Schaatsers op een grijze dag

Afgelopen week hadden we prachtig winterweer. Er lag een mooi ijsvloertje, er was rijp en het zonnetje scheen. Het kon niet mooier. Omdat ik tijdens die mooie dagen moest werken kon ik er niet op uit om te fotograferen. Ik had al mijn hoop gevestigd op de vrije vrijdag en de geplande fotodag samen met Jan.

Het pakte echter op deze vrije vrijdag heel anders uit dan ik me had voorgesteld. Van prachtig zonnig winterweer was geen sprake. De intredende dooi en een dicht wolkendek gooide roet in het eten. Toch zijn Jan en ik wel samen op stap gegaan. Via binnenwegen kwamen we aan in De Weerribben. Tot onze verbazing werd daar ondanks de dooi wel geschaatst. Het is altijd bijzonder om te zien wat natuurijs met mensen doet. Of het nu wel of niet verantwoord is, sommige mensen ‘moeten’ schaatsen. Het kostte nogal wat moeite om op het ijs te komen. Een enkeling haalde al een nat voetje voordat de tocht was begonnen.

Terwijl we daar stonden te fotograferen was er ook een journalist van De Telegraaf aanwezig. Hij maakte foto’s en stelde vragen aan de schaatsers. De schaatsers kwamen van heinde en ver om hier te gaan schaatsen. Zijn hamvraag was: ‘Wat bezielt je om hier te gaan schaatsen op onbetrouwbaar ijs?’ Een schaatser noemde het schaatskoorts wat te vergelijken is met verliefdheid. Ook dat kun je niet tegenhouden…

Ik houd altijd mijn hart vast, als er maar geen mensen door het ijs zakken en er geen slachtoffers vallen…

Nadat we genoeg hadden genoten van de schaatsers, de verhalen en de gezelligheid en we voldoende foto’s hadden genomen vervolgden we onze weg…

Schaatsen in Dwarsgracht

Vandaag laat ik de laatste serie zien van de prachtige, maar korte winter in de tweede week van februari. Op zondagmiddag reed ik naar de Dwarsgracht. Dwarsgracht is qua uitstraling te vergelijken met Giethoorn, maar dan minder bekend en dus ook minder druk. Dwarsgracht ligt in de Kop van Overijssel. Het dorp ligt midden in natuurgebied,  Weerribben-Wieden. Vroeger werd daar turf gegraven. Daarnaast vormden rietteelt, veeteelt en visserij de belangrijkste bron van inkomsten.

Dwarsgracht heeft een lintbebouwing. De huizen zijn gesitueerd aan weeszijden van de vaart. Aan beide kanten van de vaart loopt een wandel/fietspad. Achter de huizen die aan de oostkant van de vaart staan loopt een weg. Dit is tevens de enige weg en loopt dood aan het eind van het dorp. De huizen aan de westkant van de vaart zijn alleen lopend, per fiets of per boot bereikbaar.

Ik had mijn auto halverwege het dorp geparkeerd en wandelde langs de vaart naar het noorden.

Aan het einde van het dorp stonden de mannen van ‘IJsclub Dwarsgracht’ met hun machines. Ik stel me zo voor dat ze al lang blij waren dat ze weer eens in actie konden komen. Een ouderwetse schaatstoertocht organiseren dat zou helemaal mooi zijn geweest, maar dat zat er dit jaar helaas niet in.

Café Restaurant De Otterskooi had een professionele koek-en-zopiekraam neergezet.  Daar werd gretig gebruik van gemaakt. Net zoals in de rest van het dorp was ook daar de stemming opperbest. Het leek erop dat dit wintertje vele mensen goed deed.

Nadat ik het verste punt van het dorp had bereikt wandelde ik terug naar het zuiden. Onder een bruggetje halverwege het dorp lag een wak. De schaatsers moesten daar een stukje klunen.

Met deze foto neem ik afscheid van Dwarsgracht, het natuurijs en de kort maar krachtige winter. Wat mij betreft mag dit volgend jaar weer…

 

Zonsondergang op natuurijs

Op zaterdag ben ik eind van de middag weer naar De Weerribben gereden. Ik had het plan opgevat om de zonsondergang vanaf het ijs te fotograferen. Omdat ik wel een eindje moest lopen op het natuurijs had ik over mijn wandelschoenen grote sokken aangetrokken. Het werkte perfect.

De zonsondergang was niet zo spectaculair als ik gehoopt had, toch heb ik er volop van genoten.

Bij het nemen van een aantal foto’s heb ik de camera op het ijs gelegd.

Het was er niet meer druk met schaatsers, toch is het gelukt om nog enkele schaatsers te fotograferen.

Deze schaatsers trok speciaal voor de fotograaf nog een paar extra baantjes.

Joke vroeg in mij vorige blog hoe het met mijn schouder gaat. Sinds de injectie in de schouder gaat het wonderbaarlijk goed. Na twee behandelingen heeft de fysiotherapeut mij ‘ontslagen’.  Als ik thuis achter de computer zit gebruik ik de linkermuis en op het werk hanteer ik de rechtermuis. Handig toch?

Schaatsen in Fryslân (2)

Het was kort maar krachtig. Eigenlijk vond ik het veel te kort. Het had van mij nog wel een week langer mogen duren. Ondanks dat ik niet meer schaats heb ik zo genoten van de sneeuw, de vorst en de schaatsers op natuurijs.

Ondanks dat de dooi is ingetreden neem ik jullie nog wel een paar keer mee naar dit  prachtige wintertje.

Deze fotoserie is gemaakt in de Jan Durkspolder.

Schaatsen in Fryslân

Gisteren was ik te gast bij mijn fotomaatje, Jan in Fryslân. Na de koffie met wat lekkers (met dank aan Aafje) gingen we snel op stap. Het mooie weer en het natuurijs lokte ons naar buiten.

Ons eerste doel was de Hooidammen. Dat gebied is per uitstek geschikt om te schaatsen op natuurijs. Vele schaatsers gebruikten dit punt om te starten en bonden hier hun schaatsen onder.

Anderen waren elders gestart en waren op doorreis.

Om van het ene water op de andere te komen moest er soms worden gekluund.

Via de Aldheadamsleat (Oude Hooidamsloot) kon men o.a. naar Earnewâld (Eernewoude) schaatsen.

Het was mooi om te zien zoals iedereen op z’n eigen manier bezig was met het schaatsen. Dit jongetje ging heel bedachtzaam te werk.

Dit meisje ging juist voortvarend te werk. Het leek me een echt doorbijtertje.

Hier waren vele mensen aan toe. Sneeuw, natuurijs en heerlijk buiten bezig zijn. Even geen corona-perikelen. De stemming was hier in Fryslân dan ook opperbest. Dat zal mede komen omdat er in dit deel van het land voldoende ruimte is…

Sinds een dag werk ik met een ergonomische linker muis. Ondanks dat ik linkshandig ben werkt het niet zo snel als met de rechterhand. Ik kan in ieder geval nu de schouder aan de rechterkant ontzien.

IJsvogel en ijs

Vorige week zondag was ik voor zonsopkomst in De Weerribben. Mijn eerste foto is genomen tijdens het blauwe uur. 

Ik wilde graag nog een keer de ijsvogel vastleggen. Door vroeg op pad te gaan was ik als eerste in de vogelkijkhut en koos een plekje op de eerste rang. In totaal heb ik er anderhalf uur doorgebracht voordat ik onderstaande serie bij elkaar had gesprokkeld.  Ook al zijn de vogeltjes van zichzelf wel fotogeniek, ze kiezen niet altijd het een fotogeniek plekje.

Hier zat de ijsvogel op een prachtig plekje, maar die was weer wat ver verwijderd van mijn camera.

Volgens deskundigen beleven de ijsvogels het beste seizoen in 40 jaar tijd. Dit komt door de zachte winters van de afgelopen jaren. In koude winters sterven relatief veel ijsvogels. De laatste echte periode van kou was eind februari/begin maart in 2018.

Op basis van honderden tellingen door vrijwilligers in december schat men dat er grofweg vierduizend ijsvogels in het land zijn.

De laatste keer dat het landelijk totaal aan ijsvogels werd geschat was in 2015. Dat jaar was ook een goed jaar voor ijsvogels. Ook in dat jaar schatte men het aantal ijsvogels op vierduizend.

De ijsvogel is een vogel die veel jongen kan krijgen. De ijsvogel kunnen twee tot drie nestjes per seizoen krijgen en daarbij wel zes tot zeven eieren per keer leggen.

Ook de verbeterde waterkwaliteit speelt een rol. Het water is helderder waardoor ijsvogels eenvoudiger kleine visjes kunnen vangen.

In de naam van deze vogel zit het woordje ‘ijs’. IJs en ijsvogel hebben echter niets met elkaar te maken of het moet zijn dat ijs de grootste vijand is van de ijsvogel. Onderstaande foto maakte ik in februari 2018. Op de achtergrond is de vogelkijkhut te zien waar ik bovenstaande serie maakte. Mochten we weer zo’n winter krijgen als in februari/maart 2018 dan holt de populatie ijsvogels snel achteruit.

Op internet vond ik een site met mooie foto’s van de ijsvogel. Tevens staan er op die site verschillende theorieën over de oorsprong van de Nederlandse naam van de ijsvogel. Zie deze site.