Joodse gedenksteen in De Pol

Een aantal weken geleden was Jan bij mij te gast voor een fotokuier in onze omgeving. Na het bezoek aan de kijkhut in de Catspoolder reden we via binnenweggetjes weer richting huis. Toen we door buurtschap De Pol reden stopten we bij de Joodse begraafplaats.

Op de Joodse begraafplaats staat slechts één gedenksteen.

De historie luidt als volgt. In 1818 begon Johannes van den Bosch met de Maatschappij van Weldadigheid en een eerste kolonie in Frederiksoord, in 1820 gevolgd door kolonie Willemsoord. De joodse kolonisten vormden in die kolonie op De Pol een levendige gemeenschap. Tussen 1838 en 1876 waren op het koloniedorp een synagoge met schoollokaal, begraafplaats en badhuis in gebruik. Op het hoogtepunt rond 1845 woonden er 160 mensen uit 21 gezinnen onder rabbi Nehemia Jacobson. Er was veel verloop door ontslag, verhuizing en desertie onder de arme joodse kolonisten. In 1862 werd de rabbi opgevolgd door Meijer Wolff, maar steeds meer gezinnen vertrokken en in 1885 werd de Israëlitische gemeente te Willemsoord formeel opgeheven. Er hebben meer dan 570 mensen in de jodenhoek van kolonie Willemsoord gewoond. De Familienamen staan vermeld in het boek “Joden op de Pol” van Geert Groen. Wat overblijft is een begraafplaats met gedenksteen uit 1937 en sierhek uit 2012, een herinnering aan een bijna vergeten stukje boeiende geschiedenis. Bron: samenvatting van het boek “Joden op de Pol” van Geert Groen.

Op een filmpje wat ik vond op internet las ik meer informatie over deze Joodse gemeenschap. Het filmpje staat aan het einde van dit bericht.

De meeste Joodse kolonisten kwamen uit Amsterdam en Rotterdam. De eerste twee Rotterdamse gezinnen hielden het in 1820 na 12 dagen voor gezien en keerden terug naar Rotterdam omdat ze niet konden aarden.

Naast ellende en armoede had de Franse Tijd Nederland de ‘burgerlijke gelijkstelling’ gebracht. De landbouwkoloniën van de Maatschappij van Weldadigheid verwelkomden de nu gelijkgestelde Joodse burgers, maar de dienden zich wel aan een aantal voorschriften te houden. Zo werd bijvoorbeeld van ze verwacht dat ze elke werkdag anderhalf uur langer werkten zodat ze rust konden houden op de Sjabbat.

Ondanks dat het nabijgelegen Steenwijk met haar Joodse gemeenschap de nodige faciliteiten bood (een synagoge, een slager, een mikwe) vonden de Joodse kolonisten van de Jodenpol maar moeilijk aansluiting bij hen. Zo weigerde deze rijke Joodse gemeenschap om godsdienstonderwijs te verlenen op De Pol, omdat de onkosten daarvoor niet werden gedekt...

Vanaf de Joodse begraafplaats reden we door De Pol en stopten bij het “Jodenveentje”. Waar nu camping “’t Veentje” zich bevindt, stond vroeger de boerderij van een Joodse familie van Goor. Om die reden werd het ven in de volksmond “het Jodenveentje” genoemd.

In onderstaand filmpje vond ik met name het filmfragment uit 1961 (start bij 1:30 min) vond ik mooi om te zien.

Naschrift…

Van Harma kreeg ik de volgende reactie… Op de steen staat een tekst uit Job: 3:18,19. “Daar zijn de gebondenen tezamen in rust. Zij horen de stem van de drijvers niet. De kleine en de grote is daar en de knecht is vrij van van zijn heer.”

Een andere kijk…

Bij alle toegangswegen naar het koloniedorp Willemsoord staat hetzelfde stalen kunstwerk. Op vrijdagochtend reed ik na de fotosessie in De Blesse het dorp binnen. Door het laagje rijp op het achterliggende grasveld kreeg ik een andere kijk op het kunstwerk. Ik zette mijn auto aan de kant om er een fotoserie van te maken.

Het kunstwerk is een gezin uit de periode van de Maatschappij van Weldadigheid. Zie voor meer informatie deze site en trailer. Het meisje en de jongen kon ik vastleggen met het wit van de rijp als achtergrond. Vader en moeder waren te groot en die plaatste ik vanuit kikkerperspectief tegen de heldere lucht.

Unesco Werelderfgoed

Op 26 juli j.l. is ‘De Koloniën van Weldadigheid’ in Frederiksoord, Wilhelminaoord, Veenhuizen en het Vlaamse Wortel bijgeschreven op de lijst van Unesco Werelderfgoed. Dat was voor mij een reden om weer eens een kijkje te nemen in Veenhuizen. Op het moment dat ik daar was, was er ook een professionele fotograaf.

In 1818 kwam Generaal Johannes van den Bosch met een ambitieus plan om de armoede in ons land te bestrijden en richtte de Maatschappij van Weldadigheid op. Hij stichtte landbouwkoloniën en de eerste kwam op de ‘woeste gronden’ zoals hij het gebied rondom Frederiksoord werden genoemd. Eind 1818 staan er 52 boerderijtjes klaar om de arme stedelingen te ontvangen. Hier kunnen ze op werk en onderdak rekenen. De kinderen gaan er verplicht naar school en er is een eigen ziekenfonds. Er komen kerken, winkels, scholen en zelfs rustoorden. Met deze sociale voorzieningen loopt de Maatschappij van Weldadigheid 80 jaar vooruit op de rest van Nederland en wordt daarmee beschouwd als de bakermat van onze verzorgingsstaat. Bron is deze site.

Het leven van de kolonisten in Drenthe was best een hard bestaan. Men moest hard werken op het land, de dagindeling werd voor je bepaald, je was verplicht om naar de kerk te gaan en je was ook nog eens mijlenver van je familie verwijderd. Bovendien werd je bij terugkeer in je oude woonplaats met minachting begroet.

Wie zich niet wilde conformeren aan de regels en de handhaving daarvan, werd ‘opgezonden’ naar de onvrije Koloniën in Veenhuizen (voor vondelingen en weeskinderen), Ommerschans (voor landlopers en bedelaars) en Merksplas (België). Veenhuizen was de grootste onvrije kolonie. Gezinnen, wezen, bedelaars en landlopers verbleven hier onder 24-uurs bewaking.

Waarschijnlijk gaat het in de periode 1818-1921 over circa 80.000 mensen in Drenthe met naar schatting één miljoen nakomelingen nu. Niet allemaal onbekende mensen. Zo vonden Daphne Bunskoek, Philip Freriks, Henny van der Most en Jeltje van Nieuwenhoven hun voorouders terug als kolonisten in de Koloniën van Weldadigheid. Op de website allekolonisten.nl kun je ontdekken of je een afstammeling bent en/of je voorvaderen in Frederiksoord (of in een van de andere koloniën) gewoond hebben.

Overal vind je de unieke historie van dit dorp terug. Er staan nog prachtige koloniehuizen met opschriften als ‘Orde en Tucht’ en ‘Werk en Bid’. Je kunt aan die namen zien voor wie het huis gebouwd is. In het huis ‘Kennis is macht’ woonde de schoolmeester en in ‘Flink en Vlug’ de gymleraar.

Nadat de moderne verzorgingsstaat kwam, met werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg voor iedereen, was armoedebestrijding met het systeem van landbouwkoloniën niet langer nodig. Na 1953 werden er geen nieuwe kolonisten meer naar Veenhuizen gestuurd. En de gestichten werden geleidelijk in gebruik genomen als gevangenissen. Bron is deze site.

In Veenhuizen is nu nog een gevangenismuseum. Dit is een interessant uitje, zeker met kinderen. Je moet dit museum wel tijdig via internet bespreken.

Op deze site en deze site kun je meer informatie vinden over Veenhuizen.