De kerktoren van Eagum

Een paar weken geleden was ik te gast bij mijn fotomaatje, Jan in Fryslân. We besloten om een ritje te maken langs enkele oude Friese kerken en torens. Ik had de avond daarvoor wat voorwerk gedaan en een aantal kerken/torens opgezocht op internet. En zo koersten we na de koffie als eerste naar de kerktoren in Eagum. Het zal door de witte kleur komen dat het torentje zo in het oog springt. Het is een baken in het vlakke Friese landschap. Waarom er alleen nog een toren staat en geen kerk heeft Jan op zijn weblog beschreven. Klik hier voor de geschiedenis van deze toren.

Jan en ik wandelden over het kleine kerkhof. Op Google Maps is goed te zien hoe klein deze begraafplaats is. Er zijn nog hele oude grafstenen waarbij de tekst nog amper is te lezen. Verder was er een grafsteen die bijna tot kunst is verheven. De steen met de tekst ‘Ta oantinken…myn leave frou…’ (In herinnering… mijn lieve vrouw…)

Ruim 50 jaar geleden heeft het Bittergenootschap Frisia van de Groninger studentenvereniging Vindicat bedacht dat de kerktoren van Eagum in het midden van de wereld staat. En voor wie het niet gelooft… “Eagum leit midden yn e wrâld. Sân tredden van e toer dêr is it middelpunt. Dy`t net leauwe wol kin it neitrêdzje.” (Eagum ligt in midden in de wereld. Zeven stappen vanaf de toren is het middelpunt. Wie het niet gelooft kan het narekenen.)

Met een gedenksteen, direct naast de toren, en een herinneringstegeltje wordt die plek gemarkeerd. Dat deze plek en de Groninger studenten een speciale band hadden bleek wel uit het feit dat elk jaar, tijdens de introductieweken, deze plek door de studenten werd bezocht. Op de tegel staat: 7 hoanestep fen en toer 7 – 10 – 1972 (7 hanenstappen van de toren…). Onlangs heeft de Vereniging hier bij de toren haar 185-jarig bestaan gevierd. De plaquette op de laatste foto herinnert daaraan.

Nadat we een rondje over het kerkhof hadden gemaakt wandelden we nog wat verder door deze kleine buurtschap. Buiten Eagum zette ik de auto nog even in de berm. Daar hadden we zicht op een klein stukje skyline van Leeuwarden. Op de foto is o.a. de Achmeatoren te zien. Nog een laatste blik op de toren zonder kerk van Eagum en toen vervolgen we onze weg…

Ecokathedraal

Een paar weken geleden was ik op stap met mijn fotomaatje, Jan. We kozen voor de Ecokathedraal in Mildam. Toen we daar met de auto aankwamen bleek ‘de parkeerplek van Jan’ bezet te zijn. Er is daar geen officiële parkeerplaats, men wordt geacht een eind verderop te parkeren. Voor iemand die niet goed ter been is zoals Jan is het niet te doen om eerst een halve kilometer te moeten lopen voordat hij aan de wandeling in de Ecokathedraal kan beginnen. Gelukkig had hij deze keer een privéchauffeur mee en was het nu geen probleem. Bij de Ecokathedraal is Jan uitgestapt en ben ik verder gereden naar de parkeerplaats. Vanaf daar heb ik in een rap tempo de halve kilometer afgelegd.

Toen ik weer bij de Ecokathedraal aankwam trof ik daar een paar vrolijke mannen aan. Deze man is een van de vrijwilligers in de Ecokathedraal. Hij was hout aan het sprokkelen. Om die reden had hij de auto geparkeerd op het enige illegale parkeerplekje. Jan heeft meteen de parkeerkwestie met hem besproken en heeft gevraagd of er een invalideparkeerplaats kan komen. De man vond het een goed idee en zou de vraag meenemen naar de groep vrijwilligers.

We namen afscheid van de man en wandelden de Ecokathedraal in. De bouwsels in het voorhof van de Ecokathedraal had ik nog niet met eigen ogen gezien. Ondanks dat er mooi zonnig weer was voorspeld kwam daar helaas niets van terecht. We moesten het doen met een grijze dag.

Behalve het ontbreken van zonnig weer bleek ook dat de echte herfstkleuren nog niet aanwezig waren. We hebben ons echter prima vermaakt. Gelukkig zorgde Jan met zijn rode vest voor de nodige kleur. 🙂

Eendenkooi, de Kooi van Pen (4)

Vandaag wandelen we verder in de eendenkooi, de Kooi van Pen.

We kwamen uit bij een aanlegsteiger. De boot kwam net aanvaren. Op deze plaats vond de wisseling van de groepen plaats. De ene groep stapte uit de boot en ging te voet verder. Wij stapten in de boot en vervolgden de excursie vanaf het water.

Tijdens de wisseling van de wacht had de kooiker een moment van rust. Daarbij werd de pijp aangestoken.

Op de boot zat ik op het voorste bankje. Zo had ik ruim zicht. Erika, staand op de voorplecht, was vanaf dat moment onze gids.

In de Kooi van Pen komen otters voor. Deze kooi was de eerste plek in Nederland waar in 2002 waar de eerste drie otters, voorzien van zenders, zijn uitgezet. Tijdens de jarenlange herintroductieprogramma werd er in de eendenkooi vele plassen en vaarten uitgebaggerd. Verder werd er door gewijzigde waterinlaat de kwaliteit van het water optimaal. De otter is onder water een oogjager en helder water is noodzakelijk om een vis te achtervolgen. Na de eerste uitgezette otters in de Kooi van Pen volgden er meer uitzettingen van visotters vanuit het buitenland (31 in totaal) in andere gebieden in Nederland. Nu 19 jaar later leven er in Nederland ca 450 otters en hiermee is de status van levensvatbare populatie bereikt.

Zoals ik al eerder heb geschreven wordt deze eendenkooi onderhouden door een grote groep vrijwilligers. Het doel is om de eendenkooi als cultureel erfgoed te onderhouden. Daarnaast wil men door goed landschapsbeheer de biodiversiteit terugbrengen in dit gebied. Het gebied waar de grote vuurvlinder zich thuisvoelt.

Hieronder volgt een stukje geschiedenis over de Kooi van Pen. In dat verhaal wordt ook duidelijk hoe de groep vrijwilligers tot stand is gekomen.

De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen werd opgevolgd door zijn zoon Harm-Jans Pen en later door kleinzoon Jan Pen. In Tweede Wereldoorlog is de Kooi van Pen verkocht aan het rijk in het kader van de grootschalige inpoldering die gepland stond voor heel Noordwest Overijssel. In die tijd werd kooiker Jan Pen geholpen door Joost ter Meer, die later als kooiker de eendenkooi pachtte van Staatsbosbeheer. Joost ter Meer was een oom van mij. Dat was de reden dat ik als kind tijdens excursies voor familie en vrienden al in de eendenkooi kwam.

Joost ter Meer werd opgevolgd door Wim ten Klooster. Wim was in dienst van Staatsbosbeheer en pachtte de eendenkooi. Hij combineerde het werk bij Staatsbosbeheer met het werk binnen de eendenkooi. Vanwege andere prioriteiten binnen Staatsbosbeheer moest hij zijn werk als kooiker stoppen en kon alleen hobbymatig zijn werk blijven doen in de eendenkooi. In 2008 is Wim ten Klooster als officieel kooiker en pachter van de eendenkooi gestopt. In die tijd waren er nog maar weinig vangsten in de overgebleven 7 vangpijpen. Voor 1 persoon waren de 5 kooiplassen met 18 vangpijpen niet meer te onderhouden als hobby. 

In 2004 is er een vrijwilligersgroep gevormd om de eendenkooi te behouden als cultuurhistorisch monument.  Onder leiding van de kooiker Wim ten Klooster werden de vrijwilligers van 2004 t/m 2007 opgeleid voor het onderhoudswerk in de eendenkooi.
Na het stoppen van de kooiker werkten de vrijwilligers zelfstandig aan de onderhoudswerkzaamheden met ondersteuning van Staatsbosbeheer. De vrijwilligersgroep is sinds 2010 als officiële vrijwilligersgroep van Staatsbosbeheer, de terreineigenaar van de Kooi van Pen.  In overleg met Staatsbosbeheer worden de werkzaamheden afgestemd die in de eendenkooi moeten plaatsvinden. 

Door het steeds groter worden van de groep vrijwilligers is het noodzakelijk geworden de werkzaamheden groepsgewijs uit te voeren en dit vroeg om meer aansturing en professionalisering. Een gevolg hiervan is dat in 2015 de ‘Stichting Vrijwilligersgroep Kooi van Pen’ is opgericht.  Bron is deze site.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (2)

Vandaag gaan we verder met de serie over de eendenkooi. Joke, een van de volgers, schreef in een reactie in deel 1: ‘Ben heel nieuwsgierig want 100% snap ik dat niet’. In de volgende delen over de eendenkooi hoop ik duidelijk te maken wat de functie van een eendenkooi is en hoe het vangen van wilde eenden in zijn werk gaat.

Om het een en ander beeldend uit te leggen ging ik op zoek op internet. Daar vond ik een plattegrond van een eendenkooi. Hoe een eendenkooi er uitziet is afhankelijk van de streek waar de kooi ligt en het materiaal dat beschikbaar is. In principe zijn de volgende onderdelen op alle eendenkooien aanwezig. Bron is deze site.

  1. De vangpijp, een doodlopende sloot met een overkapping van beugels waarover een net is gespannen. De vangpijp wordt ook wel keel genoemd.
  2. De kooiplas, het centrum van de eendenkooi. 
  3. De sating, langs de rand van de kooiplas een plek waar overdag de eenden rusten en hun verenkleed onderhouden.
  4. De borst.
  5. Het kooibos. Het kooibos omsluit de eendenkooi en zorgt voor rust, broedgelegenheid en producent van het bouwmateriaal voor de eendenkooi.
  6. Het vanghokje. Aan het einde van iedere vangpijp staat het vanghokje waarin de eenden uiteindelijk gevangen worden.
  7. Kennel. Hier verblijven de honden van de kooiker.
  8. Het makhok. Hier worden de jonge eenden mak gemaakt en wennen hier aan kooiker en kooikerhond.
  9. Het kooihuisje, het huisje waar de kooiker zijn voer en materiaal opslaat.
  10. Het boothuis, hier ligt de roeiboot die gebruikt wordt bij het onderhoud van de kooi vanaf het water.
  11. Broedkorven. Nest gelegenheid voor de eenden van de makke stal.
  12. Observatiehut. Zicht op de plas zonder zelf gezien te worden.
  13. Het pomphuisje, vroeger werd het waterpeil op hoogte gehouden door een watermolen, tegenwoordig met een diesel- of electropomp.

Rond 1530 waren eendenkooien en kooikers heel normaal in Nederland. In de eendenkooien werden wilde eenden gevangen voor de consumptie. De eendenkooi was voor een boer toen een gemakkelijke en leuke manier om iets bij te verdienen, omdat eenden toen hoog geprijsd waren. Na de tweede wereldoorlog was er een omslag. Aan het boerenbedrijf werd veel meer verdiend dan aan het eenden vangen. En zo verdwenen er steeds meer eendenkooien.

Totaal zijn er nog ruim 100 eendenkooien in ons land. Er zijn nog maar een paar eendenkooien die ook daadwerkelijk in gebruik zijn. Hoewel tegenwoordig de meeste eenden gevangen worden voor onderzoek zijn er nog steeds eendenkooien die eenden vangen voor consumptie. De consument heeft liever een eend die gevangen is in een eendenkooi dan een eend die geschoten is met een schot hagel. Zie ook dit dit artikel uit 2015. Het gaat echter niet goed met de populatie wilde eenden in ons land. De discussie is dan ook of men wel moet blijven jagen op de wilde eend. Zie dit artikel.

Het jaar 2020 was het jaar van de wilde eend. In de afgelopen paar jaar is er onderzoek gedaan naar de afname van de wilde eend in ons land. In juli 2022 is het rapport met de uitkomsten gepubliceerd. Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving zelfs is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties Wilde Eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de Wilde Eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantal Wilde Eenden verklaren. Bron is deze site.

Na de algemene informatie over eendenkooien en de wilde eenden en de discussie over de jacht op wilde eenden richten we ons nu weer op de Kooi van Pen. Met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen is deze eendenkooi een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. De volgende keer ga ik schetsen hoe het vangen van de wilde eenden in zijn werk gaat.

Wordt vervolgd.

Eendenkooi, de Kooi van Pen (1)

Eind oktober hadden we een excursie naar een eendenkooi en wel naar de Kooi van Pen. Deze eendenkooi ligt in buurtschap Wetering in nationaal park Weerribben-Wieden. Eén keer per jaar organiseren de vrijwilligers deze excursie verdeeld over meerdere dagdelen. Op een wat heiige ochtend meldden we ons bij de vrijwilligers van de eendenkooi. De groep werd in tweeën gesplitst. De ene helft ging met de boot en de andere helft ging lopend. Halverwege de excursie zou dat worden omgewisseld.

De eendenkooi is met 35 hectare een van de grootste in Europa De eendenkooi is normaal gesproken niet toegankelijk voor publiek. Een ringvaart rondom de kooi en een bruggetje wat normaal gesproken rechtop staat maakt dat nieuwsgierige mensen niet in de eendenkooi kunnen komen.

De vrijwilliger met zijn kooikerhondje wees ons de weg. Even daarvoor had hij ons verteld dat we het kooikerhondje niet moesten aanhalen. Kooikerhondjes hechten zich namelijk sterk aan hun baasje en diens familie en zijn gereserveerd tegenover vreemden. Even verderop kwamen we aan bij een schutting. De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen kreeg in 1885 vergunning om de kooi te exploiteren. Het eeuwenoude bordje op de schutting herinnert aan die periode.

Op Google Maps zijn goed de contouren te zien van deze eendenkooi. De plek waar ik onderstaande foto heb genomen heb ik gemarkeerd met een speld. Volgende keer wandelen we verder….

Olijfbomen op Kreta

Vandaag plaats ik het laatste bericht uit de serie van onze vakantie op Kreta. In het najaar sluiten de hotels op Kreta. Werknemers die in het zomerseizoen in de hotels werkzaam gaan vanaf eind oktober in de olijfoogst werken.

Op Kreta bezit bijna iedereen olijfbomen. Op 160.000 hectare land vind je zo’n 30 miljoen bomen ouder dan 7 jaar, verdeeld over zo’n 95.000 families. Het aantal bomen per familie kan variëren tussen een paar duizenden of slechts enkele bomen. Een gecultiveerde olijfboom geeft na 5 tot 8 jaar z’n eerste vruchten af. Hij kan vervolgens tot wel 600 tot 1000 jaar oud worden.

De olijven maken op Kreta het belangrijkste deel uit van de landbouw-economie. Van de 360.000 hectare grond voor landbouw is 160.000 voor olijfproductie. De laatste 50 jaar is de productie van olijven verviervoudigd. De laatste 15 jaar is de kwaliteit steeds beter geworden. Een goed gecultiveerde olijfboom geeft zo’n 20 a 30 kilo aan olijven. De prijs lag in 2020 tussen de € 2,50 en € 3,50 per kilo. Uitgaande van die prijs levert een boom per 2 jaar ongeveer 100 euro op. Al met al kunnen de woorden van Homerus nog steeds gebruikt worden. Deze noemde in 88 voor Christus olijfolie al… ‘het vloeibare goud’.

Een olijfboom heeft niet elk jaar dezelfde productie, de jaren wisselen elkaar af. Het ene jaar kun je olijven oogsten van de boom, het jaar erna vindt er een pauze plaats. Dit zit in het DNA van de boom.

Als de olijven geoogst zijn, worden de bomen gesnoeid. Dit wordt gedaan om de bomen handelbaar te houden. Het is moeilijk plukken als de boom meters hoog is. Het wordt ook gedaan, om ziektes in de boom te voorkomen. Bacteriën en ziektekiemen houden van donkere ruimtes, dus hoe meer licht er is, des te beter is dit voor de olijfproductie. Door het licht neemt de fotosynthese toe. Ook wordt hiermee het calciumgehalte in de boom beïnvloed, als dit dit normaal blijft kan de boom het maximale voor dat jaar produceren. De afgeknipte takken worden verbrand. Omdat er een kans bestaat dat er takken met bacteriën tussen de afgeknipte takken zitten, kunnen de takken niet als mest gebruikt worden.

Op de laatste dag van de vakantie bezochten we een olijfpers. In de enorme hal stonden machines die gebruikt worden bij de verwerking van olijven.

In de hal stonden ook oude machines en foto’s van het productieproces zoals het vroeger ging.

Behalve olijfolie worden er ook andere producten gemaakt van olijven en van het hout van de olijfbomen.

Bovenstaande informatie is afkomstig van deze site. Op die site staan eveneens onderstaand filmpje.

Maargies Hoeve en het kleinste kerkje

Nadat ik drie zakken met valappels had afgeleverd bij het theehuis op de Maargies Hoeve maakte ik een rondgang over het terrein. Ik keek mijn ogen uit zoveel moois en creativiteit was daar te zien. Dit moet wel een geweldige plek zijn voor de cliënten om hier te mogen werken. Het meest in het oog springend vond ik het kleine kerkje. Dit kerkje moest ik maar even wat dichterbij gaan bekijken.

De Maargies Hoeve ‘claimt’ dat dit het kleinste kerkje van Nederland is. Het kerkje is met hulp van de eigen cliënten. Het kerkje heeft bij de opening in april 2014 de naam ‘Kallenkerkje’ gekregen. Het Kallenkerkje is niet verbonden aan een bepaald geloof: iedereen is er van harte welkom! En weet je wat zo mooi is aan dit kerkje, de deur zat niet op slot!

Het is een sfeervolle plek om tot rust te komen. Het kerkje biedt een podium voor kleine voorstellingen en concertjes. Het interieur is een bezienswaardigheid, ik heb dan ook de ogen uitgekeken. Sinds 2015 mag het kerkje ook officieel dienst doen als trouwlocatie. Heel geschikt voor mensen die hun trouwceremonie klein en intiem willen houden. In het kerkje is ruimte voor ongeveer 30 personen. 

Na de fotosessie in het kerkje wandelde ik verder naar een offertempeltje een eindje verderop. Op weg naar het tempeltje kwam ik langs een aantal treffende spreuken.

Het offertempeltje is gericht op het boeddhisme. Dat kan ook niet missen met het enorme Boeddhabeeld naast het tempeltje. Als volgeling van Christus ben ik niet goed op de hoogte van het boeddhisme, toch kan ik mij wel vinden in de meeste punten die op het bordje staan vermeld…

Tot slot nog een filmpje over het kleinste kerkje op RTV Oost.

Klederdracht en knieperties

Na ons vaartochtje over het Bovenwiede en door de slootjes in Giethoorn kwamen we weer aan bij het vakantiehuis.

Terwijl onze vrienden de nodige spullen bij elkaar zochten genoten wij nog even van het uitzicht rondom het vakantiehuis. Even later wandelden we met z’n vieren naar de parkeerplaats. De mannen waren al lang uit zicht verdwenen. Mijn vriendin en ik vormden de achterhoede.

Op het pad terug passeerden we een paartje eenden. Het mannetje was anders ‘gekleed’ dan de gebruikelijke wilde eend. Op internet zag ik dat dit een parkeend was. Zie deze site van Waarneming.

Het was inmiddels veel drukker geworden op de paden en op het water. Hier en daar was er al een beetje sprake van filevorming. Dat niet iedereen bedreven is in het (normaal) besturen van een huurbootje dat bewijst dit filmpje.

Bij Museum Giethoorn ´t Olde Maat Uus werd er knieperties gebakken. De vrijwilligers waren gekleed in Gieterse klederdracht. De knieperties vonden gretig aftrek.

Melkcarrousel

Vandaag neem ik jullie nog één keer mee naar ons familieweekend. Mijn zwager heeft een agrarisch bedrijf en om die reden is hij geïnteresseerd in andere agrarische bedrijven. Ook als hij op vakantie is dan brengt hij graag een bezoek aan een bedrijf van een collega agrariër. Soms kent hij de eigenaar, maar meestal ook niet. Hij rijdt dan het erf op en als het schikt maakt hij een praatje met de eigenaar of met een medewerker. Terwijl de hele familie nog op één oor lag stapte hij op een ochtend op de fiets en bezocht een groot veeteeltbedrijf in de buurt van onze accommodatie. Hij trof daar de bedrijfsleider die net klaar was met het melken van 550 koeien. De bedrijfsleider stelde mijn zwager voor om ´s middags te komen kijken bij het melken. Toen hij ons later over dat bedrijf vertelde werden mijn neef en ik meteen enthousiast en vroegen of wij dan ook mee mochten. En zo gebeurde het dat we die middag met z’n drieën een bezoek brachten aan deze boerderij…

Op deze boerderij worden de koeien gemolken met een melkcarrousel. In deze carrousel passen 40 koeien.

In de melkstal zag het er brandschoon uit. De koeien worden twee keer per dag gemolken. Voor het melken zijn twee medewerkers nodig. Eén medewerker drijft de koeien op en de tweede verzorgt het melken. Bij dit bedrijf werken ongeveer 12 mensen in ploegendienst. De eerste melkbeurt van de dag is van 2 tot 7 uur en de tweede van 14 tot 19 uur. Na het melken wordt alles grondig gereinigd en keurig achtergelaten voor de volgende melkploeg.

Ik heb uiteraard gevraagd of ik welkom was en of ik wel foto´s mocht maken. Dat was prima. Ze waren gewend om bezoek te krijgen. Op dit bedrijf zijn er wekelijks excursies. De koeien zijn gewend aan vreemde mensen, zo werd mij verteld. De carrousel draait heel langzaam rond. Per keer stapt er één koe in de carrousel. Als er ongeveer vijf nieuwe koeien staan dan masseert de melker de spenen van deze koeien. Dit doet hij met een doekje. Voor iedere koe wordt een schoon doekje gebruikt. Door de spenen te masseren worden de zenuwen van de koe geprikkeld en wordt er oxytocine aangemaakt. Door oxytocine trekken de spieren samen. Hierdoor neemt de druk op de uier toe en laat de koe haar melk schieten. Het ideale moment voor het aansluiten van de melkbekers is 1 tot 1,5 minuut na het masseren. Het is best interessant om eens te lezen hoe vernuftig deze lopende melkfabriek (red. koe) in elkaar zit. Je kunt het lezen op deze site.

Als de koe een speen mist vanwege een doorgemaakte uierontsteking dan wordt een van de vier melkbekers voorzien van een afsluitdop. Dat is om te voorkomen dat er lucht wordt aangezogen.

Een uier bestaat uit vier kwartieren. Ieder kwartier heeft een eigen speen. Als het kwartier leeg is dan valt de melkbeker van die speen. Alle koeien hebben een nummer. Op de computer wordt o.a. bijgehouden hoeveel liter melk een koe geeft. Dit bedrijf werkt overigens ook met CowManager. Dit systeem monitort alle koeien 24/7. Dankzij real-time informatie over vruchtbaarheid, gezondheid, voeding en locatie, weet men precies welke koe wanneer aandacht nodig heeft. In het linker oor draagt de koe een oranjekleurige chip wat connect met een app op de telefoon. Op een bedrijf met zoveel koeien kan men niet met een melkrobot werken. Voor 550 koeien zou men namelijk 12 melkrobots nodig zijn. Het voordeel van het werken met een carrousel ten opzichte van een melkrobot is dat men twee keer per dag alle koeien voorbij ziet komen. Door de vaste melkerstijden is het een afgebakend proces en dat ervaren deze medewerkers als prettig, zo vertelde mij de bedrijfsleider.

De bedrijfsleider zei mij dat ik ook gerust de rest van het bedrijf mocht bekijken. Nadat ik voldoende tijd had doorgebracht in de melkstal wandelde ik naar achteren, naar de andere stallen en naar de kalverboxen. Ik heb een tijdje staan kijken bij de automatische strontveger. Vervolgens wandelde ik naar de stal met koeien die gemolken waren. Een koe liet zich verwennen door de koeborstel. De meeste koeien lagen te rusten en te herkauwen op een bedje van zand.

Bij 550 koeien heb je ook heel veel kalfjes in allerlei leeftijden. Deze schattige koppies mochten een plekje krijgen op mijn weblog.

Van de melkcarrousel heb ik een kort filmpje van gemaakt. Als je vanaf een korte afstand voortdurend naar de carrousel kijkt dan voelt het net alsof je zelf draait. Mijn evenwichtsorgaan raakte daarvan in de war en ik werd daar wat duizelig en een beetje misselijk van. Toen ik dat vertelde aan de melker bevestigde hij dat fenomeen. Hij vertelde dat alle nieuwe melkers daar de eerste tijd last van hebben.

Scholekster in de haven

Na onze wandeling bij Lauwersnest kregen we ruim na lunchtijd zo langzamerhand toch wel trek. We besloten om een visje te gaan halen in de vissershaven van Lauwersoog. We reden daarvoor naar de noordkant van de haven. We parkeerden de auto en wandelden naar de restaurants.

Terwijl we daar liepen landde er een scholekster in het ondiepe water. Zo te zien had de scholekster ook zin in een lekker hapje uit de zee.

Van het foerageren maakte ik onderstaande fotoserie.

Na deze fotosessie werd het ook voor ons tijd om een visje op te scharrelen. Wij zijn geen echte viseters, maar een lekkerbekje ging er bij ons beiden lekker in…