Kikkers bij de waterlelies en een witoogeend

Langs het Commissaris Cramerpad in Dwingelderveld liggen meerdere vennen. In een van die vennen bloeien waterlelies in diverse kleuren. De roze variant is een echte blikvanger. Mijn ervaring is dat de meeste fietsers afstappen om er van te genieten en ze te fotograferen.

Op een bewolkte dag fietste ik over dat pad. Hoewel ik al meerdere keren aan de rand van dit ven heb gestaan maakte ik ook nu daar een tussenstop.

Tussen en op de bloeiende waterlelies ontdekten we een aantal kikkers.

Terwijl ik bezig was met het fotograferen van de kikkers, streek er een eend neer op het water. Ik zoomde in op de eend en maakte enkele foto’s. Pas later op de computer kwam ik erachter dat het witoogeend was, een bijzondere gast.

De witoogeend broedt voornamelijk in Oost Europa en verder oostwaarts. In Europa is de soort een schaarse broedvogel, die erg in aantal is afgenomen en als bedreigd wordt beschouwd. In heel Europa vertoont witoogeend een afnemende trend. In Nederland is de witoogeend een toevallige (niet jaarlijks voorkomende) broedvogel, en overigens een zeer schaarse doortrekker en wintergast. In alle provincies kunnen witoogeenden voorkomen. Ze zijn over het algemeen tamelijk schuw. Witoogeenden komen vaak voor in concentraties duikeenden. Vogels kunnen soms lang op één plaats blijven hangen. Soms komt het voor dat witoogeenden, bij gebrek aan een partner van dezelfde soort, met andere duikeenden hybridiseren. Bron is de site van Waarneming.

Grauwe klauwier

De laatste jaren breng ik ieder jaar een bezoek aan het gebied waar de grauwe klauwier broedt. Ik hoefde niet lang te wachten totdat het mannetje zich liet zien. De witte stipjes op de foto zijn mugjes.

Dit jaar heb ik voor het eerst een vrouwtje op de foto gezet.

Het mannetje had een lekker hapje bemachtigd.

Even later trof ik het dat het mannetje zijn staart mooi liet zien.

Terwijl ik daar stond kwam er een echtpaar langs. Zij waren ook echte natuurliefhebbers. Ze kwamen uit Zuid-Limburg en waren op vakantie in Drenthe. We hebben een tijdje gezellig staan te praten. Toen de lucht steeds dreigender werd gingen we ieder ons weegs.

Zonnedauw en zonneharpen in Dwingelderveld

Op een mooie avond pakte ik mijn fiets en reed ik naar het Dwingelderveld. Daar aangekomen zag ik dat het Familiepad weer vrij toegankelijk was. Dit pad was een tijdje afgesloten omdat hier een paartje kraanvogels zat te broeden. Ik schreef daarover in dit bericht.

Op het Familiepad mag je alleen wandelen dus nam ik mijn fiets aan de hand. Regelmatig zette ik mijn fiets op de standaard om een foto te maken van het mooie uitzicht. De dopheide stond in bloei. Verder trof ik een paartje kieviten en een familie grote Canadese gans.

O.a. bij dit vennetje stond zonnedauw.

Met de 100-400 mm objectief heb ik ingezoomd op de zonnedauw.

Op deze vlonder heb ik langere tijd gestaan om te genieten van het uitzicht, de vogels en de kwakende kikkers.

Ik heb daar de zonsondergang afgewacht. Het werd geen spectaculaire roodgekleurde lucht, maar het was wel mooi. Er verschenen naar boven gerichte zonneharpen.

Het groentje en een goudkleurige platbuik

Vanaf het Commissaris Cramerpad sloeg ik rechtsaf en kwam toen uit bij het fietspad wat dwars over de heide loopt richting de telescoop. Halverwege het pad stapte ik van de fiets om enkele panoramafoto’s te maken.

Terwijl ik nog een tijdje genoot van het uitzicht zag ik plotseling twee kleine vlindertje dartelden rond een kleine eik.

Het bleken groentjes te zijn. Groentjes krijg ik niet vaak voor de lens. Een groentje is een klein vlindertje, net zo klein als een blauwtje.

Het waaide stevig en ze waren onrustig, dus was het wel een uitdaging om ze goed voor de camera te krijgen.

Terwijl ik mij richtte op de groentjes zag vanuit mijn ooghoek wat geels langsvliegen. De libel landde op een tak in de buurt. Het was een platbuik.

Deze platbuik was vast onlangs uitgeslopen. Zo mooi goudkleurig heb ik ze niet niet eerder gezien.

Een lepelaar met bedelende jongen

Tijdens mijn fietstocht door Holtveen in Dwingelderveld maakte ik een stop bij een bankje om daar mijn broodje te nuttigen. Zie Google Maps. Toen ik uitkeek over het mooie landschap zag ik in de verte enkele lepelaars rondscharrelen op een eilandje. De lepelaars vertoonden bijzonder gedrag, ze bewogen voortdurend met hun kop op en neer. Aanvankelijk dacht ik dat het zoiets als een paringsdans was. Het volgende moment dacht ik dat het vanwege de ganzen was.

Toen ik door de zoeker keek en ze wat langer observeerde zag ik dat het een ouder was met twee jongen. De jongen liepen te bedelen bij de ouder. De andere ouder stond iets verderop in het water voedsel te zoeken. Die kwam er dus goed voor weg. Het is te hopen dat de ouden de taken wat eerlijk verdelen. Ik zou er gek van worden, die jongen achter mij aan te zeuren…

De ouder komt zelf helemaal niet aan foerageren toe.

Ik had dit gedrag nog nooit eerder gezien en besloot er enkele filmpjes van te maken. Van die filmpjes heb ik één geheel gemaakt. De bijvangst op de filmpjes is het grote aantal libellen wat over het water scheerde.

Boompieper neemt een bad

In Koelevaartsveen fotografeerde ik de groenpootruiter en de kleine plevier. Ik zat daarbij op een boomstammetje.

Of het nu kwam door mijn lage standpunt of door mijn schutkleur weet ik niet, maar niet ver bij mij vandaan landde een boompieper. Dit vogeltje nam een uitgebreid bad aan de rand van de plas.

Doordat ik op het stammetje zat en mijn ellenbogen kon laten steunen op mijn knieën besloot ik er een filmpje van te maken. Omdat ik pal op de wind zat heb ik het geluid gedempt.

Groenpootruiter en kleine plevier

Tijdens mijn fietstocht in Dwingelderveld maakte ik een stop bij Koelevaartsveen.

In een van de plassen liepen enkele groenpootruiters. Ze liepen dusdanig ver verwijderd van het voetpad dat ik was aangewezen op mijn Nikon bridgecamera. In zulke gevallen ben ik maar wat blij met die camera.

Vanwege de grote afstand kon ik op dat moment niet goed zien dat het een groenpootruiter was.

Gelukkig kwam er op dat moment een vrijwilliger van Natuurmonumenten aangefietst en die stopte bij mij. Hij vertelde dat het een groenpootruiter was. Ook nu was ik weer blij met deze hulp uit onverwachte hoek.

Terwijl ik mijn camera richtte op de groenpootruiter zag ik op een eilandje een veel kleiner vogeltje rondscharrelen.

Door de zoeker zag ik duidelijk de gele oogring en meende te weten dat het de kleine plevier was.

Dat werd bevestigd door dezelfde vriendelijke meneer van Natuurmonumenten. We hebben nog een tijd staan praten. Er kwam nog een kenner aanfietsen en ook hij bleef een praatje maken. Van zulke experts leer ik veel en daar ben ik wel blij mee.

Veldleeuwerik

Naast dit fietspad in Dwingelderveld sta ik regelmatig te genieten van de de zang van de veldleeuwerik.

Vanuit de vegetatie vliegt de veldleeuwerik plotseling al zingend omhoog. Dat opstijgen gaat best snel. Het is dan de kunst om de vogel door de zoeker in beeld te krijgen.

Als de veldleeuwerik weer op de grond landt dan zie je hoe goed ze gecamoufleerd zijn. Als ik deze niet had zien landen dan had ik deze vast niet gezien. Deze veldleeuwerik zette even zijn kuifje omhoog.

Op een vroege ochtend stond ik weer in alle rust om mij heen te kijken. Plotseling zie ik vlak bij mij een vogeltje rondscharrelen. Ook op onderstaande foto zie je hoe onopvallend ze tussen de begroeiing scharrelen.

Nu ik vaker in het veld ben zie ik nu beter het verschil tussen de piepers en een veldleeuwerik. Het werd mij al snel duidelijk dat dit een veldleeuwerik was.

Het was wel heel bijzonder dat dit vogeltje zich niets van mij aantrok en rustig doorging met het gescharrel.

Draaihals

Vorig weekend fietste ik even na 7 uur in Dwingelderveld. Het was even slikken toen de wekker zo vroeg af ging op mijn vrije dag, maar toen ik eenmaal in het veld was, had ik er geen spijt van.

Ochtendstond heeft goud in de mond. Met de opkomende zon en doordat het nog wat heiig was kreeg het landschap een wat mysterieuze sfeer.

Op een bepaald moment hoorde ik dit vogelgeluid. Ik had dit geluid nog niet eerder bewust opgemerkt. Ik had geluk dat er net iemand aan kwam wandelen die kennis van zaken had. Hij zag mij zoekend rondkijken en hij vertelde mij dat het de roep van een draaihals was. “De draaihals hoor je wel, maar je ziet hem niet hoor…”, vulde hij nog aan en de man wandelde verder. Ik zag echter in de verte een vogel zitten op de plek waar de roep vandaan kwam…

Met de Nikon bridgecamera moest ik flink inzoomen om de vogel in beeld te krijgen. Door de zoeker zag ik dat het de draaihals was. Ik kende deze vogel namelijk van foto’s op Twitter gemaakt door echte vogelaars.

Even later vloog de draaihals in een struik dichterbij het pad. De draaihals zat toen wel veel dichterbij, maar bleef goed verstopt tussen de takken. Meer dan onderstaande beeld kon ik er niet uitslepen.

De draaihals behoort tot de spechtenfamilie. De draaihals staat op de rode lijst als ernstig bedreigd. Ook al zijn de foto’s niet van topkwaliteit, ik ben wel blij met deze waarneming. En zo heb ik weer wat geleerd dankzij de passerende wandelaar.

450 schapen en 95 lammetjes

Op een zonnige, maar winderige dag fietste ik weer naar Dwingelderveld. Ik genoot van het frisgroene bos en moest daar even een foto van maken.

Ook deze keer zag ik de schaapskudde grazen in de buurt van het fietspad niet ver van de schaapskooi. Het viel mij al meteen op dat de kudde groter was dan een week eerder.

Tevens ontwaarde ik een aantal lammetjes. Het viel mij op dat er veel minder lammetjes waren dan schapen.

De kudde werd op die dag gehoed door Anja en Finn. Anja kwam naar het fietspad om een praatje te maken. We kennen elkaar al een aantal jaren van het Dwingelderveld. Het is altijd leuk om elkaar weer te zien en weer bij te praten. De meeste voorbijgangers vinden het overigens leuk om een praatje te maken en om meer over de schaapskudde te horen.

Ik vroeg aan Anja hoe het zat met het aantal schapen en lammetjes. Anja vertelde dat er gedurende één week 3 rammen bij de ooien worden gelaten. Binnen die week worden er dus een aantal ooien gedekt. Het scheelt enorm veel werk dat er ‘maar’ 95 lammeren worden geboren in plaats van 450. Dit aantal is voldoende om de kudde in stand te houden. Natuurgetrouw worden de lammetjes buiten geboren. Wel binnen een afrastering die wolven-proof is.

De kersverse moeders met hun lammetjes blijven 2 weken in de schaapskooi. Nadien gaan ze weer mee met de kudde. Het is belangrijk dat de lammetjes meteen weten hoe het hoort en daarom neemt Anja tijdens de eerste periode één ervaren hond mee en dat is Finn. De lammetjes zijn nog klein en kunnen nog niet ver lopen. Om die reden blijft de kudde in de buurt van de schaapskooi. De schapen en lammetjes eten in deze periode voornamelijk gras. Een beetje regen zou welkom zijn, want het gras is behoorlijk schraal. In de schaapskooi worden ze bijgevoerd met hooi. Als straks in mei het pijpenstrootje tussen de heide begint te groeien nemen ze dat als voedsel tot zich.

Meestal is er voor Finn geen werk te doen. Op zulke momenten wijkt hij niet van de zijde van Anja. ‘Aan de voet.’

Terwijl de schapen al grazend steeds verder van de kudde afdwalen vergeten ze nog wel eens dat ze een lammetje hebben. Op een bepaald moment schiet het ze dan te binnen en gaan ze al blatend in een drafje naar de kudde terug om hun lammetje te zoeken. De lammetjes zijn voornamelijk aan het slapen of aan het spelen. Het lijkt erop dat ze dit doen binnen de kinderopvang…

Toen de kudde zich te ver uitspreidde en enkele schapen naar beschermde vegetatie dreigden te gaan werd het voor Anja tijd om in te grijpen. Volgens mij hoefde ze geen woorden te gebruiken en zag Finn aan haar lichaamstaal wat er van hem werd verwacht. Hij stoof richting de kudde, binnen een minuut had hij de 450 schapen en 95 lammetjes bijeen gedreven.

Na deze klus voegde Finn zich weer bij Anja en liepen ze gezamenlijk verder. Voor mij was het tijd om mijn fietstocht te vervolgen.