Zwemmende ringslang

Na de fotosessie in Oranjewoud ben ik alleen doorgereden naar Delleboersterheide. Ik wilde bij de vlonder een kijkje nemen of daar ook nog ringslangen waren.

De wolkenluchten en het windstille weer werkten goed mee. Bij de tweede foto hieronder lag ik op de buik op de vlonder. Op zich ben ik niet zo van de rommel in het water, maar in dit geval was daar wel wat bijzonders te zien. Tussen de drijvende rietstengels scharrelde een grote kever. Pas op de computer en met hulp van Obsidentify zag ik dat het een tuimelaar was.

De tuimelaar is een kever uit de familie waterroofkevers. De kever wordt ongeveer 30 tot 37 millimeter lang en heeft een donkergroene kleur aan de bovenzijde net een metaalachtige glans. De onderzijde is lichtgeel en enigszins doorschijnend. De tuimelaar leeft van kleine waterinsecten die in onderwater worden gevangen en gegeten. Bron is deze site. Een tuimelaar stond tijden rechtop in het water. Dat is te zien op de middelste foto. De rimpelingen in het water werden veroorzaakt door foeragerende tuimelaars.

Maar ik was niet gekomen voor de tuimelaars, ik was er voor de ringslangen.

Ik moest lang geduld hebben, maar toen kwam er toch een ringslang langs zwemmen. Omdat ik de camera ergens anders op had gericht zou me deze nog bijna ontgaan.

Toen ik eenmaal ‘mijn’ eerste ringslang hier had zien zwemmen toen bleef ik wachten. Bijzonder hoeveel geduld een mens dan kan opbrengen. Het wachten werd beloond.

Ik vond het een magische ervaring.

Kunst door hars in de Overtuin

Met de fotografiegroep van onze kerk maakten we op een zonnige dag een uitstapje naar Oranjewoud. Ik liet daar al eerder een fotoserie van zien. Tegenover Landgoed Oranjewoud ligt de Overtuin. Zie Google Maps. Het leek ons leuk om dat park mee te pakken op onze route.

De Overtuin werd aangelegd in barokstijl. In 1823 ondergaat de Overtuin een metamorfose. De familie De Blocq van Scheltinga laat de tuin aanleggen in de populaire Engelse landschapsstijl. Tot op heden is het niet bekend wie de architect is van de tuin, maar het feit dat tuinarchitect Roodbaard de tuin van de familie Cats op Oranjestein realiseerde maakte het aannemelijk dat hij in ieder geval bemoeienis had met het ontwerp van de Overtuin. In 1953 werd het landgoed Oranjewoud in twee delen verkocht. De Overtuin komt in gemeentelijk bezit. Sindsdien is het een openbaar wandelpark.

Tijdens onze wandeling kwamen we langs een enorme dennenboom. Op de stam van de boom zat heel veel hars.

Bomen die op de een of andere manier beschadigd raken of waar nutteloze takken van afvallen, dichten de wonden die ontstaan. Deze beschermende activiteit noemen we het bloeden van een boom. Bij dennenbomen komt er dan vloeistof uit de boom wat in de buitenlucht uithardt. Dat is hars. Soms loopt er teveel aan hars uit de bast en dan krijg je dit beeld. Dit vind ik kunstwerk van Moeder Natuur…

Oranjewoud

Met de fotografiegroep van de kerk gingen we op een zonnige dag naar Oranjewoud. Oranjewoud ligt ten oosten van Heerenveen. Zie Google Maps.

De historie van Oranjewoud begint in 1676. Albertine Agnes, prinses van Oranje en weduwe van de Friese stadhoude Willem Frederik, kocht in dat jaar in de omgeving van Oudeschoot het landgoed Sickingastate. Ze sticht er het buitenverblijf ‘Op ‘t Woud’ met tuinen, plantsoenen, vijvers, wandelpaden, rijwegen en een oranjerie.

Het voert te ver om de hele geschiedenis hier te gaan beschrijven. Op internet vond ik een interessante site waarin je alles kunt lezen over de rijke historie van dit gebied.

Na een mooie wandeling eindigden we bij hotel Tjaarda. Daar was volop bedrijvigheid vanwege een officiële opening van een nieuwe zaal. Gelukkig konden wij de plechtigheid omzeilen en wat lekker nuttigen op het terras. het duurde niet lang of er streek een koolmees neer op een tak boven onze tafel. Die wachtte vast op de kruimels…

Morgen neem ik jullie nog één keer mee naar Oranjewoud en dan naar de Overtuin.

Magnolia

Gisteren hadden we eindelijk een mooie zonnige dag. Vandaag is het hier alweer petweer. Wel een prima dag om buiten te werken met o.a. het inrichten van een border met nieuwe aanplant. Gisteren heb ik overigens wel veel uit die zonnige dag gehaald. Ik start met een fotoserie die ik gisteren maakte van de magnolia in onze achtertuin.

Ook dit jaar heeft de magnolia te lijden gehad van de nachtvorst. De bloemen die beschut hangen zien er florissanter uit.

Vandaag met de straffe koude wind vallen er al veel blaadjes naar beneden. Dat geeft dan wel weer een inkijkje in de bloem.

Kraanvogels en reeën

Vorige week reed ik op een vroege ochtend na nachtvorst over De Eese naar Drenthe.

In een weiland was mooi te zien tot hoever de zonnestralen waren gekomen. Heel in de verte zag ik een sprong reeën staan. Het was alweer een tijdje geleden dat ik reeën had gefotografeerd.

In een ander weiland stonden een aantal kraanvogels te foerageren. Ze stonden te ver weg voor mooie foto´s. Maar in dit geval gaat het om de waarneming en niet in de eerste plaats om kwalitatief mooie foto´s. Ik wist waar ik moest zoeken anders was ik er vast aan voorbij gereden. Om ze niet onnodig te verstoren ga ik deze keer de locatie niet verklappen.

Een heikikker en een ringslang

Na mijn wandeling door het prachtige Diakonievene waar ik de kleine vos en de visarend fotografeerde kwam ik weer terug bij de auto. Omdat ik er nu toch was besloot ik ook het natuurgebied aan de andere kant van de weg te bezoeken. Dat is de Delleboersterheide. Als eerste fotografeerde ik dit huisje. Een idyllisch plekje om te wonen zo midden in de natuur.

Ik kwam uit bij een vlonderpad. Dit pad leidt naar de libellenvlonder in de Catspoele. In en rondom dit heideven zijn de volgende soorten te vinden: dodaars, das, heideblauwtje, noordse glazenmaker, venglazenmaker, venwitsnuitlibel, grauwe klauwier, adder, ringslang, poelkikker, heikikker, beenbreek, klokjesgentiaan en zonndauw.

Maar de mooiste waarneming werd gedaan in 2005. In dat jaar werd voor het eerst sinds 20 jaar de oostelijke witsnuitlibel weer gezien. Door het voorkomen van deze zeldzame libel is de Catspoele uniek en zeer waardevol. Vanaf nu ga ik hier zeker vaker komen.

Op die bewuste zonnige middag had ik het geluk om een ringslang te fotograferen. Deze lag te zonnen in het riet naast de vlonder.

En ja hoor daar is die dan eindelijk, een mannetje heikikker. Ook het kenmerkende geluid liet dit mannetje prachtig horen. Dit mannetje lag te midden van een klomp kikkerdril. De vrouwtjes verlaten na de eiafzet het voortplantingswater, terwijl de mannetjes nog enkele weken kunnen blijven hangen. Ze wachten op een nieuwe kans om een wijfje te bemachtigen. Je kunt er alles over lezen op deze site.

Visarend en kleine vos in Diakonievene

Tijdens mijn speurtocht naar de heikikker op de Kiekenberg werd ik getipt over een andere locatie waar de heikikker veelvuldig aanwezig zou zijn. Met die tip reed ik naar Diakonievene, naar de parkeerplaats aan de Alberdalaan. Daar startte mijn wandeling door een prachtig gebied met vele vennen. Zie Google Maps.

In het ven aan weerszijden van dit vlonderpad zou de heikikker zijn te zien. Het was te koud en/of ik was te laat in het seizoen, want er was geen heikikker te zien. Wel lag er naast het vlonderpad een grote hoeveelheid kikkerdril.

Wat eerder op de middag, bij de ooievaars, zag ik een citroenvlinder vliegen, maar die was niet bereid om stil te gaan zitten. In Diakonievene zag ik een donker gekleurde vlinder vliegen. Pas toen deze neerstreek op het pad zag ik dat het een kleine vos was.

Maar de mooiste waarneming was toch wel de visarend die boven Diakonievene vloog. Ik weet wel een aantal roofvogels te herkennen, maar ik ben geen specialist. Pas thuis op de computer en met hulp van Obsidentify zag ik dat het een visarend was.

Een gedicht en zandbijen in de Tjongervallei

Op die prachtige zondagmiddag waarop ik de holwortel met insecten en de ooievaars had gefotografeerd had ik nog een ander doel. Ik wilde namelijk de heikikker wel eens met eigen ogen zien. En het liefst een blauwgekleurd mannetje. Voor locaties in de buurt raadpleegde ik Waarneming.nl. En zo gebeurde het dat ik drie kwartier later mijn auto parkeerde op een zandpad in de Tjongervallei. Ik was aangekomen bij natuurgebied de Kiekenberg.

Wat al snel in het oog sprong was de enorme zwerfkei. Op die zwerfkei is een gedicht geplakt wat geschreven is door Geart Jabiks van den Berg. Geart Jabiks, dichter, natuurmens en historicus woonde in de Tjongervallei. Op deze site kun je over hem lezen. Op de zwerfkei is alleen de eerste helft van het gedicht beschreven, de anticlimax in het tweede deel heeft men achterwege gelaten. Op deze pagina kun je het complete gedicht in het Fries en de vertaling lezen.

Dit verhaal van Geart Jabiks kwam daar verrassend op mijn pad, maar daar kwam ik eigenlijk niet voor. Ik kwam voor de heikikker. Op internet had ik mij verdiept in het geluid van de heikikker. Het geluid dat de mannetjes in de voortplantingstijd maken wordt wel omschreven als een klokkend geluidje dat klinkt als een onder water gehouden fles waaruit de lucht ontsnapt. Op dit filmpje is dat mooi te horen. Die voorkennis leek mij wel handig bij het zoeken. Ik wandelde naar de grote plas op zoek naar de heikikker. Hoe ik ook speurde en aandachtig luisterde, ik zag en hoorde geen heikikker.

Ik wandelde terug richting de auto. Bij de picknicktafel raakte ik aan de praat met andere fotografen. Terwijl we daar stonden te praten wezen ze mij op tientallen bijen die vlak boven de grond vlogen. In de grond zaten allemaal gaatjes. Het waren zandbijen. Met 78 bekende exemplaren zijn de zandbijen, de Andrena’s, de grootste groep van de Nederlandse wilde bijen. Zie deze site. Ik denk dat dit de grijze zandbij was. Hoewel ik de wetenschap op dat moment niet had leerde ik later dat zandbijen geen angel hebben. Ze zijn dus ongevaarlijk. Deze serie is gemaakt met het 100 mm macro-objectief.

Oog in oog met de ooievaar

Terwijl ik stond te fotograferen bij de ooievaars bij De Lokkerij landde er vlak boven mijn hoofd een ooievaar in de boom. Zie Google Maps.

Het was een bijzondere gewaarwording om oog in oog te staan met een ooievaar. Toen de ooievaar de vleugels spreidde vroeg ik me wel af wat hij van plan was. Het verhaal van de terror-oehoe en de aanvallende buizerd schoot nog wel door mij heen. Het was geen fijn idee als de ooievaar met zijn pakweg 4 kilo en enorme snavel mij zou zien als een bedreiging…

Toch had ik er wel vertrouwen in dat het goed kwam. Een vogel die baby’s brengt kan naar mijn idee alleen maar vredelievende bedoelingen hebben. 😊

Ooievaars bij De Lokkerij

Na de fotosessie bij de holwortel op landgoed Dickninge besloot ik door te rijden naar de ooievaars bij De Lokkerij. Ik was nu toch in de buurt. De auto parkeerde ik op Landgoed De Havixhorst. Vervolgens wandelde ik door het bos naar De Lokkerij. Zie Google Maps.

Al van ver was het geklepper van de ooievaars te horen. De ooievaar is weer helemaal terug in ons land. Het buitenstation De Lokkerij is een van de 12 buitenstations wat daartoe heeft bijgedragen. Na het succes van de herintroductie van de ooievaars zijn de meeste buitenstations gesloten. Buitenstation De Lokkerij blijft open en is actief als ooievaarsasiel. Zieke en gewonde ooievaars worden van heinde en ver hier gebracht om te herstellen of op verhaal te komen. Op dit station zijn ongeveer 50 ooievaarsnesten te vinden.

Als een van de twee ooievaars terugkomt bij het nest dan begroeten ze elkaar door te klepperen. Op onderstaande foto’s kun je mooi zien dat de keelzak tijdens het klepperen is vergroot. Door het vergroten van de keel klinkt het klepperen luider. De vergrootte keel dient dus als een klankkast. Als ze daarbij ook nog de kop achterover leggen wordt het geluid nog versterkt.

Doordat er volop aan de nesten werd gebouwd was het een komen en gaan van ooievaars om materiaal te verzamelen voor het bouwen van het nest.

Ik was getuige van een paring. Het ziet er altijd wat onbeholpen uit. Dat komt omdat het zulke grote vogels zijn.

Ik had daar een bijzondere ontmoeting met een ooievaar, maar dat is voor morgen.