

Bij het Kooihuis werden we hartelijk ontvangen door andere vrijwilligers dan die van de excursie. We konden kiezen tussen warme chocolademelk met slagroom of een ´Penneutje´. Voor de jongeren was er gelegenheid om marshmallows te warmen bij het vuurtje. Kortom het was een gezellig samenzijn.

Ik praatte bij met kapitein, Roelof Muis. Roelof Muis en ik zijn geboren en getogen in buurtschap Wetering. Ik ken hem dus al van kinds-af-aan. Roelof heeft in de Kooi van Pen heel veel werk verzet. Hij was o.a. betrokken bij het uitbaggeren van de plas en de sloten.

En toen was de mooie ochtend voorbij en werd het tijd om terug te keren naar de auto’s. De mensen konden kiezen of ze met de boot teruggingen of te voet. Om mensen die slechter ter been zijn de gelegenheid te geven om met de boot terug te gaan gingen wij weer wandelend terug.

Vrijwilligers van de Kooi van Pen, heel veel dank voor deze prachtige excursie.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (4)

Vandaag wandelen we verder in de eendenkooi, de Kooi van Pen.

We kwamen uit bij een aanlegsteiger. De boot kwam net aanvaren. Op deze plaats vond de wisseling van de groepen plaats. De ene groep stapte uit de boot en ging te voet verder. Wij stapten in de boot en vervolgden de excursie vanaf het water.

Tijdens de wisseling van de wacht had de kooiker een moment van rust. Daarbij werd de pijp aangestoken.

Op de boot zat ik op het voorste bankje. Zo had ik ruim zicht. Erika, staand op de voorplecht, was vanaf dat moment onze gids.

In de Kooi van Pen komen otters voor. Deze kooi was de eerste plek in Nederland waar in 2002 waar de eerste drie otters, voorzien van zenders, zijn uitgezet. Tijdens de jarenlange herintroductieprogramma werd er in de eendenkooi vele plassen en vaarten uitgebaggerd. Verder werd er door gewijzigde waterinlaat de kwaliteit van het water optimaal. De otter is onder water een oogjager en helder water is noodzakelijk om een vis te achtervolgen. Na de eerste uitgezette otters in de Kooi van Pen volgden er meer uitzettingen van visotters vanuit het buitenland (31 in totaal) in andere gebieden in Nederland. Nu 19 jaar later leven er in Nederland ca 450 otters en hiermee is de status van levensvatbare populatie bereikt.

Zoals ik al eerder heb geschreven wordt deze eendenkooi onderhouden door een grote groep vrijwilligers. Het doel is om de eendenkooi als cultureel erfgoed te onderhouden. Daarnaast wil men door goed landschapsbeheer de biodiversiteit terugbrengen in dit gebied. Het gebied waar de grote vuurvlinder zich thuisvoelt.

Hieronder volgt een stukje geschiedenis over de Kooi van Pen. In dat verhaal wordt ook duidelijk hoe de groep vrijwilligers tot stand is gekomen.

De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen werd opgevolgd door zijn zoon Harm-Jans Pen en later door kleinzoon Jan Pen. In Tweede Wereldoorlog is de Kooi van Pen verkocht aan het rijk in het kader van de grootschalige inpoldering die gepland stond voor heel Noordwest Overijssel. In die tijd werd kooiker Jan Pen geholpen door Joost ter Meer, die later als kooiker de eendenkooi pachtte van Staatsbosbeheer. Joost ter Meer was een oom van mij. Dat was de reden dat ik als kind tijdens excursies voor familie en vrienden al in de eendenkooi kwam.

Joost ter Meer werd opgevolgd door Wim ten Klooster. Wim was in dienst van Staatsbosbeheer en pachtte de eendenkooi. Hij combineerde het werk bij Staatsbosbeheer met het werk binnen de eendenkooi. Vanwege andere prioriteiten binnen Staatsbosbeheer moest hij zijn werk als kooiker stoppen en kon alleen hobbymatig zijn werk blijven doen in de eendenkooi. In 2008 is Wim ten Klooster als officieel kooiker en pachter van de eendenkooi gestopt. In die tijd waren er nog maar weinig vangsten in de overgebleven 7 vangpijpen. Voor 1 persoon waren de 5 kooiplassen met 18 vangpijpen niet meer te onderhouden als hobby. 

In 2004 is er een vrijwilligersgroep gevormd om de eendenkooi te behouden als cultuurhistorisch monument.  Onder leiding van de kooiker Wim ten Klooster werden de vrijwilligers van 2004 t/m 2007 opgeleid voor het onderhoudswerk in de eendenkooi.
Na het stoppen van de kooiker werkten de vrijwilligers zelfstandig aan de onderhoudswerkzaamheden met ondersteuning van Staatsbosbeheer. De vrijwilligersgroep is sinds 2010 als officiële vrijwilligersgroep van Staatsbosbeheer, de terreineigenaar van de Kooi van Pen.  In overleg met Staatsbosbeheer worden de werkzaamheden afgestemd die in de eendenkooi moeten plaatsvinden. 

Door het steeds groter worden van de groep vrijwilligers is het noodzakelijk geworden de werkzaamheden groepsgewijs uit te voeren en dit vroeg om meer aansturing en professionalisering. Een gevolg hiervan is dat in 2015 de ‘Stichting Vrijwilligersgroep Kooi van Pen’ is opgericht.  Bron is deze site.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (2)

Vandaag gaan we verder met de serie over de eendenkooi. Joke, een van de volgers, schreef in een reactie in deel 1: ‘Ben heel nieuwsgierig want 100% snap ik dat niet’. In de volgende delen over de eendenkooi hoop ik duidelijk te maken wat de functie van een eendenkooi is en hoe het vangen van wilde eenden in zijn werk gaat.

Om het een en ander beeldend uit te leggen ging ik op zoek op internet. Daar vond ik een plattegrond van een eendenkooi. Hoe een eendenkooi er uitziet is afhankelijk van de streek waar de kooi ligt en het materiaal dat beschikbaar is. In principe zijn de volgende onderdelen op alle eendenkooien aanwezig. Bron is deze site.

  1. De vangpijp, een doodlopende sloot met een overkapping van beugels waarover een net is gespannen. De vangpijp wordt ook wel keel genoemd.
  2. De kooiplas, het centrum van de eendenkooi. 
  3. De sating, langs de rand van de kooiplas een plek waar overdag de eenden rusten en hun verenkleed onderhouden.
  4. De borst.
  5. Het kooibos. Het kooibos omsluit de eendenkooi en zorgt voor rust, broedgelegenheid en producent van het bouwmateriaal voor de eendenkooi.
  6. Het vanghokje. Aan het einde van iedere vangpijp staat het vanghokje waarin de eenden uiteindelijk gevangen worden.
  7. Kennel. Hier verblijven de honden van de kooiker.
  8. Het makhok. Hier worden de jonge eenden mak gemaakt en wennen hier aan kooiker en kooikerhond.
  9. Het kooihuisje, het huisje waar de kooiker zijn voer en materiaal opslaat.
  10. Het boothuis, hier ligt de roeiboot die gebruikt wordt bij het onderhoud van de kooi vanaf het water.
  11. Broedkorven. Nest gelegenheid voor de eenden van de makke stal.
  12. Observatiehut. Zicht op de plas zonder zelf gezien te worden.
  13. Het pomphuisje, vroeger werd het waterpeil op hoogte gehouden door een watermolen, tegenwoordig met een diesel- of electropomp.

Rond 1530 waren eendenkooien en kooikers heel normaal in Nederland. In de eendenkooien werden wilde eenden gevangen voor de consumptie. De eendenkooi was voor een boer toen een gemakkelijke en leuke manier om iets bij te verdienen, omdat eenden toen hoog geprijsd waren. Na de tweede wereldoorlog was er een omslag. Aan het boerenbedrijf werd veel meer verdiend dan aan het eenden vangen. En zo verdwenen er steeds meer eendenkooien.

Totaal zijn er nog ruim 100 eendenkooien in ons land. Er zijn nog maar een paar eendenkooien die ook daadwerkelijk in gebruik zijn. Hoewel tegenwoordig de meeste eenden gevangen worden voor onderzoek zijn er nog steeds eendenkooien die eenden vangen voor consumptie. De consument heeft liever een eend die gevangen is in een eendenkooi dan een eend die geschoten is met een schot hagel. Zie ook dit dit artikel uit 2015. Het gaat echter niet goed met de populatie wilde eenden in ons land. De discussie is dan ook of men wel moet blijven jagen op de wilde eend. Zie dit artikel.

Het jaar 2020 was het jaar van de wilde eend. In de afgelopen paar jaar is er onderzoek gedaan naar de afname van de wilde eend in ons land. In juli 2022 is het rapport met de uitkomsten gepubliceerd. Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving zelfs is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties Wilde Eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de Wilde Eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantal Wilde Eenden verklaren. Bron is deze site.

Na de algemene informatie over eendenkooien en de wilde eenden en de discussie over de jacht op wilde eenden richten we ons nu weer op de Kooi van Pen. Met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen is deze eendenkooi een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. De volgende keer ga ik schetsen hoe het vangen van de wilde eenden in zijn werk gaat.

Wordt vervolgd.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (1)

Eind oktober hadden we een excursie naar een eendenkooi en wel naar de Kooi van Pen. Deze eendenkooi ligt in buurtschap Wetering in nationaal park Weerribben-Wieden. Eén keer per jaar organiseren de vrijwilligers deze excursie verdeeld over meerdere dagdelen. Op een wat heiige ochtend meldden we ons bij de vrijwilligers van de eendenkooi. De groep werd in tweeën gesplitst. De ene helft ging met de boot en de andere helft ging lopend. Halverwege de excursie zou dat worden omgewisseld.

De eendenkooi is met 35 hectare een van de grootste in Europa De eendenkooi is normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek. Een ringvaart rondom de kooi en een bruggetje wat normaal gesproken rechtop staat maakt dat nieuwsgierige mensen niet in de eendenkooi kunnen komen.

De vrijwilliger met zijn kooikerhondje wees ons de weg. Even daarvoor had hij ons verteld dat we het kooikerhondje niet moesten aanhalen. Kooikerhondjes hechten zich namelijk sterk aan hun baasje en diens familie en zijn gereserveerd tegenover vreemden. Even verderop kwamen we aan bij een schutting. De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen kreeg in 1885 vergunning om de kooi te exploiteren. Het eeuwenoude bordje op de schutting herinnert aan die periode.

Op Google Maps zijn goed de contouren te zien van deze eendenkooi. De plek waar ik onderstaande foto heb genomen heb ik gemarkeerd met een speld. Volgende keer wandelen we verder….

Olijfbomen op Kreta

Vandaag plaats ik het laatste bericht uit de serie van onze vakantie op Kreta. In het najaar sluiten de hotels op Kreta. Werknemers die in het zomerseizoen in de hotels werkzaam gaan vanaf eind oktober in de olijfoogst werken.

Op Kreta bezit bijna iedereen olijfbomen. Op 160.000 hectare land vind je zo’n 30 miljoen bomen ouder dan 7 jaar, verdeeld over zo’n 95.000 families. Het aantal bomen per familie kan variëren tussen een paar duizenden of slechts enkele bomen. Een gecultiveerde olijfboom geeft na 5 tot 8 jaar z’n eerste vruchten af. Hij kan vervolgens tot wel 600 tot 1000 jaar oud worden.

De olijven maken op Kreta het belangrijkste deel uit van de landbouw-economie. Van de 360.000 hectare grond voor landbouw is 160.000 voor olijfproductie. De laatste 50 jaar is de productie van olijven verviervoudigd. De laatste 15 jaar is de kwaliteit steeds beter geworden. Een goed gecultiveerde olijfboom geeft zo’n 20 a 30 kilo aan olijven. De prijs lag in 2020 tussen de € 2,50 en € 3,50 per kilo. Uitgaande van die prijs levert een boom per 2 jaar ongeveer 100 euro op. Al met al kunnen de woorden van Homerus nog steeds gebruikt worden. Deze noemde in 88 voor Christus olijfolie al… ‘het vloeibare goud’.

Een olijfboom heeft niet elk jaar dezelfde productie, de jaren wisselen elkaar af. Het ene jaar kun je olijven oogsten van de boom, het jaar erna vindt er een pauze plaats. Dit zit in het DNA van de boom.

Als de olijven geoogst zijn, worden de bomen gesnoeid. Dit wordt gedaan om de bomen handelbaar te houden. Het is moeilijk plukken als de boom meters hoog is. Het wordt ook gedaan, om ziektes in de boom te voorkomen. Bacteriën en ziektekiemen houden van donkere ruimtes, dus hoe meer licht er is, des te beter is dit voor de olijfproductie. Door het licht neemt de fotosynthese toe. Ook wordt hiermee het calciumgehalte in de boom beïnvloed, als dit dit normaal blijft kan de boom het maximale voor dat jaar produceren. De afgeknipte takken worden verbrand. Omdat er een kans bestaat dat er takken met bacteriën tussen de afgeknipte takken zitten, kunnen de takken niet als mest gebruikt worden.

Op de laatste dag van de vakantie bezochten we een olijfpers. In de enorme hal stonden machines die gebruikt worden bij de verwerking van olijven.

In de hal stonden ook oude machines en foto’s van het productieproces zoals het vroeger ging.

Behalve olijfolie worden er ook andere producten gemaakt van olijven en van het hout van de olijfbomen.

Bovenstaande informatie is afkomstig van deze site. Op die site staan eveneens onderstaand filmpje.

Kattenhotel

Toen het ons niet lukte om het ´verdronken dorp´ Sfentili te bereiken reden we terug naar de bewoonde wereld. We kwamen aan in het dorp Avdou. Het begon zachtjes te regenen. Dat weerhield mij er niet van om een snel rondje met de camera door het dorp te maken.

Onverwachts kwam ik in een grappig tafereeltje terecht…

Het was voedertijd voor de (zwerf)katten in het dorp. Van alle kanten kwamen er katten aanlopen. Onder de veranda was een heus kattenhotel gebouwd. Andere katten kwam tevoorschijn uit hun fijne slaapplekje. Met toestemming heb ik een fotoserie gemaakt. Het ´kattenvrouwtje´ vertelde dat de katten afkomen op het geluid van de vallende kattenbrokken in de schaal.

Het verdronken dorp Sfentili

Toen we eerder in onze vakantie op Kreta onderweg waren naar het Lassithi Plateau zagen we onderweg een heel groot meer. We stopten een paar keer zodat ik er foto’s van kon maken. Een bezoek aan dit meer zette ik op mijn lijstje voor een volgend uitstapje.

En zo gebeurde het dat we op de elfde dag van onze vakantie op weg waren naar het meer. Door de weersomslag eerder in de week bleef het weer tijdens de dagen daarna niet echt mooi. Met name in de bergen was het zwaar bewolkt en viel er van tijd tot tijd een miezerig buitje. Aan rand van dit meer of beter gezegd in het meer ligt het dorpje Sfentili.

Het dorp Sfentili (Sfendili) ligt 39 kilometer van Heraklion op Kreta, niet ver van Chersonissos. Toen de Aposelemis dam gebouwd werd bleek het dorp Sfentili binnen de grenzen van het kunstmatige meer te komen liggen. Er is toen besloten om het dorp te laten “verdrinken”. De dam is gebouwd om te kunnen voorzien in de watervoorziening en irrigatie in het noorden van Oost-Kreta (een gebied van Heraklion tot Agios Nikolaos).

De bewoners van het dorp hebben het dorp moeten verlaten en zouden worden gecompenseerd door de staat. De bewoners beweren echter dat de staat had moeten zorgen voor de verplaatsing van het dorp naar een ander gebied, wat echter niet is gebeurd. Om deze reden weigeren de ‘koppige’ bewoners de plaats te verlaten waar ze zijn geboren en getogen…

We reden om het meer heen en daalden af richting het verdronken dorp. Het lukt helaas niet om het dorp te bereiken. Een grote plas en een glibberige onverharde weg weerhield ons ervan om verder te rijden. Terwijl mijn man de auto keerde maakte ik een foto van het uitzicht en van een foeragerende blauwe reiger. Terwijl ik daar stond zag ik daar ook de grauwe klauwier, een mannetje en een vrouwtje. Ze zaten te ver weg om er mooie foto’s van te krijgen. Ik vond het wel een leuke waarneming. De grauwe klauwier heb ik al meerdere keren gefotografeerd in de zomer in Dwingelderveld.

Terwijl het waterpeil van de dam op en neer gaat, verdwijnt en verschijnt Sfentili, waardoor het dorp tegenwoordig een toeristische attractie is. Sinds 2015 is het dorp over het algemeen goed zichtbaar. Op internet vond ik een mooie compilatie van het ‘verdronken dorp’. Dit filmpje heb ik pas gevonden toen we weer thuis waren. Toen ik deze beelden zag vond ik het extra jammer dat we niet bij het ‘verdronken dorp’ konden komen.

Bron is deze site.