Landgoed De Slotplaats

Vorige week werd ik voor een gezamenlijke fotokuier verwacht bij mijn fotomaatje, Jan. Ik arriveerde rond koffietijd. Aafje was net thuisgekomen met een oliebollen en appelflappen. Die hebben we ons bij de koffie heerlijk laten smaken. Na de koffie kwam Jan met een aantal opties voor een fotokuier. Ik vroeg Jan ons naar een plek te leiden waar ik nog niet eerder was geweest. En zo reden we even later vanuit Drachten in zuidoostelijke richting. Het was voor mij een verrassing waar we zouden uitkomen. Toen we op onze bestemming uit de auto stapten piepte de zon net even door de bewolking.

We waren aangekomen bij landgoed De Slotplaats in Bakkeveen. Vanaf de volle parkeerplaats wandelden we naar theehuis De Slotplaats.

Aan weerszijden van het pad staan historische fruitbomen. Aan de bordjes te zien kon men via Natuurmonumenten en Libelle een fruitboom winnen. Ik heb op internet nog gezocht naar die wedstrijd, maar ik heb er niets over gevonden.

Het huidige landhuis De Slotplaats heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1818. Ter plaatse bevond zich een boerderij in het Fries ook wel pleats genoemd wat plaats betekent. Deze boerderij werd gesticht door de echtelieden B.PH.F.J. van Eysinga en E.E.R. barones van Lynden, die in 1811 waren gehuwd. De boerderij oftewel Het Blauwhuis werd in 1838 afgebroken. In 1818 verrees achter het Blauwhuis een landgoedwoning, die in 1920 verbouwd is tot de huidige vorm van het theehuis De Slotplaats.

In de verdiepte voortuin staat een zonnewijzer die dateert uit 1750. Het is gedeeltelijk een zogenaamde polaire zonnewijzer. De zonnewijzer is naar alle waarschijnlijkheid vervaardigd door of naar aanwijzingen van J.H. Knoop, die rond 1750 de Jhr. Edzard van Burmania, zoon des huizes, onderwees in de wiskunde en navigatie. De tijdwijzer werd in 1787 beschadigd door geweervuur. De tegenwoordige witte beschildering verhult deze beschadigingen. Het tuinornament staat op het snijpunt van de hartlijnen getrokken vanuit de voordeur door de tuin en tussen de beide gemetselde trappen naar het verdiepte gedeelte van de tuin. De zonnewijzer behoort reeds van oudsher ter plaatse; zij het dat het tuinornament eertijds in de achtertuin stond van een buitenplaats aan de weg, het zogenaamde Blauwhuis, dat in 1837 werd afgebroken.

De hardstenen zonnewijzer bestaat uit een een ingesnoerde kolom, met acanthusbladmotief op de voet en spiegelvlakken, waarop de eigenlijke zonnewijzer rust en heeft als bekroning een bol. De eigenlijke zonnewijzer heeft ogenschijnlijk een grillige vorm. De stenen ribben doen dienst als stijlen, waarvan er 22 zijn te tellen; enkele stijltjes beschaduwen elk twee wijzerplaten. De becijfering is in arabische cijfers; alleen de hele uren worden aangegeven. Er zijn vlakke, cilindervormige en holle wijzerplaten. Bij de cilinder aan oost- en westzijde hebben de bovenkanten de vorm van de winterboog en de onderkanten die van de zomerboog. Aan de oostzijde is een zonnetje in reliëf gebeeldhouwd. Zie deze site.

In 1922 werd de boerderij verbouwd in opdracht van de echtelieden Van der Goes-Van Harinxma thoe Slooten tot landhuis, naar ontwerp van de architecten Gerretsen en Endt uit Oosterbeek. Op de achtergevel is een plaquette ingemetseld wat herinnert aan de eerste steenlegging in augustus 1922.

Wordt vervolgd.

‘Hoe God verdween uit Jorwerd’

Vanaf Boazum reden Jan en ik naar Jorwerd (Jorwert). Dat dorp had ik de avond daarvoor uitgekozen vanwege het boek van Geert Mak. Daar kom ik later op terug. Voordat we het dorp inreden zette ik de auto in de berm om een aantal foto’s te maken.

Even later stapten we uit de auto in het centrum tegenover ´Het Wapen van Baarderadeel. Nabij het etablissement staat op een bijzondere sokkel het beeld ´de Foardrager’. Op de sokkel zijn tegels aangebracht met daarop teksten en tekeningen over het dorp Jorwerd en haar bewoners. Het is een kunstwerk ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van het Iepenloftspul Jorwert (Openluchtspel Jorwerd). Bron is deze site.

Op de gevel van ´Het Wapen van Baarderadeel´ herinnert een plaquette aan het boek wat Geert Mak in 1996 schreef, ´Hoe God verdween uit Jorwerd´. Het is een biografie van een dorp tijdens de stille revolutie tussen 1945-1995, toen het echte boeren langzaam ten onder ging. Geert Mak vertelt het verhaal van de boeren en het geld, van de kleine winkeliers en de oprukkende stad, van de kerktoren die instortte en de import die niet meer groette, van de natuur die terugkeerde en tegelijk verdween. Wat is er gebeurd op het platteland toen de machines kwamen, en de subsidies en de banken, en toen de echte boeren langzaam ten onder gingen? Mak beschrijft een historische omwenteling waarvan nu pas de omvang en de gevolgen zichtbaar worden.

Vanaf het café wandelen we naar de Redbadtsjerke (Sint-Radboudkerk). De toren stamt uit de elfde of twaalfde eeuw. Op zaterdagochtend 25 augustus 1951, om zeven minuten over vijf, stortte plotseling de toren in. In de jaren daarop is de toren herbouwd met fraai siermetselwerk, zoals dat ook bij de originele toren het geval was. Om de herbouw te financieren en te vieren werd in en vanuit het dorp het Iepenloftspul (openluchtspel) gehouden. Wandel maar met ons mee om de kerk.

Terwijl Jan fotografeerde op het kerkhof maakte ik een grotere ronde door het dorp. Na een tijdje voegde ik mij weer bij Jan die op dat moment zijn aandacht richtte op een Tsjerkepaad (kerkpad).

De Sint-Martinuskerk in Boazum

Na het bezoek aan de toren van Eagum reden Jan en ik naar Boazum. Daar parkeerden we auto op een pleintje vlakbij de Sint-Martinuskerk. Deze kerk had ik de avond daarvoor op internet ontdekt. Op een lijst met Friese kerken heb ik gezocht naar een van de oudste kerken in Fryslân. Deze kerk lag op onze route of beter gezegd, we hebben de route er op aangepast. Op Google Maps had ik vervolgens gezien dat deze kerk mooi is gelegen aan een grote poel.

Het eerste wat opviel, toen we op weg gingen naar de kerk, was het mooie grote huis aan deze kant van de poel. Dat moest haast wel een pastorie zijn of zijn geweest. Op internet vond ik informatie wat mijn vermoeden bevestigde…

Omstreeks 1868 boog het kerkbestuur over een benoeming van een nieuwe dominee. In 1869 koos men uiteindelijk voor ds. Klinkenberg uit Irnsum. Deze stelde tijdens de onderhandelingen de bouw van een nieuwe pastorie en de aanleg van een nieuwe tuin als voorwaarden voor zijn komst naar Boazum. Er was wel sprake van achterstallig onderhoud toch was de staat van de pastorie zo slecht dat de pastorie geheel moest worden afgebroken. Kennelijk beschikte de kerk door goede pachtopbrengsten over voldoende financiële middelen om aan zijn wensen te voldoen. Na ds. Klinkenberg hebben er vele dominees in deze pastorie gewoond. De laatste dominee die er woonde was ds. Palmboom. Hij overleed in 1960. Het mag een wonder heten dat deze pastorie niet ten prooi is gevallen aan projectontwikkelaars en is afgebroken. Boazum is nog steeds trots op deze mooi gelegen pastorie met mooie tuin. Achteraf vond ik het wel jammer dat ik niet meer foto’s van de pastorie hebben gemaakt zoals bijvoorbeeld van de andere zijde…

Na een aantal jaren leegstand werd de pastorie verhuurd aan een aannemer voor een symbolisch bedrag met de verplichting om het gebouw op te knappen. Ook de tuin werd goed onderhouden door deze huurder. Midden jaren zeventig is de pastorie gekocht door een particulier. Dat was de eerste die het huis en het erf kocht uit zeven eeuwen kerkelijk bezit. Bron is deze site. De poel is in 1914 ontstaan door het te diep afgraven van de terp.

Via de Tsjerkebuorren wandelen we naar de kerk. Nabij de kerktoren staan een aantal huizen. Door het luiden van de klok zit uitslapen op zondagochtend er wellicht niet in.

De kerk is veel groter dan ik me had voorgesteld. De Sint-Martinuskerk is gebouwd in de twaalfde eeuw en is een van de fraaiste dorpskerken in Fryslan. In de jaren 1938 tot 1948 is de kerk gerestaureerd. De kerk is vooral beroemd vanwege de muurschildering in het koor van de tronenede Christus, de Majestas Domini. Deze schildering is in 1941 bij de restauratie tevoorschijn gekomen. Bijzonder is dat Christus is afgebeeld zonder baard. Het orgel met de prachtig gesneden beelden stamt uit 1791. Het is gebouwd door Gottlieb Heinemann en Rudolf Knol. In 2012 is het gerestaureerd.

Boven de poort staat een tekst uit de Statenvertaling en wel Psalm 92 vers 14. ‘Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.’ In de Nieuwe Bijbelvertaling staat het beschreven als: ‘Ze staan geplant in het huis van de Heer, in de voorhoven van onze God groeien zij op.’

We maakten een rondje om de kerk. Oude grafstenen en nieuwe graven wisselden elkaar af. In de gevel zitten meerdere dichtgemetselde ramen en deuren. Wandel maar met ons mee.

Na de ronde om de kerk in Boazum stapten we in de auto om op weg te gaan naar het volgende dorp.

De kerktoren van Eagum

Een paar weken geleden was ik te gast bij mijn fotomaatje, Jan in Fryslân. We besloten om een ritje te maken langs enkele oude Friese kerken en torens. Ik had de avond daarvoor wat voorwerk gedaan en een aantal kerken/torens opgezocht op internet. En zo koersten we na de koffie als eerste naar de kerktoren in Eagum. Het zal door de witte kleur komen dat het torentje zo in het oog springt. Het is een baken in het vlakke Friese landschap. Waarom er alleen nog een toren staat en geen kerk heeft Jan op zijn weblog beschreven. Klik hier voor de geschiedenis van deze toren.

Jan en ik wandelden over het kleine kerkhof. Op Google Maps is goed te zien hoe klein deze begraafplaats is. Er zijn nog hele oude grafstenen waarbij de tekst nog amper is te lezen. Verder was er een grafsteen die bijna tot kunst is verheven. De steen met de tekst ‘Ta oantinken…myn leave frou…’ (In herinnering… mijn lieve vrouw…)

Ruim 50 jaar geleden heeft het Bittergenootschap Frisia van de Groninger studentenvereniging Vindicat bedacht dat de kerktoren van Eagum in het midden van de wereld staat. En voor wie het niet gelooft… “Eagum leit midden yn e wrâld. Sân tredden van e toer dêr is it middelpunt. Dy`t net leauwe wol kin it neitrêdzje.” (Eagum ligt in midden in de wereld. Zeven stappen vanaf de toren is het middelpunt. Wie het niet gelooft kan het narekenen.)

Met een gedenksteen, direct naast de toren, en een herinneringstegeltje wordt die plek gemarkeerd. Dat deze plek en de Groninger studenten een speciale band hadden bleek wel uit het feit dat elk jaar, tijdens de introductieweken, deze plek door de studenten werd bezocht. Op de tegel staat: 7 hoanestep fen en toer 7 – 10 – 1972 (7 hanenstappen van de toren…). Onlangs heeft de Vereniging hier bij de toren haar 185-jarig bestaan gevierd. De plaquette op de laatste foto herinnert daaraan.

Nadat we een rondje over het kerkhof hadden gemaakt wandelden we nog wat verder door deze kleine buurtschap. Buiten Eagum zette ik de auto nog even in de berm. Daar hadden we zicht op een klein stukje skyline van Leeuwarden. Op de foto is o.a. de Achmeatoren te zien. Nog een laatste blik op de toren zonder kerk van Eagum en toen vervolgen we onze weg…

Kattenhotel

Toen het ons niet lukte om het ´verdronken dorp´ Sfentili te bereiken reden we terug naar de bewoonde wereld. We kwamen aan in het dorp Avdou. Het begon zachtjes te regenen. Dat weerhield mij er niet van om een snel rondje met de camera door het dorp te maken.

Onverwachts kwam ik in een grappig tafereeltje terecht…

Het was voedertijd voor de (zwerf)katten in het dorp. Van alle kanten kwamen er katten aanlopen. Onder de veranda was een heus kattenhotel gebouwd. Andere katten kwam tevoorschijn uit hun fijne slaapplekje. Met toestemming heb ik een fotoserie gemaakt. Het ´kattenvrouwtje´ vertelde dat de katten afkomen op het geluid van de vallende kattenbrokken in de schaal.

Het verdronken dorp Sfentili

Toen we eerder in onze vakantie op Kreta onderweg waren naar het Lassithi Plateau zagen we onderweg een heel groot meer. We stopten een paar keer zodat ik er foto’s van kon maken. Een bezoek aan dit meer zette ik op mijn lijstje voor een volgend uitstapje.

En zo gebeurde het dat we op de elfde dag van onze vakantie op weg waren naar het meer. Door de weersomslag eerder in de week bleef het weer tijdens de dagen daarna niet echt mooi. Met name in de bergen was het zwaar bewolkt en viel er van tijd tot tijd een miezerig buitje. Aan rand van dit meer of beter gezegd in het meer ligt het dorpje Sfentili.

Het dorp Sfentili (Sfendili) ligt 39 kilometer van Heraklion op Kreta, niet ver van Chersonissos. Toen de Aposelemis dam gebouwd werd bleek het dorp Sfentili binnen de grenzen van het kunstmatige meer te komen liggen. Er is toen besloten om het dorp te laten “verdrinken”. De dam is gebouwd om te kunnen voorzien in de watervoorziening en irrigatie in het noorden van Oost-Kreta (een gebied van Heraklion tot Agios Nikolaos).

De bewoners van het dorp hebben het dorp moeten verlaten en zouden worden gecompenseerd door de staat. De bewoners beweren echter dat de staat had moeten zorgen voor de verplaatsing van het dorp naar een ander gebied, wat echter niet is gebeurd. Om deze reden weigeren de ‘koppige’ bewoners de plaats te verlaten waar ze zijn geboren en getogen…

We reden om het meer heen en daalden af richting het verdronken dorp. Het lukt helaas niet om het dorp te bereiken. Een grote plas en een glibberige onverharde weg weerhield ons ervan om verder te rijden. Terwijl mijn man de auto keerde maakte ik een foto van het uitzicht en van een foeragerende blauwe reiger. Terwijl ik daar stond zag ik daar ook de grauwe klauwier, een mannetje en een vrouwtje. Ze zaten te ver weg om er mooie foto’s van te krijgen. Ik vond het wel een leuke waarneming. De grauwe klauwier heb ik al meerdere keren gefotografeerd in de zomer in Dwingelderveld.

Terwijl het waterpeil van de dam op en neer gaat, verdwijnt en verschijnt Sfentili, waardoor het dorp tegenwoordig een toeristische attractie is. Sinds 2015 is het dorp over het algemeen goed zichtbaar. Op internet vond ik een mooie compilatie van het ‘verdronken dorp’. Dit filmpje heb ik pas gevonden toen we weer thuis waren. Toen ik deze beelden zag vond ik het extra jammer dat we niet bij het ‘verdronken dorp’ konden komen.

Bron is deze site.

Nog een keer naar Elounda op Kreta

Vanwege het noodweer op Kreta hadden we twee dagen ‘opgesloten’ gezeten op onze hotelkamer. Op de tiende dag van onze vakantie konden we er gelukkig weer op uit. Vanwege het instabiele weer leek ons Elounda de beste keuze. We waren er in deze vakantie al een keer geweest maar we vonden het dorpje de moeite waard om daar nog een keer naartoe te gaan. Tijdens de rit naar Elounda stopten we onderweg om te genieten van het prachtige uitzicht….

We maakten een wandeling door de haven. In een gezellig etablissement met uitzicht op de haven dronken we een kopje koffie.

Vanuit de haven zag ik het dak van de kerk. We besloten daar een kijkje te nemen. De deur stond open…

Vanaf Elounda kun je naar het eiland Spinalonga. Op dat eiland verbleven mensen met lepra. We hadden beiden niet echt de drive om die oversteek te maken. We zijn gevoelig voor zeeziekte en met windkracht 5 leek ons dat niet verstandig. Toen ik op de terugweg vanaf de bergen het eiland zag liggen en er foto’s van maakte had ik toch wel een spijtig gevoel. Volgens mij is het een interessant eiland om foto’s te maken.

Over Spinalonga vond ik op internet de volgende informatie… Vanaf het jaar 1202 kwamen de Venetianen naar Kreta en zij bouwden het imposante fort, om de haven van Elounta te beschermen tegen de Turken. Terwijl Kreta in 1669 werd veroverd door de Turken, bleef Spinalonga nog Venetiaans tot 1715, tot de Turken tenslotte ook Spinalonga bezetten.Van 1715 tot 1898 werd het Venetiaanse fort bewoond door Turken. Kreta werd in 1903 een republiek en de regering wilde dat alle Turken het eiland zouden verlaten. Spinalonga werd toen door de regering van Kreta aangewezen als leprakolonie, waar mensen met lepra naartoe verbannen werden en waar zij geisoleerd van de buitenwereld moesten leven. Wegens angst voor de besmettelijkheid van deze ziekte, verlieten de Turken hals over kop het eiland. De leprakolonie op Spinalonga bleef bestaan tot 1957. Bron is deze site.

Sissi, de dag na het noodweer

Op de ochtend na het noodweer wat een dag eerder over Kreta was getrokken openden we de gordijnen. Het was gelukkig droog. Er waren zelfs een paar stukjes blauw in de lucht. Wat nog restte was de noordenwind met windkracht 5.

Na het ontbijt maakten we een rondgang door het dorp om te kijken hoe het er voor stond de dag na het noodweer. In vergelijking met de beelden die we op social media hadden gezien viel de schade in Sissi mee. Bij ons hotel waren een aantal parasols weggewaaid. De terrassen gaven een desolate aanblik. De Griekse vlag heeft betere tijden gekend. De vissersboten lagen veilig in de haven. De lucht boven de bergen zag er nog heel dreigend uit.

In de loop van de ochtend begon het weer te regenen. We bleven voor de tweede dag op rij op onze hotelkamer want een ritje met de auto door de bergen leek ons niet verstandig…

Waterhoos boven de Kretenzische Zee

De ochtend na de kleurrijke zonsondergang deden we de gordijn open en toen zagen we dit weerbeeld. We wisten dat het weer zo omslaan, maar dit was toch wel even slikken.

We gingen naar de ontbijtzaal vanwaar we uitkeken op het zwembad en de imposante wolkenluchten.

Plotseling zagen we een bijzonder fenomeen boven zee. Het was een waterhoos. De waterhoos was langere tijd aanwezig en schoof van het oosten naar het westen. Nadat ik met de telefoon een foto had gemaakt sprintte ik naar de kamer om vanaf het balkon foto’s te maken met de spiegelreflexcamera en de bridgecamera.

Na het ontbijt maakte ik een wandeling in de buurt van het hotel. De dreigende wolkenluchten waren wel mooi om te zien. Boven de bergen was de lucht dreigender en daar regende het ook al. Het duurde niet lang tot het ook boven de Kretenzische Zee en aan de kust heel hard ging regenen. De rest van de dag was het noodweer. Vanuit Nederland kregen we appjes van ongeruste vrienden en collega’s. Ze hadden in het nieuws gelezen en op het nieuws gehoord over het noodweer op Kreta. Wij zaten gelukkig hoog en droog op onze hotelkamer.

Zonsondergang op Kreta

Ik vind het mooi om zonsopkomsten en zonsondergangen te zien en te fotograferen. Met name tijdens de vakanties aan zee. Tijdens de vakantie op Kreta hadden we zicht op het noorden, dus een zon zien opkomen uit of ondergaan in de zee zat er deze keer niet in. De eerste week van de vakantie hadden we mooi zonnig en stabiel weer. Dat leverde geen mooie gekleurde luchten op. Op de zevende dag van de vakantie was dat anders. Vanaf ons balkon keek ik naar het westen en zag daar de lucht mooi kleuren. Vol verwachting wandelde ik met de camera naar de kust.

Ik werd niet teleurgesteld in mijn verwachtingen. Het was een kleurrijke zonsondergang.

Klik de foto’s aan voor groot formaat.

Deze kleurrijke zonsondergang was de voorbode voor een weersomslag, maar daarover later meer…