Vele handen maken licht werk

Vandaag gaan we verder met de serie in het rietland. Na het bijpraten en het knuffelen was het tijd om de handen uit de mouwen te steken. Klaas Jan had met de machine een flink stuk gemaaid. De bosjes riet moesten aan schoven worden gezet zodat ze konden drogen.

Iedereen ging voortvarend aan de slag. Behalve ondergetekende, die had het te druk met fotograferen. 😉

Voor kinderen is het leuk om dit karweitje te doen. De bosjes zijn licht en dus voor kinderen goed te hanteren. En het is gaaf om zo met elkaar te bouwen aan een ‘indianentent’.

Dat vele handen het werk licht maken dat bleek ook weer in dit geval. Het ging zo snel dat Klaas Jan veel eerder dan gedacht verder kon met het maaien van het volgende stuk.

Wordt vervolgd.

In het rietland

Samen met mijn nichtje en haar kinderen ging ik naar het rietland. Twee kinderen renden voor ons uit naar het perceel waar hun vader aan het werk was. Rhena rende hen enthousiast tegemoet. Ze waren zo blij dat ze elkaar weer zagen, het leek alsof ze elkaar een week niet hadden gezien hadden in plaats van één ochtend. 😉

Ook het weerzien tussen vader en kinderen was een feest. ❤️

De kinderen troffen het want hun vader begon net met het stoken van een vuurtje. Het afval (ruigte) wat uit het riet is gekamd werd daar ter plekke verbrand.

Wel jammer hoor dat het verbrand moet worden, want je kunt er zo heerlijk in spelen.

Uitzicht over de Roomsloot.

Wordt vervolgd.

Byzantijns mannenkoor in de Mariakerk

Een paar weken geleden ben ik naar een optreden geweest van het Byzantijns Mannenkoor Friesland in de Mariakerk in Ruinen. Een paar maanden geleden hoorde ik van een kennis dat hij meezingt in dit koor. Het Byzantijns mannenkoor treedt het liefst op in historische kerken. Ik wilde een keer een optreden bijwonen en ik wilde een keer een fotoserie maken in een historische kerk. Deze twee wensen kon ik mooi combineren op die bewuste zondagmiddag.

Het optreden in de Mariakerk in Ruinen was georganiseerd door Stichting Muziek in de Mariakerk.

Het koor staat onder leiding van, de in Georgië geboren, Nana Tchikhinashvili. Zij heeft haar cultuur meegenomen en aan het koor overgebracht. Voor een deel verklaart dat ook het unieke karakter van het repertoire. Altijd is zij op zoek om als het ware de ziel van de muziek bloot te leggen. Door haar bijzondere en elegante stijl van dirigeren lijkt het alsof ze zingt met haar handen. Het repertoire bevat liederen uit de Oosters-orthodoxe kerk en volksliederen uit Georgië en andere Oost-Europese landen. De combinatie van heldere tenoren met de diepe basstemmen vond ik prachtig. Maar ook de solo’s door diverse koorleden al dan niet samen met de dirigente was ontroerend.

Na afloop van het optreden toen de gasten waren vertrokken heb ik een fotoserie gemaakt in de kerk. Het eerste wat opvalt is de enorme hoogte. Het gewelf doet denken aan de omgekeerde ark van Noach. Het dak is gemaakt van eikenbomen, waar er veel van zijn in de provincie Drenthe. Het zijn sterke bomen die heel oud kunnen worden. De tekening in het hout is dus niet veroorzaakt door waterlekkage, maar is het natuurlijke patroon in het eikenhout.

De Mariakerk is rond 1140 gebouwd en was gewijd aan de heilige maagd Maria. De kerk was onderdeel van het oudste klooster van Drenthe, de Benedictijner Abdij van Ruinen. Omdat Ruinen te druk werd is dat klooster is in 1325 verplaatst naar De Wijk op het Landgoed Dickninge. Daarna werd de kerk in Ruinen als parochiekerk gebruikt. Op deze site kun je er alle over lezen.

Op de muur aan de noordkant is een afbeelding van de annunciatie geschilderd. Deze muurschildering dateert uit het begin van de 16e eeuw. Ooit werd deze muurschildering door protestanten aan het oog onttrokken. Wat mooi dat deze schildering bij een renovatie weer onder het kalk vandaan kwam.

Het is lastig om deze kerkzaal warm te krijgen. Naast een centrale verwarming gebruikt men ook stralers die aan het gebint hangen. Behalve warmte geven ze ook een rode gloed. Ik heb de foto´s bewerkt om de rode gloed zoveel mogelijk te corrigeren. Ik heb mij daar laten vertellen dat ze de kerkzaal gaan renoveren en o.a. vloerverwarming gaan aanleggen. Het is te hopen dat de oude elementen bewaard blijven.

Voor geïnteresseerden heb ik hieronder een linkje geplaatst naar een uitzending van Omrop Fryslân waarin het Byzantijns Mannenkoor, de dirigente en hun repertoire centraal staan.

De Rottige Meente (2)

Na de fotoserie bij de Scheenesluis vervolgde ik mijn weg in de Rottige Meente. Ik wandelde over het Scheenepad naar het zuidwesten. Zie Google Maps.

Het aantal huizen in dat gebied is op twee handen te tellen. Zoals ik al in een eerder bericht al schreef zijn de meeste huizen niet met de auto bereikbaar. De enige toegangsweg is over een deels verhard pad. Een enkeling kan het pad vervolgen tot aan de woning, voor anderen zit er niets anders op dan te wandelen, te fietsen of de boot te nemen.

Het was genieten op de oever van de Scheene. Het is nu moeilijk voor te stellen dat in dit prachtige gebied ooit is geploeterd door boeren om dit ´rotland´ te bewerken en later door veenarbeiders om turf te winnen.

Zo ongemerkt was ik al heel ver gewandeld. Het werd tijd om terug te keren naar de auto. Ik had namelijk die middag nog een andere verplichting. Op de terugweg maakte ik onderstaande foto´s.

Vanaf een vlonder had ik ruim zicht over de Jonkers- of Helomavaart. Aan de horizon staat het Auke Algera gemaal. Dit gemaal is voor de afwatering van overtollig water vanuit de Scheene op de Jonkers- of Helomavaart. Zie Google Maps.

Ik was bijna bij het beginpunt van mijn wandeling toen ik het aanzwellende geluid van een grote groep opvliegende ganzen hoorde. Het volgende moment was de lucht boven mijn hoofd vol met ganzen. Een indrukwekkend moment.

Scheenesluis in de Rottige Meente

Vandaag wandelen we verder in natuurreservaat de Rottige Meente. We laten de molen achter ons en wandelen verder over het schelpenpaadje.

Ik kwam aan bij de Scheenesluis. Zie Google Maps. Vanaf een bruggetje had ik naar het zuidwesten zicht op de sluis.

Naar het oosten keek ik naar de voormalige sluiswachterswoning. Vroeger lag er naast de sluiswachterwoning een kleine scheepwerf en stond er het café ‘De Laatste Stuiver”. In de huidige woning is nu B&B ‘De Laatste Stuiver” gevestigd.

Ongeveer 250 jaar geleden werd er in dit gebied turf gewonnen. Turf werd vroeger gebruikt als brandstof. Om de afvoer van turf efficiënter te laten verlopen bedacht Nicolaas II van Heloma een vaarverbinding tussen de riviertjes Lende (Linde) en Kuunder (Tjonger). In 1748 kreeg hij toestemming van de Staten van Friesland om deze vaart te graven. Een gigantisch karwei, dat met pure handkracht werd gedaan! Bij de officiële opening raakte Nicolaas II te water en verdronk. Een trieste afloop. Bron is het informatiepaneel.

Koning Willem I stelde de eerste regels op rondom de vervening om overstromingsgevaar te voorkomen. Er werd een speciale polder aangelegd. In 1850 was de Groote Veenpolder van Westellingwerf een feit. Er werden zes windmolens gebouwd en in de polderdijk kwamen sluizen, waaronder de Scheenesluis.

De sluis werd een druk bevaren punt tijdens de vervening. In 1914 werd de schutsluit met draaibrug aangelegd ter vervanging van een sluis met een houten kolk uit 1850. Het ontginningsgebied de Rottige Meente werd ontsloten via de Scheene. Tussen 1850 en 1930 was er veel scheepsverkeer, met name turfvervoer, op dit vaarwater. De sluis vormt de verbinding tussen de Scheene en de Jonkers- of Helomavaart.

De sluis bestaat uit een rechthoekige kolk. Normaal gesproken liggen de in- en uitgang recht tegenover elkaar, maar bij de Scheenesluis zijn deze ten opzichte van elkaar verschoven. Dat is te zien op de foto hierboven en hieronder. Onderin de sluishoofden is een gemetselde boog van het omloopriool met op de sluishoofden een ijzeren rinket. De wanden van de sluiskolk en de sluishoofden zijn van bruin baksteen, afgedekt met zerken van Noors graniet. Ook waar de zware houten deuren zijn opgehangen, bestaan de hoeken uit dat keiharde graniet. Bron is het informatiepaneel.

De Scheenesluis werd door Staatsbosbeheer aangekocht van het Waterschap de Groote Veenpolder in Weststellingwerf en daarna in de jaren 1973-1975 en 1985 hersteld. De sluis is een rijksmonument. Bron is deze site.

Naast de sluis ligt een tegel met een tekst in de plaatselijke taal, het Stellingswerfs. Zowel ter plaatse als op internet kon ik niets vinden over dit kunstwerkje. Het Stellingswerfs is een taal die ik zelf ook spreek zij het dan een andere variant dan hieronder is beschreven. Voor de lezers heb ik de vertaling hieronder geplaatst.

Schippersvrouw
Haar dromen zijn indertijd
meegenomen door de vogels.
Haar verlangen wordt gekeerd
door de deuren van de sluis.
Maar soms verneemt ze zomaar
een glimp van het wonder.
Strijkt ze fluisterend even de
hand over de buik en legt
dan de turf weer in het schip.

Wordt vervolgd.

Rottige Meente

Op een mooie zaterdag maakte ik een wandeling in natuurreservaat de Rottige Meente. De Rottige Meente is een natuurreservaat in zuidwest Friesland. Het gebied is in de 19e en 20e eeuw ontstaan door turfwinning.

Ik parkeerde mijn auto bij de brug aan de Pieter Stuyvesantweg en volgde de Veendijk. Zie Google Maps.

De schapenwolkjes werden mooi weerspiegeld in het water.

Na een mooie wandeling kwam ik uit bij een huisje en molen de Reiger. Deze molen is niet meer draaivaardig en is in gebruik als vakantiewoning.

Bovenop de molenwiek zat een buizerd. Onderstaande foto maakte ik vanaf grote afstand met de Nikon bridgecamera. Toen ik het huisje dichter naderde ging de buizerd er vandoor. Dat was het moment dat ik bovenstaande foto maakte.

Ik wandelde verder en zag in de verte de volgende molen opdoemen.

Dat is molen de Rietvink. Nu in de winter is het stil rond de molen. Vanaf 6 mei zijn op de zaterdagen en zondagen de molen en de koffie & theetuin weer geopend. Op de site ziet het er allemaal gezellig uit. De molen is op de fiets goed te bereiken. Als je met de auto komt moet je wel een stukje lopen.

Tegenover de molen ligt een nieuw uitziende woonboot. De woonboot lig op een prachtig plekje met vrij zicht over de Jonkers- of Helomavoart. Zie Google Maps. De bewoners moeten echter wel een eind lopen naar de auto.

Het tv-programma ‘Binnenste Buiten’ heeft in 2019 een uitzending gewijd aan de Rottige Meente. Klik hier voor die uitzending.

Wordt vervolgd.

Eekhoorn in de voortuin

En zo begon het verhaal van de eekhoorn in onze tuin….

Eind november verraste Aafje zowel Jan als mij met een vogelvoederkrans. Het was een sinterklaascadeautje. Heel lief. Ik hing de voederkrans aan de perenboom in de voortuin. Op een dag kwam er heel verrassend een eekhoorn eten bij de voederkrans. De eekhoorn kwam dagelijks langs en de krans was dan ook binnen een week leeggegeten. Van een sinterklaascadeaubon heb ik toen een voederhuisje voor eekhoorns gekocht. Aan de voorkant van het voederhuisje zit plexiglas zodat de eekhoorn kan zien dat er voer inzit. Het dekseltje kan geopend worden zodat de eekhoorn zelf het voer kan pakken. Op internet zag het er zo eenvoudig uit, echter ons eekhoorntje kent de gebruiksaanwijzing nog niet. Om het beestje te lokken hebben we vlak naast het voederhuisje een netje met doppinda’s gehangen en het deksel op een kier gezet.

Tot op heden is de missie nog niet geslaagd, de eekhoorn eet nog steeds niet uit het voederhuisje. Daarentegen zijn de doppinda’s zeer in trek.

Later bedachten we dat zolang er doppinda’s hangen de eekhoorn niet van het andere voer gaat eten. We hebben daarom een tijdje geen doppinda’s opgehangen. Ook dat werkte niet, de eekhoorn kwam niet meer foerageren in onze tuin.

Dus hebben we er maar weer een netje met pinda’s opgehangen. De eekhoorn pakt per keer één doppinda en gaat dan op een tak hogerop de pinda oppeuzelen. Door handmatig scherp te stellen kon ik tussen de takken doormikken om de eekhoorn vast te leggen.

Ik maakte de foto’s vanuit de woonkamer. Als ik naar buiten ging, ook al deed ik dat heel voorzichtig, ging de eekhoorn er vandoor.

Onze missie is nog niet ten einde, maar daarover later meer.

De Groate Kerk in Sint Jacobiparochie

Na de fotosessies aan de Waddenzee reed ik via de Oudebildtdijk…

….naar Sint Jacobiparochie. Sint Jacobiparochie (Sint-Jabik in het Frysk) is een dorp met 1765 inwoners (2021) in de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland. Zie Google Maps. Sint Jacobiparochie ontstond in 1505, toen Het Bildt door arbeiders uit onder meer Zuid-Holland, Zeeland en Friesland werd ingedijkt. Het heette aanvankelijk Wijngaarden, naar het Zuid-Hollandse Wijngaarden waar de nieuwe bewoners vandaan kwamen. Het nieuwe Wijngaarden vormde een rooms-katholieke parochie die aan de apostel Jacobus was gewijd. Na verloop van tijd ging de naam van de parochie over op het dorp. Het kan ook zijn dat het dorp werd vernoemd naar de echtgenote (Jacoba) van een van de edelen die het gebied liet ontginnen. Bron is deze site. In het centrum van het dorp staat een kleurrijke kerk genaamd ‘De Groate Kerk’.

Naast de kerk staat een verzetsmonument. Het kunstwerk is gemaakt door Vreni Wagner, een regionale kunstenares uit Westhoek. Het is een helder transparant object bestaande uit 24 geknibbelde glasplaten. In zowel het glas als de granieten sokkel is de kleur groen verwerkt. Groen is de kleur van de hoop. Op het monument staat de tekst: ‘ôns frijhyd ontstaan út ôfbroken levens’. De inwoners van het Bildt gedenken allen die hun leven hebben gegeven of verloren in de strijd voor onze vrijheid.

Drie zijden van de kerk zijn gepleisterd en afgewerkt met de kleur Bentheimer geel. Aan de noordzijde (achterkant) van ‘De Groate Kerk’ is de bakstenen muur zichtbaar gebleven. Aan die kant van de kerk hangt een plaquette. Deze plaquette herinnert aan de periode dat de Joodse Yael Ekart in 1943 zat ondergedoken bij de familie Dijkstra. Yael heeft in de periode ‘De Groate Kerk’ enkele malen bezocht.

Sint Jacobiparochie is bekend vanwege de start van een van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela. Een tocht van 2700 kilometer. Het eerste deel van deze route wordt in het Fries het Jabikspaad (Jacobspad) genoemd.

De oorsprong van het Jabikspaad ligt in de geschiedenis van de eerste boeteling die vanuit Friesland op pelgrimage werd gestuurd. Abt Freerk van Hallum zond omstreeks 1170 vanuit het Norbertijner Klooster Mariëngaarde heer Asing op boetepelgrimage. Zijn reisgenote Gertrudis bereikte Santiago de Compostela. Zij is de eerste Friese pelgrim naar “Sint Jacob” die wij bij name kennen. De plaats waar klooster Mariëngaarde stond ligt aan het Jabikspaad (etappe Oude Bildtzijl – Stiens). Bron is deze site.

Het Jabikspaad is 130 kilometer lang en loopt tot aan Hasselt in de Kop van Overijssel. Daar komt ook het Gronings-Drentse Jacobspad aan, om vervolgens via Deventer, Nijmegen en Maastricht aan te sluiten op andere pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela. Zowel het startpunt Sint Jacobiparochie (‘parochie van Sint Jacob’) in Friesland, als het gehele netwerk van pelgrimsroutes en Santiago de Compostela zelf zijn gewijd aan Sint Jacobus. Bron is deze site. In het muurtje rondom de kerk staan 37 (grote) plaatsnamen die men op weg naar Santiago de Compostella passeert. Ik laat er hier een aantal zien.

Aan de oostkant van de kerk staat een paaltje met de term Refugio’. Op internet vond ik wat dat betekent. Refugio is een nieuwe eenvoudige overnachtingsmogelijkheid voor pelgrims in historische Friese kerken. Stichting Santiago aan het Wad startte in samenwerking met Stichting Alde Fryske Tsjerken dit initiatief op het Friese platteland. Pelgrims zijn lange afstand wandelaars of fietsers in bezit van een pelgrimspas. De kerken bieden een eenvoudige slaapplek tegen bescheiden vergoeding. Ze hebben er zelfs een Friese naam voor: ‘tsjemping’: een samenvoeging van ‘tsjerke’ (kerk) en camping. De opzet van Refugio’s is geïnspireerd door de Camino der Lage Landen 2018. Bron is deze site.

Het water komt weer…

‘Het Water Komt’ is de titel van de indrukwekkende documentaireserie die onlangs werd uitgezonden vanwege de Watersnoodramp zeventig jaar geleden. Ik vond de uitzendingen waarin nabestaanden hun verhaal vertelden heel indrukwekkend.

Een groter contrast tussen het weer op 1 februari 1953 en het weer tijdens het maken van deze fotoserie bestaat er niet. De Watersnoodramp in 1953 en de fotoserie die ik maakte bij De Waddenzee was voor mij de aanleiding om dieper in de materie te duiken…

De basis van de kustlijn zoals wij die nu kennen is zo’n 10.000 jaar geleden gelegd. 8.000 jaar voor onze jaartelling lag de kustlijn 75 kilometer noordelijker. Het was het einde van de laatste IJstijd. De zeespiegel lag 30 tot 40 meter lager dan nu, Nederland lag vast aan het Verenigd Koninkrijk. De ijskappen smolten en de zeespiegel begon te stijgen. Vanaf dat moment startten de Nederlanders de strijd tegen het water…

Voor de liefhebbers heb ik hieronder een filmpje geplaatst met uitleg over de geschiedenis van de kustlijn, over de werking van eb en vloed, over springvloed en over De Waddenzee als natuurgebied. (Helaas krijg ik het filmpje niet gecentreerd.)

Vanaf het moment dat de zeespiegel ging stijgen begon men met het bouwen van dijken. De dijken gaven echter geen zekerheid. De dijken waren in die tijd veel lager en zwakker. Daardoor werden dijken sneller overspoeld of ze bezweken. Door de eeuwen heen zijn er diverse watersnoodrampen geweest waarvan ik alleen de allergrootste noem:

  • Sint-Elizabethvloed in 1421
  • Sint-Catharinavloed in 1516
  • Pontiusvloed in 1552
  • Allerheiligenvloed in 1570
  • Sint-Maartenvloed in 1686
  • Kerstvloed in 1717

De Allerheiligenvloed in 1570 was de allerergste in de geschiedenis. In dat jaar verdronken 9000 mensen en meer dan 70.000 hoornbeesten! Bron is deze site.

Zo door de jaren heen hebben we de zee bedwongen door het Deltaplan en het bouwen van steeds hogere en stevigere dijken. Ons kan niets meer gebeuren…

Althans dat dacht men. Maar nu worden de gevolgen van klimaatverandering schrijnend zichtbaar. De zeespiegel stijgt en de bodem daalt. De dreiging vanuit de zee is ook nu urgent, en actueler dan ooit. Want ‘het water komt weer’ als gevolg van de wereldwijde klimaatcrisis. Hoe houden we dit keer droge voeten? Wat hebben we geleerd van toen? Hoe houden we ons binnenland veilig? In de naoorlogse jaren werd er niet geluisterd naar ingenieur Johan van Veen. Hebben we er van geleerd en luisteren we nu wel naar wetenschappers?

De problemen met overstromingen hebben we over onszelf afgeroepen door eeuwenlange ontginning en ontwatering van veengrond. Dat is de reden dat onze bodem is gedaald. De natuurlijke barrière achter het duingebied is daardoor verdwenen. De bescherming van de westkust vergt een andere aanpak dan die van de noordkust. In het interessante tv-programma De Kennis Van Nu special vertelt men o.a. over de nieuwe manier van beschermen van onze kust. Hieronder zoom ik alleen in op de bescherming van de kust van Noord-Nederland…

Groningen en Friesland zijn op dit moment veilig. Het achterland wordt beschermd door een dijk, door kwelders, door de Waddenzee en door de Waddeneilanden. Maar is Noord-Nederland ook beschermd bij een stijgende zeespiegel en intensivering van stormactiviteiten en extreme neerslag door klimaatverandering? De veiligheid van de dijk over een lengte van 50 km ter hoogte van het dorpje Wierum is twijfelachtig. Daar komt bij dat de kwelder bij Wierum dreigt te verdwijnen. Het ophogen en dus het verbreden van de dijk is geen optie omdat het dorp stijf tegen de dijk is aangebouwd. Men onderzoekt nu de mogelijkheid om de kwelder bij Wierum weer terug te brengen in de oorspronkelijke staat. De kwelder heeft dan niet alleen een beschermende functie tegen de stijgende zeespiegel, maar wordt ook een plek voor flora en fauna.

Tijdens het maken van deze fotoserie ben ik niet helemaal doorgereden naar Wierum. Onderstaande foto maakte ik op deze plek.

Voor bovenstaande informatie heb ik o.a. deze bron gebruikt. Op die site zijn meerdere interessante filmpjes te bekijken.