IJsvogel

Het was prachtig weer op die middag dat ik voor het eerst de otter zag en fotografeerde. Toen het erop begon te lijken dat de otter zich niet meer zou laten zien bleef ik lekker in het zonnetje zitten bij de kijkwand. Stel je voor dat er nog wat bijzonders langs zou komen. Met het verdwijnen van de otter verdween ook het luidruchtige publiek. Ik bleef alleen over met een zwijgzame man en een aantal dobberende zwanen…

Door de verrekijker speurde ik het water en de oevers af, misschien zou de ijsvogel zich nog laten zien. Plotseling zag ik door de verrekijken een blauwe flits. Het bleek een ijsvogel te zijn. Het vogeltje was heel ver weg en wel ter hoogte van de verste zwaan. We hadden geluk, de ijsvogel kwam al foeragerend steeds een beetje dichterbij.

De ijsvogel streek tenslotte neer op een tak bij de hoge bomen rechts op bovenstaande foto. Onderstaande foto maakte ik met de bridgecamera. Je kunt dan toch zien dat de tekening van het verenkleed door het inzoomen is vervaagd.

De laatste vier foto’s zijn met de spiegelreflex en het 100-400 mm objectief gemaakt. Het volgende moment dook de ijsvogel in het water en wist een visje te bemachtigen. Helaas heb ik de duikvlucht niet gefotografeerd.

De ijsvogel koos voor de fotografen een lastig plekje zo tussen de takken.

Maar ik was al lang blij dat de ijsvogel zich liet zien. Het is en blijft ten slotte mijn lievelingsvogeltje.

Ik vind het altijd een mooi gezicht zoals de ijsvogel het water afspeurt op zoek naar een visje.

Eindelijk de otter gespot…

De afgelopen jaren ben ik ontelbare keren naar de Weerribben gegaan in de hoop de otter te zien en te fotograferen. Het was me nog nooit gelukt tot op die ene zonnige herfstdag…

Op weg naar de kijkwand kwam ik een andere fotograaf tegen. Zij vertelde mij dat de otter werd gezien. Bij de kijkwand was ik zoals gebruikelijk niet alleen. Vijf andere fotografen zaten of liepen daar in jubelstemming rond, de otter was gesignaleerd. Aan de rimpeling in het water door de opspringende visjes weet je dat er onder het wateroppervlak wat aan de hand is…

Het kan overigens ook een snoek zijn die de visjes doet opspringen. Als je een plons hoort dan is het een snoek en geen otter, zo heb ik inmiddels geleerd van de experts.

Maar deze keer was het toch echt een otter.

Het gaat in deze serie niet om de kwaliteit van de foto’s maar om de waarneming. Doordat de otter zich ophield tussen de begroeiing op de oever was deze lastig te fotograferen. Tijdens het zwemmen steekt de platte kop maar net boven het water uit en daarnaast duiken ze voortdurend weer onder water. Ook dat maakt het scherpstellen lastiger.

Volgens de kenners bij de vogelkijkwand was dit een jong van vorig jaar.

De otter komt oorspronkelijk in geheel Europa voor (met uitzondering van IJsland en eilanden in de Middellandse Zee), het grootste gedeelte van Azië en in Noordwest-Afrika. In Nederland is het dier in de tachtiger jaren uitgestorven en ook in andere landen is de otter in aantal afgenomen. Sinds 2002 is in Nederland begonnen met herintroductie. Momenteel komt de otter weer voor in Noordwest-Overijssel, Friesland, Gelderland en langs de Overijsselse Vecht.

Het jaar 2021 is door de Zoogdierenvereniging de otter uitgeroepen tot dier van het jaar. De otter zien we steeds vaker terug in de Nederlandse natuur, wat betekent dat het herstel van het leefgebied van de otter een succes is. Helaas is de otter regelmatig slachtoffer van het drukke verkeer in Nederland. De otter legt namelijk grote afstanden af op zoek naar een partner en een fijn leefgebied. Door het aanleggen van onder andere rasters en loopplanken kan de otter gelukkig op steeds meer plekken veilig oversteken.

De otter kan wel 4 minuten onder water kan blijven. Wanneer ze onder water gaan sluiten de neusgaten en oren zich af. Otters zijn uitstekende zwemmers. O.a. door de zwemvliezen tussen hun tenen zwemmen ze in die 4 minuten een heel eind weg. De lange platte staart dient tijdens het zwemmen als roer. De luchtbelletjes aan de oppervlakte verraden de zwemrichting van de otter.

Ik heb een filmpje gemaakt van de otter. Ik heb uit de hand gefilmd en daardoor is het kwalitatief geen hoogstandje geworden. Tijdens het filmen ontdekte ik pas echt hoe snel een otter kan zwemmen. Om het beeld iets rustiger te krijgen heb ik de film in slow-motion gemonteerd.

Het was maar een korte tijd dat we konden genieten van deze otter. Na een kwartiertje verdween de otter om vervolgens niet meer terug te keren. Ik moet zeggen dat het wel verslavend is. Ik ga dan ook graag een keer terug in de hoop de otter opnieuw en beter te kunnen fotograferen en/of te filmen.

De grote vuurvlinder

De grote vuurvlinder is een vlinder die alleen voorkomt in Noordwest Overijssel en in het zuiden van Fryslân. De grote vuurvlinder staat op de rode lijst als ernstig bedreigd. Ieder jaar probeer ik de grote vuurvlinder een keer te fotograferen. Vorig jaar is het niet gelukt. Vorige week ging ik weer op stap in De Weerribben en zocht ik lang naar de unieke vlinder. Na een tijd gaf ik de moed op en reed in de auto weer terug naar huis. Halverwege het smalle weggetje stond een man te fotograferen. Ik reed stapvoets en met de ramen open. De man vroeg mij of ik toevallig op zoek was naar de grote vuurvlinder. Hij wees naar de vlinder op de kale jonker met de woorden: ‘Daar zit er één’.

De vinder, een vrouwtje liet zich rustig fotograferen. Ze vloog wel eens op om vervolgens weer op de kale jonker neer te strijken. Het vrouwtje had haar rechtervleugel licht beschadigd.

Susan Oostelaar heeft veel onderzoek gedaan naar de grote vuurvlinder en er een boek overgeschreven. Op deze site van Nature Today en op de site van Susan kun je er alles over lezen.

Door de benaming zou je denken dat het om een grote vlinder gaat, maar het tegendeel is waar. Met 21 mm is deze vlinder wel groter dan de kleine vuurvlinder dat wel maar nog steeds aan de kleine kant.

Toen ik voor het eerst op zoek ging naar de grote vuurvlinder had ik dan ook een verkeerd beeld voor ogen. Als de vlinder dan zo verscholen zit tussen de kale jonkers dan kun je de vlinder over het hoofd zien.

En nu hoop ik ook nog een keer een mannetje voor de lens te krijgen.

Vroege glazenmaker en een viervlek met dauwdruppels

Onlangs was ik rond zes uur in De Weerribben. Het was op die ochtend mistig.

Een vrij grote libel hing aan een stengel. Pas later op de computer kon ik de libel op naam brengen. Het was de vroege glazenmaker.

Het is wel bijzonder dat deze libel nauwelijks was behangen met dauwdruppels en andere wel.

Het zal jullie vast niet verbazen dat er geen mens was te bekennen.

Er hing een viervlek vol met dauwdruppels.

Sprinkhaan en groene rietcicaden

Het fotograferen van een sprinkhaan voelt altijd als een spelletje…

Het is een soort kat-en-muisspel. Wie wint er, de sprinkhaan of de fotograaf?

Even om het hoekje kijken of ze daar nog staat met haar camera…

Als ik me omdraai dan zie ik dat mens met die camera ook niet…

Op een vroege ochtend in De Weerribben zag ik deze ieniemienie… Ze waren niet groter dan 1 cm en behangen met dauwdruppels. Ik had aanvankelijk geschreven dat het sprinkhaantjes waren, maar ik werd gelukkig verbeterd door Jan. Volgens mijn app zijn het groene rietcicaden.

Grote keizerlibel

Bovenin de oleander in onze achtertuin zat een grote libel. Het was de grote keizerlibel, een vrouwtje. Misschien had het vrouwtje net als voorgaande jaren haar eitjes afgezet rondom onze vijver. Dat moment hebben we dan gemist.

Ik dacht dat de keizerlibel verstrikt zat in het spinnenweb. Toen ik met mijn hand in de buurt kwam om de libel te bevrijden vloog deze er toch zelf vandoor.

Een dag later was ik rond zes uur in de ochtend in De Weerribben. Daar trof ik weer een keizerlibel.

Dit was een mannetje.

Een frontaaltje.

Weer een paar dagen later was ik in landgoed Vossenberg in Drenthe. Daar vloog continu een grote keizerlibel heen en weer over het water. Ik heb daar een tijdje gestaan en gepoogd om de libel in vlucht vast te leggen. Het resultaat zou ik pas op de computer kunnen zien. Het resultaat viel dus flink tegen, 99 procent kon zo de prullenbak in. Ik had niet de juiste lens bij me. Onderstaande foto kan er mee door…

Bruine korenbout

Tijdens de recente regenachtige periode was ik al lang blij dat het een paar uur droog was en dat ik even naar buiten kon. Dergelijke momenten was vaak aan het eind van de middag en aan het begin van de avond. Met de camera’s ging ik naar de Hogeweg in De Weerribben. Daar heb ik een tijdje staan te genieten.

Kijkend naar de lucht zou het niet lang duren of de volgende bui zou zich weer aandienen.

Tussen de donkere wolkenpartijen door scheen zowaar de zon. Het was zelfs even warm. Terwijl ik daar stond te fotograferen werd ik belaagd door de mietsen. Die mietsen zijn kenmerkend voor dat gebied.

Toen de zon scheen lieten de libellen zich ook weer zien. Dit is de bruine korenbout, een vrouwtje.

Geboorteregeling bij ganzen

Op een zonnige namiddag reed ik door de Weerribben. Daar zwommen meerdere grauwe ganzen met jongen.

Grauwe ganzen broeden vaak bij andere grauwe ganzen in de buurt. Dat is handig, want zo kunnen hun kuikens af en toe naar de ‘ganzencrèche’. Jonge ganzen zwemmen bij opvangouders terwijl hun eigen ouders naar eten zoeken.

Zo’n crèche biedt ook bescherming tegen roofdieren. Het is moeilijker voor roofdieren om een dier uit een goed beschermde groep te roven. Grauwe ganzen krijgen vier tot zes kuikens per nest. Als je een grotere groep kuikens ziet zwemmen, weet je dus dat je een ganzencrèche ziet! Bron: is deze site.

Naast bovenstaand verhaal kwam ik op internet nog een verhaal tegen wat een verklaring zou kunnen zijn dat er bij sommige paren veel kuikens zwommen en bij ander paren maar een of twee.

De overlast van ganzen in De Weerribben is zo groot dat men daar gestart is met geboorteregeling. Met een drone worden de ganzennesten opgezocht. Vervolgens gaan de medewerkers van Staatsbosbeheer de eieren insmeren met maisolie. Door de olie kan er geen lucht meer door de poriën van de eierschaal en gaat het embryo dood. Voordat de eieren worden ingesmeerd wordt er één ei apart gelegd. Dit ei wordt niet ingesmeerd. Het ganzenpaar zal dus uiteindelijk één kuiken krijgen. Kijk voor het verhaal en een filmpje op de site van RTV Oost.

Pappa helpen in het riet, deel 3

Vandaag laat ik het laatste deel zien van de fotoserie die ik onlangs maakte in het rietland. Klaas Jan had deze keer een geweldige hulp aan zijn zijde. Zijn zoon had het warm gekregen van het harde werken en daarom kon de jas wel uit. De ene na de andere rietschoof werd door de mannen weggewerkt.

Het was mooi om te zien hoe de interactie was tussen vader en zoon. Terwijl Klaas Jan de bos met riet wegbracht kroop Klaas weer in de opvangbak. Deze keer werd hij ook als een ‘bos riet’ uit de opvangbak getild en weggebracht. Hierbij hadden de beide mannen de grootste schik.

Klaas Jan bracht zijn zoon de fijne kneepjes van het vak bij. Klaas mocht ook enkele kleine bosjes riet uitkammen.

En zo reageerde de jongste telg toen er tegen haar werd gezegd dat het tijd was om naar huis te gaan. Dikke tranen. Zij was het liefst bij pappa en haar grote broer in het rietland gebleven.

Tot slot nog een portret van de lieve en trouwe viervoeter, Rhena. En daarmee sluit ik deze serie in het riet af.

Pappa helpen in het riet, deel 2

Klaas Jan ging van jongs af aan met zijn opa mee naar het rietland. Het werken met en de liefde voor het riet werd hem dus met de paplepel ingegeven. Hun zoontje, Klaas helpt Klaas Jan nu in het riet.

Of deze volgende generatie hier ook een droge boterham in kan verdienen is maar zeer de vraag. Dat ligt ook nog ver in het verschiet. Vooralsnog geniet hij ervan om zijn vader te helpen.

Klaas geeft de bosjes riet aan zijn vader, zodat zijn vader minder ver hoeft te lopen. Hij doet dat vol overgave en werkt hard.

Als er een bos klaar is bindt Klaas Jan er een touw omheen en brengt deze naar de overige bossen op de wal. In de tijd dat zijn vader de bos riet wegbrengt neemt Klaas plaats in de opvangbak. Deze opvangbak schudt een klein beetje en dat voelt aan alsof hij gewiegd wordt.

En dan gaan ze weer door met de volgende ronde. Het is toch prachtig om dit als vader en zoon te doen.

Het roept bij mij wel nostalgische gevoelens op. Ik ging vroeger graag met mijn vader mee naar het riet om te helpen. Als ik een jongen was geweest dan had ik die ambacht waarschijnlijk van mijn vader overgenomen.